BeeldenstormPeter Paul Rubens heeft verschillende altaarstukken met daarop de hemelvaart van Maria geschilderd. Telkens voerde hij voor deze schilderijen verscheidene voorstudies uit. Het lag voor de hand dat het onderwerp voor het hoogaltaar van de OLV Kathedraal in Antwerpen de patrones van de kathedraal moest uitbeelden. Het oorspronkelijk drieluik was van Frans Floris (1519/20-1570), maar dit overleefde de beeldenstorm van 1566 niet. Tijdelijk werd daarna een 'Kerstnacht' van diezelfde Frans Floris aangebracht. Intussen streefde het kerkbestuur ernaar een definitief nieuw altaarstuk met de hemelvaart van Maria als onderwerp te laten vervaardigen.In 1611 werden twee schilders, Otto van Veen (1556-1629) en Rubens, gevraagd hiervoor ontwerpen voor te leggen. Het ontwerp van Van Veen is (nog) niet opgedoken, maar van Rubens is het dissegno colorito* wel bewaard gebleven (1). Om allerlei redenen heeft Rubens het definitieve altaarstuk (3) echter pas zo'n 15 jaar later uitgevoerd. Daarvoor had hij een tweede gewijzigde modello* voorgelegd (2). Het altaarstuk is in te delen in een hemelse en aardse zone. In de hemelse zone stijgt Maria met wapperende haren en gewaden en omgeven en gedragen door vier zwevende engelen en jubelende putti - als door een erewacht omgeven - vederlicht uit haar graf omhoog. Haar ogen zijn verwachtingsvol hemelwaarts gericht. Een Koninginnekrans van rozen wordt haar reeds door twee engelen aan haar rechterzijde aangeboden. In de aardse zone kijken enkele van de twaalf apostelen en van drie vrouwen, die volgens de legende bij Maria's dood aanwezig waren, verrukt omhoog naar die wonderbaarlijke tenhemelopneming. Andere staren verbaasd naar een wit gewaad of kijken in de lege tombe waarin zij mogelijk bloemen zien liggen. Volgens dezelfde legende vond men in het graf van Maria namelijk bloemen in plaats van haar lichaam. Twee apostelen links en rechts heffen hun armen ten hemel naar Maria. De baardloze apostel zal, gezien dit feminiene uiterlijk en de speciale band die Maria had met hem had, Johannes voorstellen. De merkwaardige compositie zit vol uitbundig leven en zwierige beweging. De geheven handen verbinden de groep van de apostelen en leerlingen bij het graf met die van de hemelopvarende Maria en de engelen. Licht en kleur triomferen mee, rijk, bont en helder, met daarover de weerschijn van goud en zilver. Het thema sloot goed aan bij de Contrareformatie die grote aandacht besteedde aan de Mariadevotie. * De term dissegno colorito gebruikte Rubens zelf soms voor tot in detail uitgewerkte voorbereidende schilderijen; andere termen hiervoor zijn cartone en bozza; hedendaagse publicaties gebruiken soms de term modello, die feitelijk alleen gebruikt werd voor een driedimensionaal model dat wij nu maquette noemen. |
Modello'sDe eerste modello (1) toont in de hemelse zone de aankomst van Maria terwijl Christus haar een rozenkroon boven het hoofd houdt.In de aardse zone zien we hoe, nadat de steen van het rotsgraf werd weggewenteld, de apostelen en de heilige vrouwen verbaasd het lege graf en de bloemen erbij ontdekken. Rechts verheft een apostel met baard (Johannes?) zijn handen naar Maria ten hemel. Op de tweede modello (2) zweeft Maria in de hemelse zone omgeven door engelen. In de aardse zone is de grafgrot geheel naar rechts opgeschoven en de handen opheffende Johannes aan de linkerzijde neergezet. Zijn feminiene uiterlijk maakt hem duidelijker tot Johannes dan op de eerste modello. Merk op dat op het definitieve altaarstuk aan beide zijden een apostel zijn handen omhoog heft. In 1614 ontwierp Rubens ook nog de schets Maria Hemelvaart voor het Breviarium Romanum |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |