Jonge nonTheresia Martin (van Lisieux, of 'de kleine heilige Theresia') is de naam waaronder een jonge karmelietes uit het laatste kwart van de 19e eeuw bij het katholieke volk in deze eeuw bekend en vereerd is. Theresia werd in 1873 te Alençon (Orne) als jongste dochter van de vrome horlogier Louis Martin geboren. In 1887 reisde zij met haar vader naar Rome om van Leo XIII persoonlijk verlof te krijgen om als 15-jarige het voorbeeld van haar drie oudere zussen na te volgen en non te worden bij de ongeschoeide, strenge tak van de karmelietessen te Lisieux (Calvados). Haar leeftijd was ver onder de geldende leeftijdsgrens. Na haar noviciaat legde zij in 1893 de kloostergeloften af, nam de naam Therese de l'Enfant Jesus et de la Sainte Face aan en werd belast met zorg voor jonge novicen. Ziekte verhinderde in haar vertrek naar een klooster in China. In 1897 stierf zij aan tuberculose. In opdracht van haar oversten heeft Theresia haar autobiografie L'histoire d'une âme (1895-96; eerste editie 1898) geschreven. Daarnaast bleven brieven, gedichten, gebeden en aantekeningen in schoolschriften van haar bewaard. Genevieve de la Sainte Face gaf in 1952 persoonlijke herinneringen aan de heilige uit.Zij wordt 'De Kleine Theresia" genoemd om haar te onderscheiden van 'De Grote Theresia", namelijk Theresia van Avila. |
BekendheidBinnen enkele jaren was Theresia bekend onder katholieken in Frankrijk en daarbuiten: een jong gestorven, naar haar portretten te oordelen knappe vrouw, die als jong meisje op een winteravond toen zij midden in het sterrebeeld Orion een T ontdekte, haar vader toegeroepen had: 'Mon nom est ecrit au ciel!' en voor haar dood beloofd had 'een regen van rozen over de wereld te laten neerdalen'. Vooral was zij nederig geweest en gehoorzaam, zichzelf wegcijferend, een voorbeeld bij uitstek. Haar persoon en de verhalen over haar leven werden graag aangewend om een restauratief en vooral risicoloos katholicisme te consolideren. De editie van de autobiografie, haar wonderen en gebedsverhoringen, haar zalig- en heiligverklaring in 1923 en 1925 en de talloze pelgrimages naar haar graf in de in 1926 gebouwde basiliek te Lisieux waren zeker oorzaken van de populariteit van 'Treesje', zoals zij werd genoemd. De ware reden van haar uitbundige verering door vromen in de eerste helft van deze eeuw — opgewekt door een propagandistische prediking — was de ontdekking door deze vrouw dat christelijk leven geen extreme heldhaftigheid eiste, maar bereikbaar was in de vervulling van de kleine taken van alledag. Dat paste uitstekend bij het een oud adagium magis admirandum quam immitandum, eerder te bewonderen dan na te volgen.Velen gingen de ogen open, toen in 1956 Père François de Sainte-Marie het facsimile van Thereses authentieke autobiografie publiceerde. De tekst van de editie van 1898, bezorgd door haar zus Mère Agnes, bleek sterk geretoucheerd en naar de smaak van de tijd aangevuld. In 1927 werd Theresia uitgeroepen tot patrones van de katholieke missie en in 1944 tot tweede patrones van Frankrijk. Haar feestdag was 3 oktober, maar werd na de kalenderhervorming vervroegd naar 1 oktober. |
Enrico PranziniHenri Pranzini (1856-1887) was een Franse avonturier, veroordeeld voor een gemene drievoudige moord, gepleegd op 17 maart 1887 in Parijs, waardoor hij tot de guillotine werd veroordeeld. De affaire hield de meest gelezen Franse media van die tijd ruim een maand bezig en wekte ook de interesse van Thérèse die, voordat ze bij de karmelitessen intrad, zichzelf uitdaagde om de bekering van Pranzini door middel van gebed te verkrijgen vóór zijn executie. |
Hedendaagse icoon |
Icoon
Scènes uit het leven van Theresia van Lisieux (2005?) Lisieux - Basilique Sainte-Thérèse de Lisieux. |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |