C - De overwinning van Judit met het hoofd van Holofernes [Judit 13,1-10; 14,18-19; 15,1-3]
Judit is in de tent van Holofernes geweest die zich op de top van de heuvel bevindt.
We zien de voetzolen van zijn dode lichaam en boven op zijn tent prijkt anachronistisch een liggende islamitische halve maan.
Ze loopt nu, het kromzwaard nog in de hand, weg van het tentenkamp en stopt het hoofd van Holofernes in de reiszak die open gehouden wordt door haar dienares die kijkt in de richting van de soldaten die rechts liggen te slapen, bang dat ze wakker worden.
Drie soldaten rechtsboven zijn wél wakker, maar twee zitten te poepen, terwijl de derde - met het hoofd van een Moor - staat te piesen.
Een dergelijk detail was vrij ongewoon en zal in Lotto's tijd tot verbaasde blikken hebben geleid.
Het hoofd van Holofernes lijkt nog gewoon zijn roes uit te slapen.
De joodse weduwe draagt een lint om haar hoofd, ten teken dat ze toegewijd is aan God.
De wind waait uit verschillende richtingen, want het banier op de achterste tent en de beide fakkels die links en rechts schuin tegen het hek staan waaien elk in een andere richting.
De stad Betulia links op de achtergrond is door Lotto ontworpen als een stad uit zijn tijd, omgeven door vestingmuren en een christelijke basiliek in het midden die herinnert aan die van Padua.
De muren behoorden bij de stad Bergamo Alto maar zijn in de late 16e eeuw verwoest en vervangen door andere.
Aan de linkerkant zien we het vervolg van het verhaal.
Het leger van Betulia verlaat de stad en verdrijft de Assyrische vijand.
Een soldaat geheel links draagt bovenop zijn lange lans het hoofd van Holofernes.
|