Paul Verheijen

CYRIACUS

Gebrandschilderd

Roomse Martelaarsboek

Het Roomse Martelaarsboek herdenkt Cyriacus op twee liturgische gedenkdagen.
Op 16 maart:
Te Rome de marteldood van de heilige diaken Cyriacus. Na lange tijd in de kerker te zijn uitgemergeld, werd hij met gesmolten pek overgoten. Vervolgens hing men hem op in de pijnbank, rekte hem met pezen strak en gaf hem dan stokslagen. Ten laatste heeft men hem met Largus, Smaragdus en nog twintig anderen op bevel van Maximianus onthoofd. Het feest echter van de heiligen Cyriacus, Largus en Smaragdus herdenkt men de achtste augustus, waarop de zalige paus Marcellus hun lichamen liet opgraven en eervol ter aarde bestellen.
En op 8 augustus staat er dan:
De heilige martelaren Cyriacus, een diaken, en Largus en Smaragdus, die met nog twintig anderen de zestiende maart hun lijden ondergingen. Hun lichamen, die door de priester Joannes aan de Via Salaria begraven waren, liet de heilige paus Marcellus op deze dag overbrengen naar het landgoed van Lucina aan de weg naar Ostië. Later werden zij naar Rome gebracht en in de diakonie van Santa Maria in Via Lata bijgezet.

Noodhelper

Het legendarische leven van Cyriacus staat beschreven in hoofdstuk 112 van de Legenda Aurea en staat vol van historische onnauwkeurigheden.
Het enig historisch zekere over hem is dat zijn feest behoort tot de een van de oudste kerkelijke feesten, dat er kerken aan hem gewijd zijn en dat hij uitgroeide tot een van de veertien noodhelpers.

De gebrandschilderde vensters

Hieronder zes afbeeldingen van een cyclus rond Cyriacus in de Koepelkerk (Cyriacus en Franciscuskerk) in Hoorn.
De bijschriften zijn citaten uit de Legenda Aurea.

1/6

Cyriacus die door paus Marcellus tot diaken was gewijd ...
(Legenda Aurea 112,1a)

2/6

... werd opgepakt en voorgeleid aan Maximianus.
(Legenda Aurea 112,1b)

3/6

Samen met zijn gezellen moest hij grond uitgraven en die op zijn schouders naar een gebouw dragen, een badhuis dat men daar aan het bouwen was. Daar was sint Saturninus, een oude man; Cyriacus en Sisinnius hielpen hem bij het dragen.
(Legenda Aurea 112,1c-2)

4/6

Een dochter van Diocletianus, Artemia, werd gekweld door een boze geest. De demon in haar schreeuwde: 'Ik ga pas naar buiten als de diaken Cyriacus komt.' Daarop werd Cyriacus bij haar gebracht en toen hij de demon bevel gaf, antwoordde deze: 'Als je wilt dat ik naar buiten ga, geef me dan een vat waar ik in kan gaan.' Cyriacus antwoordde: 'Hier is mijn lichaam: ga daar in als je kunt.' De demon: 'In jouw vat kan ik niet binnengaan, want het is aan alle kanten verzegeld en gesloten. Maar weet dat als je me uitdrijft, ik zal maken dat je naar Babylonië gaat.' En toen hij was gedwongen naar buiten te gaan, riep Artemia dat zij de God zag die Cyriacus verkondigde.
(Legenda Aurea 112,14-21)

5/6

Cyriacus doopte haar en woonde veilig in het huis dat Diocletianus en zijn gemalin Serena* hem uit dankbaarheid gegeven hadden.
(Legenda Aurea 112,22a)

*Serena van Rome wordt in het Roomse Martelaarsboek herdacht op 16 augustus. Haar verhaal berust voor het overgrote deel op legende. In sommige oude handschriften wordt zij aangeduid met de keizerlijke titel 'Augusta' ('verhevene'). Cyriacus zou haar in het geheim tot Christus hebben gebracht na het exorcisme van Artemia. Vanuit haar positie aan het hof zou zij het leven van menig christen hebben gered. Maar meestal stond zij machteloos en leed onder de tien jaar voortdurende christenhaat van Diocletianus. Ze stierf van verdriet bij het zien van zoveel wreedheid van haar man, haar medechristenen aangedaan. Ze werd bijgezet in de kerk van Susanna van Rome, haar nicht. In de loop van de tijd zijn er ook relieken van haar in de Italiaanse stad Foligno terecht gekomen.

6/6


[Diocletianus is overleden en wordt opgevolgd door Maximianus die Cyriacus arresteert uit woede over de duiveluidrijving van zijn zus Artemia]

En nadat hij pek boven zijn hoofd had gesmolten en hem aan het folterpaard had opgehangen, liet hij Cyriacus met al zijn gezellen onthoofden, omstreeks het jaar des Heren 300.
(Legenda Aurea 112,40)

2016 Paul Verheijen / Nijmegen