Populair themaDe meeste van dit type schilderijen met taferelen van eenvoudig, familiair comfort werden pas in de loop van de 19e eeuw herkend als afbeeldingen van de Heilige Familie. Het eigentijdse karakter moedigde mensen aan zich te identiferen met de Heilige Familie. Door de toenemende devotie werd dit thema ook populair in de schilderkunst. Rembrandt heeft (of leerlingen uit zijn werkplaats hebben) de Heilige Familie veelvuldig in tekeningen en prenten verkend en geschilderd. Hij heeft geprobeerd een reeds lang bestaande Italiaanse heilige-familie-traditie om te zetten in zijn eigen taal: zijn Maria zit goed in het vlees. Net als zijn Italiaanse voorgangers concentreert Rembrandt zich op de relatie moeder en kind.Hieronder vijf voorbeelden. |
Versie ±1634![]()
Rembrandt Harmanszoon van Rijn (1606-1669)
De Heilige Familie in de timmermanswerkplaats Olieverf op doek, 183 x 123 cm München - Alte Pinakothek Opvallend op deze versie zijn de enorme afmetingen; het bijna twee meter hoge, vooral verticaal georiënteerde, werk lijkt op een altaarstuk voor een katholieke kerk of kapel, zelfs nu het links en rechts is bijgesneden. Maar het schijnt dat het noch voor zo'n plaats is gemaakt, noch voor een katholieke opdrachtgever. Voorstellingen van de heilige familie in een huiselijk interieur kregen meestal een vrij klein formaat, dat paste binnen de intimiteit van het onderwerp. Vaak waren ze bestemd voor privé-devotie. De baby Jezus is na de voeding in slaap gevallen. Maria, met haar borst nog boven het met melk besmeurde mondje, houdt haar kind vertederd vast. Rembrandt staat hier in de traditie van Maria Lactans afbeeldingen. Jozef heeft zijn dagtaak af en zijn gereedschap aan de wand gehangen - waarmee Rembrandt de sfeer van de timmermanswerkplaats oproept - en buigt zich met peinzende blik over deze huiselijke moederlijkheid. Ofschoon de signatuur en datering problematisch en onvolledig zijn, wordt het schilderij algemeen op 1634 gedateerd, waarmee het een van de eerste, zo niet het eerste grote historiestuk met bijna levensgrote figuren is, waaraan Rembrandt zich gewaagd heeft. Al in Leiden koesterde Rembrandt het verlangen als historieschilder grote thema's uit bijbel en klassieke oudheid aan te pakken die hij toen uitvoerde in de kleinschalige formaten die hij kende van zijn leermeester Pieter Lastman. Onderzoek heeft uitgewezen dat Maria en Kind oorspronkelijk centraler in de compositie waren afgebeeld, omdat links vermoedelijk ontbreekt het vuur waaraan Maria de baby warmt. Er is namelijk een mild schijnsel dan vanaf links kind, borsten van Maria, hoofd van Jozef en wiegje verlicht. ![]() Mogelijk is het schilderij gekocht door het gereformeerde echtpaar Marten Soolmans en Oopjen Coppit, die Rembrandt in 1634 portretteerde. Een boedelbeschrijving wijst erop dat dit schilderij in de salon van hun huis in Amsterdam hing. Het is bekend dat personen die een portret van zich lieten maken door Rembrandt, ook thematische schilderijen van hem kochten. Dat is met dit schilderij misschien ook gebeurd. In Amsterdam kwam Rembrandt tegemoet aan de vraag naar levensgrote dubbelportretten 'ten voeten uit'. Misschien was dit de aanleiding om ook historiestukken groter te gaan schilderen. De compositie van deze heilige familie is vergelijkbaar met die van een dubbelportret, waarin de nauwe band van het echtpaar moet worden uitgedrukt, zoals bijvoorbeeld van de scheepsbouwer Jan Rijksen en zijn vrouw Griet Jans (zie afbeelding) uit 1633 dat nu in bezit is van koningin Elisabeth. |
Versie 1640![]()
Rembrandt Harmanszoon van Rijn (1606-1669) of werkplaats (Ferdinand Bol?)
De Heilige Familie met Anna Olieverf op paneel, 41 x 34 cm Parijs - Louvre Museum Het Louvre noemde dit schilderijtje ooit liefkozend Le Ménage du menuisier, het huishouden van de timmerman. Zonlicht door het open raam zet een alledaags tafereel in gouden gloed. Terwijl Jozef in de weer is met zijn gereedschap, kijkt oma Anna mee als moeder Maria haar kind de borst geeft. In de bruingele schemering – het schilderij is sterk verkleurd door het vernis – valt niet alleen een poes op een stoel te ontdekken, maar ook een bedstee en een koperen ketel in de vuurplaats. Het licht mag dan hemels zijn, Rembrandts heiligen zijn echte mensen. Het is alsof je niet bij de Heilige Familie, maar bij Rembrandt zelf thuis op bezoek komt. |
Versie 1642-48![]()
Rembrandt Harmanszoon van Rijn (1606-1669) of omgeving
De Heilige Familie bij avond Olieverf op paneel, 67 x 78 cm Amsterdam - Rijksmuseum Deze versie toont een in clair-obscur weergegeven intieme scène met de lezende Maria en haar moeder Anna, die terwijl zij het kindje wiegt, zelf in slaap is gesukkeld. Ook hier zien we gewone mensen in een huisje. Komen realisme en humor in plaats van genade en grootsheid? Wat moet Jozef daar bijvoorbeeld, nauwelijks zichtbaar, onder de trap? Is dit een subtiele verwijzing naar het feit dat hij niet de biologische vader is van het kind? |
Versie 1645![]()
Rembrandt Harmanszoon van Rijn (1606-1669)
De Heilige Familie met engelen Olieverf op doek, 117 x 91 cm Sint Petersburg - Hermitage Op de voorgrond ligt Jezus te slapen in een wiegje. Naast hem zit zijn moeder die, kennelijk verdiept in de bijbel, zich even naar het wiegje neigt. Op de achtergrond is Jozef te zien die in zijn timmermanswerkplaats bezig is een juk te vervaardigen. Dat juk verwijst zowel naar Jesaja als naar Matteüs: Het juk dat op hen drukte, de stok op hun schouder, de zweep van de drijver, u hebt ze verbrijzeld, zoals Midjan destijds.Op het eerste gezicht maakt het schilderij de indruk van een gewone huiselijke scène. Dat het hier om de Heilige Familie gaat wordt duidelijk door de engelen die linksboven in het schilderij verschijnen. De voorste engel is, met zijn uitgespreide armen, wel geduid als een voorafbeelding van de Kruisiging. |
Versie 1646![]()
Rembrandt Harmanszoon van Rijn (1606-1669)
De Heilige Familie met gordijn Olieverf op paneel, 47 x 69 cm Kassel - Gemäldegalerie alte Meister Een bescheiden, schemerig interieur vormt het decor voor een huiselijk familietafereel: links op de voorgrond zit een moeder voor een bed, met haar peuter stevig op schoot, wiens wieg ernaast op de grond staat. Ze kijkt naar de schamele open haard in het midden van de kamer, waarnaast een kat hurkt en een aardewerken kom staat. Verder naar rechts opent het zicht naar buiten, waar de vader van het gezin hout hakt. Het tafereel zelf wordt omlijst door een geschilderde lijst. Daarvoor hangt een rood gordijn dat diende ter bescherming tegen stof en zonlicht, eveneens geschilderd, dat het rechter derde deel van de kamer bedekt. Al in de klassieke oudheid werd gezichtsbedrog beschouwd als hét bewijs van het meesterschap van een schilder, het talent om een perfecte illusie te creëren. De Romeinse schrijver Plinius schreef al over Zeuxis en Parrhasius, twee Griekse schilders uit circa 425 VGJ, die hun kundigheid daarin wilden laten zien. De eerste schilderde druiven die zo echt leken dat vogels erop afkwamen. De ander schilderde een gordijn voor een schilderij zo levensecht, dat Zeuxis hem vroeg het opzij te schuiven om het schilderij beter te kunnen zien. Met de Italiaanse renaissance keerde gezichtsbedrog terug in de kunsten. Net zoals in Pompeii de wanden van villa's werden gedecoreerd met valse vergezichten, kregen plafonds van palazzo's illusionistische doorkijkjes tot in de hemel. De fascinatie voor gezichtsbedrog bereikte ook Rembrandt en zijn atelier. Rembrandt zal vermoedelijk bij dit schilderij wel aan het verhaal van Zeuxis en Parrhasius hebben gedacht. Rembrandts leerling Samuel van Hoogstraten wist het gezichtsbedrog tot in de perfectie weer te geven. |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |