Uitbundig feestJan Steen heeft het verhaal van het gouden kalf uit het bijbelboek Exodus aangegrepen om een menigte uitbundig feestvierende figuren weer te geven in een landschap.Op de voorgrond zitten de feestvierders bij elkaar op de grond te drinken. Er wordt gemusiceerd en in het midden kijkt een jong paar elkaar diep in de ogen. De man steekt zijn stokje door zijn triangel als een expliciete verwijzing naar wat hij op het oog heeft. In een veilingcatalogus uit 1776 werd de man omschreven als Jan Steen zelf en de vrouw in de glanzend witsatijnen jurk als Margarita van Goyen, syne huysvrouwe. De zondigheid van het gezelschap onderstreept Jan Steen, zo lijkt het, met genoegen. Een oude koppelaarster biedt rechts een klein meisje met haar armen vol bloemen een munt aan en probeert zo haar onschuld te kopen. Daarachter zien we een grote kookpot boven een vuurtje waaruit een vrouw eten opschept. Het gouden kalf staat op de achtergrond op een hoge zuil en eromheen wordt een rondedans uitgevoerd terwijl Aäron met een wierookkvat zwaait boven de dansers. Vanaf een tentenkamp linksachter stroomt meer volk toe, maar deze achtergrond is summier, wat schetsmatig en sommige figuren zelfs onvoltooid geschilderd. Het gaat Steen vooral om de details op de voorgrond. De exotisch-militaire uitdossing van de trommelaar die we links op de rug zien, springt in het oog, net als het stilleven rechtsvoor met onder meer een zilveren kan en schaal, een opengesneden meloen, een kalebas (met daarop Steens signatuur) en een panfluit. Het oosters tapijt waarop de trommelaar stapt heeft Steen in talloze werken afgebeeld om zijn talent voor stofuitdrukking te etaleren. Een kleine jongen is in een boom geklommen, een donkere man zwaait met en tamboerijn en een man met een tulband biedt een jonge vrouw een kostbare nautilusschelp aan. Na een restauratie waarbij een overschildering werd verwijderd, kwam Mozes met opgeheven armen tevoorschijn helemaal rechts boven op de hoge rotsberg. Het commentaar op het tafereel wordt geleverd door de jongen links met een papegaai op zijn hand die ons toeschouwer aankijkt. Mogelijk verwijst de papegaai, de 'naprater', naar het kritiekloze imitatiegedrag van de zondige mens. |
VoorbeeldDit schilderij toont opvallende overeenkomsten met een drieluik van Lucas van Leyden uit circa 1530.Steen zal dit werk van zijn Leidse voorganger in Amsterdam hebben gezien. De moeder met de brede tulband linksachter de koppelaarster lijkt zelfs een direct citaat te zijn. Het grote formaat van Steens schilderij doet vermoeden dat het voor een opdrachtgever is gemaakt. Misschien wel een Leidse verzamelaar die het bestelde als eerbetoon aan Lucas van Leyden? |
Jan Steen (1626-1679)
De aanbidding van het gouden kalf (1674-77) Olieverf op doek, 178 x 156 cm Raleigh - North Carolina Museum of Art |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |