Paul Verheijen

PONTORMO

Quintinus

Ongeschonden stoffelijk overschot

Het Roomse Martelaarsboek herdenkt Quirinus, een heilige over wie meer legendarische dan historische feiten bekend zijn, op 31 oktober als volgt:
Te Vermaud in Frankrijk de heilige Quinctinus, een Romeins burger uit de senatorenstand, die onder keizer Maximianus de marteldood onderging. Zijn lichaam werd 55 jaar later op veropenbaring van een engel onbedorven teruggevonden.
In de Legenda Aurea is zijn hagiografie opgenomen in hoofdstuk 156.





Quintinus, van aanzienlijke geboorte en Romeins burger, die naar de stad Amiens kwam en er vele wonderen verrichtte, werd op bevel van Maximianus door de prefect van de stad gearresteerd, gegeseld tot de beulen erbij neervielen en gevangengezet. Maar bevrijd door een engel ging hij naar het midden van de stad en predikte daar voor het volk. Daarom werd hij opnieuw gegrepen en op het folterpaard uitgerekt tot zijn aderen scheurden, hij werd met bullenpezen zeer hard geslagen en kreeg kokende olie, pek en vet over zich heen, En toen hij de rechter uitlachte, liet deze woedend kalk, azijn en mosterd in zijn mond gieten. Maar omdat hij nog steeds onverzettelijk bleef, werd hij naar Vermand gebracht. De rechter liet twee pinnen in zijn lichaam drijven, van zijn hoofd tot aan zijn benen, en nog eens tien spijkers tussen de nagels en het vlees. Ten slotte liet hij hem onthoofden. Zijn lichaam werd in de rivier gegooid en nadat het vijfenvijftig jaar verborgen was gebleven, werd het als volgt door een voorname Romeinse vrouw teruggevonden. Eens, terwijl zij voortdurend aan het bidden was, werd zij ’s nachts gewaarschuwd door een engel, die haar opdroeg met spoed naar de vesting Vermand te gaan om op die en die plaats het lichaam van sint Quintinus te zoeken en het een waardige begrafenis te geven. Toen zij met een groot gevolg op de genoemde plaats was aangekomen en daar een gebed stortte, kwam het lichaam van sint Quintinus dadelijk boven water, ongeschonden en heerlijk geurend, Zij begroef het en als dank voor deze begrafenis kreeg zij het licht in haar ogen terug. Ze liet daar een kerk bouwen en begaf zich weer naar huis.
Iemand legde een vals getuigenis af inzake de bezittingen van sint Quintinus; hij wilde zich een bos toe-eigenen dat tot diens kerk behoorde. Sint Quintinus las hem in een droom de les, greep hem bij zijn neus en noemde hem een bedrieger. Toen de man de volgende ochtend na het opstaan zijn handen waste, vertelde hij zijn vrouw wat hij in zijn droom gezien had en toen hij bij het punt kwam dat de martelaar zijn neus vastpakte, viel zijn neus in het wasbekken waar hij overheen gebogen stond. En hij bleef helemaal misvormd en verminkt. Hij liet een gouden neus maken en zorgde zo dat hij er een beetje beter uitzag. Maar de heilige verscheen hem en zei: ‘Heb ik je niet je natuurlijke neus afgepakt om iedereen te laten zien dat je een bedrieger bent? Sta op, gooi die opgezette neus weg en vertoon je aan iedereen als een bedrieger.’ Dat deed hij. En de gouden neus werd lange tijd in de genoemde kerk als een bewijsstuk van deze gebeurtenis bewaard.
Toen het lichaam van de heilige Quintinus uit de vloer van de kerk werd gelicht en op een meer eervolle plaats begraven, verspreidde het zoveel geur en licht dat de aanwezigen het nauwelijks konden verdragen. En toen het middernacht was, overstroomde een zo helder schijnsel een groot deel van de provincie dat de mensen uit hun bed kwamen en zich, in de waan dat het klaarlichte dag was, naar hun bezigheden haastten.
Legenda Aurea 156,1-20)


Volgens andere legendes zou Quintinus samen met andere heiligen als Crispinus en Crispinianus naar Gallië zijn gevlucht.
En de vinding van Quintinus' lichaam zou geopenbaard zijn aan een Romeinse dame met de naam Eugenia.
Uit angst voor invallende Noormannen zijn de relieken overgebracht naar Laon waar ze in 1793 grotendeels zijn verbrand.

Spijkers

Op het hier afgebeelde paneel beeldt Pontormo de martelaar uit, vastgebonden met polsen en enkels op een soort folterstellage. Een reuzenspijker steekt van achter door zijn borst.
Al zijn vingers zijn elk met een spijker vastgeklonken op het hout van de stellage.

Quintinus werd patroon van artsen, kapelaans, lastdragers en slotenmakers en aangeroepen bij kinkhoest, koorts, waterzucht en bij drachtige merries.
Pontormo (Jacopo Carucci) (1494-1556/7)
S.Quintinus (1517-18)
Sansepolcro - Museo Civico
2016 Paul Verheijen / Nijmegen