Intocht in Jeruzalem
|
||||||||
Intocht in JerichoPalmzondag (Latijn: Dominica in Palmis), ook wel Palmpasen genoemd, is de laatste zondag van de vastenperiode (de zondag vóór Pasen) en eerste dag van de Goede Week. Op Palmzondag wordt door christenen zowel de intocht van Jezus Christus in Jeruzalem als zijn lijden herdacht.Een iconografische bijzonderheid is, dat de scène van Jezus' eerdere intocht in Jericho en die van de latere intocht in Jeruzalem in elkaar geschoven werden. Jezus ging Jericho in en trok door de stad. Er was daar een man die Zacheüs heette. Deze Zacheüs was hoofdtollenaar, en hij was erg rijk. Hij wilde Jezus zien, om te weten te komen wat voor iemand het was, maar dat lukte hem niet vanwege de menigte, want hij was klein van stuk. Daarom liep hij snel vooruit en klom in een vijgenboom om Jezus te kunnen zien wanneer Hij voorbijkwam. Toen Jezus daarlangs kwam, keek Hij naar boven en zei: ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden, want vandaag moet Ik in uw huis verblijven.’ Zacheüs kwam meteen naar beneden en ontving Jezus vol vreugde bij zich thuis. Allen die dit zagen, zeiden morrend tegen elkaar: ‘Hij is het huis van een zondig mens binnengegaan om onderdak te vinden voor de nacht.’ Maar Zacheüs was gaan staan en zei tegen de Heer: ‘Luister, Heer, de helft van mijn bezittingen zal ik aan de armen geven, en als ik iemand iets heb afgeperst, zal ik het viervoudig vergoeden.’ Jezus antwoordde: ‘Vandaag is dit huis redding ten deel gevallen, want ook deze man is een zoon van Abraham. De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.’Tot in de middeleeuwen handhaafde zich dit schema van de gecombineerde intocht: Jezus op een ezel, begeleidende apostelen, acclamerende en kleden uitspreidende omstaanders, en Zacheüs - of jongetjes die takken naar beneden gooien - in de boom. |
||||||||
ZacheüsDe evangelist Lucas is de enige die in het Tweede Testament het verhaal van de intocht in Jericho en de ontmoeting met Zacheüs heeft opgetekend.Zacheus was een joodse architeloonès, een hoofdpachter van de belastingen, chef van de tollenaars in Jericho en een rijk man. Als collaborateur met de Romeinse bezettende macht moet hij in zijn woonplaats een veracht en gehaat persoon zijn geweest. Legendarische literatuur uit een bepaalde Petrus-traditie, geschreven in de 4e eeuw, maar opgebouwd uit ouder, anti-Paulinisch materiaal uit de 2e eeuw, zegt dat Zacheüs na zijn bekering medewerker van Petrus was en bisschop van Caesarea Philippi is geworden. Volgens de met legenden gevulde heilsgeschiedenis Debborita (Boek der bijen) van Salomon van Bostra van begin 13e eeuw werd hij in Hauran, ten oosten van het Meer van Gennesaret, vermoord. Waarschijnlijk al in de 12e eeuw, zeker vanaf 1427, werd een figuur uit de legenden rond Martialis, apostel van de Berry, een leerling van Jezus en medewerker van Petrus, geïdentificeerd met Zacheüs. Dat was de al even legendarische Amator (Saint Amadour), die met Veronica Martialis zou hebben begeleid naar Aquitanië. Deze zou zich daar als kluizenaar hebben gevestigd in de bergachtige wildernis, vandaar zijn naam rupis amator, 'minnaar van de rots', en zo de stichter van het klooster Rocamadour zijn geworden. Bijgevolg ontstond verder de opvatting dat Zachëus met Veronica was getrouwd en samen met haar in Aquitanië het evangelie hebben gepredikt. In de middeleeuwen genoot Zacheüs met name belangstelling als degene wiens huis door de heilwens die Jezus erover uitsprak, als prototype werd beschouwd van elk christelijk godshuis. De perikoop met zijn verhaal vormt dan ook de voornaamste lezing in de liturgie bij een kerkwijding. Zacheüs heeft een liturgische gedenkdag op 20 augustus of 23 augustus en in de Koptische kerk op 20 april. Het Roomse Martelaarsboek herdenkt (een andere?) Zacheüs op 23 augustus als vierde bisschop van Jeruzalem na Jakobus. |
||||||||
VerwisselingEen probleem in de iconografie van Zacheus-Saint Amadour is de verwisseling met een andere Amator, uit een Catalaanse legende die hem een leerling maakte van de woestijnvader Paulus van Thebe, vriend van de grootste onder de Egyptische ascetische kluizenaars, Antonius-abt.Deze Paulus zou bij de jongen, door zijn ouders via een duivelspact verwekt, de demon uitgedreven hebben. |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |