Paul Verheijen

RAFAËL

Paus Julius II

De verschrikkelijke

In de kerkgeschiedenis zijn er tot op heden drie pausen geweest die als pausnaam Julius hebben gekozen:
  • Julius I (paus van 337-352; feestdag 12 april)
  • Julius II (Giuliano della Rovere; paus van 1503-1513)
  • Julius III (Giovanni Maria Ciocchi del Monte; paus van 1550-1555)
De paus due Rafaël hier heeft geportretteerd is Julius II.
Giorgio Vasari schrijft in zijn Vite over dit portret:
Tanto vivo e verace, che faceva temere il ritratto a vederlo, come se proprio egli fosse il vivo, zo levend en waarachtig dat het portret hun die het zagen vrees inboezemde, als was de paus daar levend aanwezig.

Giuliano della Rovere werd een van de bekendste renaissancepausen. Hij had zijn kerkelijke carrière te danken aan zijn oom, Sixtus IV die Giuliano benoemde tot bisschop en korte tijd later al tot kardinaal van de basiliek San Pietro in Vincoli. Giuliano wilde tot elke prijs het voorbeeld van zijn oom volgen en ook paus worden. Om dat doel te bereiken probeerde hij de andere kardinalen te overtuigen hem te kiezen. Zijn grootste tegenstander was de Spaanse kardinaal Rodrigo de Borja y Borja, beter bekend als Rodrigo Borgia, later als Alexander VI paus van 1492-1503. Door simonie werd Giuliano uiteindelijk eind oktober 1503 tot paus gekozen, als opvolger van Pius III, de opvolger van Alexander, die na slechts vier weken in het ambt was gestorven.

Koos hij zijn pausnaam Julius als eerbetoon aan Julius Caesar of gewoon omdat dit ook leek op zijn wereldlijke roepnaam in het Latijn was? Al voor zijn pontificaat had Giuliano diverse bouwkundige projecten op zich genomen, zoals de verbetering van de vestingwerken in Ostia en Rome. Als paus stelde zich ten doel het onder Alexander VI grotendeels verloren gebied van de Kerkelijke Staat terug te winnen. Ook de heropbouw van de stad Rome kreeg zijn volle aandacht. Hij wordt beschouwd als de oprichter van het Vaticaans museum.

Voor de restauratie en decoratie van de verschillende kerken en paleizen werden opdrachten verleend aan tal van kunstenaars, zoals Pollaiolo, Perugino, Pinturicchio, Il Sodoma en Bramante, waarvan er twee grote naam zouden maken: Michelangelo en Rafaël.
Voor al deze projecten steunde hij op Agostino Chigi, een bevriende bankier uit Siena, die door de paus aangesteld werd als zijn financiële adviseur. Om de macht van de Florentijnse bankiers te breken richtte Chigi diverse financiële instellingen op.
De familienaam Rovere betekent 'eik' en het symbool in het wapen van deze paus is dan ook een (winter)eik.
Hij kreeg de bijnamen 'oorlogspaus' en il Papa Terribile, verwijzend naar zijn opvliegende en autoritair karakter. Als vertegenwoordiger van de pauselijke macht tijdens de hoog-renaissance veroorzaakte Julius’ beleid mede de opkomst van de hervorming.
Met name tijdens zijn pontificaat circuleerden er geruchten dat Julius II er homoseksuele relaties op na zou houden. In het gevolg van de paus bevonden zich verschillende knappe jongemannen, waarmee hij seksuele gemeenschap zou hebben gehad. Concreet bewijs voor deze veronderstelling ontbreekt. Dit geldt ook voor de beschuldiging dat de paus door syfilis aangetaste voeten zou hebben die dan ook niet gekust mochten worden.
Wat er ook van waar moge zijn: de kerk heeft Julius II in elk geval nooit heilig verklaard.

Naderend einde

Van het schilderij zijn meerdere exemplaren bekend wat direct de vraag oproept welke van de hand van Rafaël zijn en welke een kopie. Het schilderij in het Uffizi in Florence met een bruine in plaats van groene achtergrond wordt beschouwd als een tweede hoogwaardige versie. De versie in het Palazzo Pitti aldaar is een kopie door Titiaan en het schilderij in het Städel in Frankfurt am Main is waarschijnlijk een kopie na Rafaëls dood gemaakt door een schilder uit zijn omgeving.

Het schilderij kun je zien binnen de context van de aanzienlijke gezondheidsproblemen en het naderende einde van het leven van Julius II. Rafaël heeft hem zeker niet geschilderd als de papa terribile. We zien hem als ongeveer 70-jarige oude man met baard. Die had hij als gelofte laten staan totdat hij de Fransen uit Italië zou hebben verdreven. Hij zit op sedia camerale, versierd met gouden eikels, in de hoek van een kamer met groene muren. De hoek loopt precies door het midden van het schilderij. Peinzend en nederig kijkend naar beneden, pakt de paus met zijn linkerhand de armleuning vast en met zijn rechterhand een mappula. Gegoede Romeinen bijzonder ten tijde van het keizerrijk gebruikten een gewoon doekje dat dienst deed als onze huidige zakdoek, maar was uit edele stof vervaardigd en met franjes of op een andere manier versierd. Het werd zichtbaar gedragen in de hand, op de linkerarm of rond de hals. Hiermede wuifden ook de consuls als zij het teken gaven voor de spelen. Geleidelijk werd de mappula tot een ereteken van de hoge Roomse geestelijkheid.

Julius is gekleed in een zorgvuldig geplooid wit gewaad met strakke mouwen met knopen en een kardinaalrode mozzetta, een schoudercape, zijn hoofd versierd met een camauro, pausmuts, in dezelfde kleur; beide kledingstukken zijn gevoerd met witte hermelijn, zichtbaar in de zomen in vrijwel in dezelfde als de pauselijke baard.
De zes ringen die hij om zijn vingers draagt hebben net als het schilderij in zijn geheel de primaire kleuren rood, wit en groen. Ze steen ook symbool voor de drie deugden geloof, hoop en liefde.

De kamer en het raam worden weerspiegeld in de eikelknoppen van de fauteuil. In artistiek opzicht zijn opvallend het gezicht en de handen, de kleuren rood en groen, de weergave van het goud van de eikels en de textielkwastjes daaronder. De hermelijnharen die uit twee van de vijf knoopsgaten van de rode mozzetta steken, zorgen voor een grappig detail.

Linksonder is later het cijfer 118 geschilderd als inventarisnummer van de Borghese-collectie.
Raffaello Sanzio (1483-1520)
Ritratto di Giulio II (1512-13)
Olieverf op paneel, 108 x 81 cm
Londen - National Gallery
2016 Paul Verheijen / Nijmegen