Paul Verheijen

CARAVAGGIO

Verloochening door Petrus

Belichtingseffect

Vanaf het begin van de zeventiende eeuw werd de verloochening door Petrus een geliefd thema in de schilderkunst. Het was een uitgelezen kans om iets wat volgens de evangeliën 's nachts had plaatsgevonden, met belichtingseffecten te ensceneren. Caravaggio brengt de gemoedsaandoeningen van de aanklaagster en van de beschuldigde Petrus expressief in beeld.

Hij heeft het bijbelse verhaal ingedikt om de opeenvolging van de gebeurtenissen aan te geven. Hij beeldt drie figuren af: Petrus, een dienstmeid en een gehelmde soldaat. Ze zijn geschilderd in halfformaat en grotendeels in schaduw gehuld, spaarzaam flikkerend verlicht. De bleke gloed van een vuur en rondvliegende vonken worden met slechts enkele penseelstreken op de achtergrond aangegeven. Het dienstmeisje wijst met beide handen naar Petrus en draait zich tegelijkertijd naar de bewaker die voor haar staat. Petrus heeft beide handen voor zijn borst gevouwen en lijkt met het wijzende gebaar van zijn vingers de vraag van de vrouw op zichzelf te betrekken.
Het schilderij heeft daarbij niet alleen als thema dat Petrus wordt uitgedaagd of hij een van de volgelingen van Christus is, maar vooral het acute gevaar waarin hij zich zou bevinden als hij zou toegeven dat hij dat is. De uitdrukking van de bewaker en het gebaar van zijn opgeheven rechterhand suggereren dat hij, opgeschrikt door de vraag van het dienstmeisje, op het punt stond Petrus te identificeren. Alleen door zijn drievoudige ontkenning kon Petrus arrestatie voorkomen. De aanwezigheid van knechten en gerechtsdienaars wordt alleen in het Johannesevangelie vermeld. Caravaggio maakt hun aanwezigheid des te dreigender door het feit dat de knecht bijna volledig in duisternis gehuld is en zijn reactie alleen voelbaar is.
De verloochening van Petrus biedt een voorbeeldige illustratie van menselijke zwakheid en geloofsbeproevingen. Het hele drama wordt weerspiegeld in het wanhopige gezicht van Petrus, die, nadat hij Christus voor de derde keer heeft verloochend, zich diens voorspelling herinnert en wordt getroffen door het besef dat hij niet bestand is tegen deze geloofsbeproevingen. Het gebaar van zijn handen zou hier evengoed gelezen kunnen worden als nederige zelfbeschuldiging. Caravaggio heeft Petrus in zijn al te menselijke zwakheid met zeldzame kracht neergezet en juist daarom als model van het christelijk geloof. Hij heeft vier aspecten van het verhaal vakkundig in het verhaal verweven: de vraag van het dienstmeisje, Petrus' ontkennende antwoord, de arrestatiedreiging en Petrus' erkenning van zijn eigen tekortkoming. Caravaggio heeft zijn de middelen van zijn schilderkunst drastisch teruggebracht, maar tegelijkertijd de zeggingskracht vergroot. Het dienstmeisje en de bewaker zijn met slechts enkele accenten in het donker neergezet om te schitteren, en Petrus' expressieve handen en diep gegroefde gelaat zijn geschilderd met brede, krachtige penseelstreken die bijna sculpturaal zijn.

Dat brede penseelwerk kan ook een andere verklaring hebben. In oktober 1609 werd Caravaggio aangevallen in een herberg. Het zou kunnen zijn dat hij nooit volledig hersteld is van die aanval. Dat zou dan te zien zijn door breed penseelwerk en een volgens Caravaggio-kenners mindere kwaliteit van het werk.

Vele navolgers

Met dit thema konden de caravaggisten goed demonstreren dat ook zij geen moeite hadden met het creëren van chiaroscuro in hun werk.
Hét grote verschil met hun voorbeeld was dat zij een lichtbron schilderden binnen het schilderij.
Het kaarslicht dat op van nabij getoonde personen valt, kun je beschouwen als een creatieve vernieuwing.

Gerard van Honthorst schilderde dit onderwerp minstens drie keer.
Wat opvalt is het verschillend aantal bijfiguren.

De uit Antwerpen afkomstige Gerard Seghers vertolkte de verloochening voor zover bekend tweemaal.
Michelangelo Merisi da Caravaggio (1571-1610)
Negazione di San Pietro (1609-10)
Olieverf op doek, 94 x 125 cm
New York - MET

Gerard van Honthorst (1592-1656)
Verloochening van Petrus
afbeelding links:
- Olieverf op doek, 150 x 197 cm (1616-17)
Rennes, Musée des Beaux-Arts
afbeelding midden:
- Olieverf op doek, 137 x 244 cm (circa 1618)
Particuliere collectie
afbeelding rechts:
- Olieverf op doek, 110,5 x 144,8 (1622-24)
Minneapolis - Institute of Art

Gerard Seghers (1591-1651)
Verloochening van Petrus
afbeelding links:
- Olieverf op paneel, 122,5 x 160,5 (1620-24)
Sint-Petersburg - Hermitage
afbeelding rechts:
- Olieverf op doek, 157,5 x 227,3 cm (1620-25)
Raleigh - North Carolina Museum of Art
2016 Paul Verheijen / Nijmegen