Paul Verheijen

BARTOLOMÄUS ZEITBLOM

Kilchberger altaar


Kasteel Kilchberg

Kilchberg in Tübingen is een kasteelcomplex dat voor het eerst wordt genoemd in een document uit 1261.
Het kasteel was eigendom van een keizerlijke ridderdynastie met dezelfde naam.
Tot 1438 was het kasteel eigendom van de Leschers, wier wapen vandaag de dag nog steeds het wapen van Kilchberg is.
De Lescher werden vervangen door de ridders van Ehingen.
Het hier afgebeelde altaarretabel was bestemd voor dit paleis.
De opdrachtgever, ridder Hans Georg von Ehingen (1428-1508), liet zichzelf afbeelden op het linkerpaneel.
In gesloten toestand van het altaar is hij de heilige Florianus van Lorch (zie onder).
In open toestand zien we hem als Sint-Joris.

De rechtervleugel laat geopend Johannes de Doper zien en in gesloten toestand een afbeelding van Margaretha van Antiochië.
De keuze voor Sint-Joris en Johannes ligt voor de hand want het zijn de beide naamsheiligen van de opdrachtgever.

Het middenpaneel bevat een beeldengroep - met een kroning van de Maagd Maria door God de Vader en haar Zoon - afkomstig uit het atelier van Niklaus Weckmann.

De predella (hier niet afgebeeld) is vrijwel geheel verloren gegaan, maar bevat naast de handtekening van de kunstenaar nog resten van een datum.

Florianus van Lorch

Het Roomse Martelaarsboek herdenkt de vooral in Oostenrijk en Beieren bekende Florianus op 4 mei met deze woorden:
Te Lorch in Oostenrijk de heilige martelaar Florianus, die onder keizer Diocletianus, op bevel van de landvoogd Aquilinus met een steen om de hals in de rivier de Enns geworpen is.
De hier vermelde executie van Florianus van Lorch, geboortig uit een Romeinse familie van militairen, was het gevolg van het feit dat hij te Lauriacum (Lorch) in 304 het lot wilde delen van een veertigtal christenen, die gevangen genomen waren.
De legende vertelt dat daarom gevangen werd genomen en tevergeefs werd aangespoord de Romeinse goden te aanbidden.
Nadat hij gegeseld was wilde niemand Florianus in de rivier gooien, omdat hij door velen werd gerespecteerd en geliefd was.
Daarom probeerde men hem over te halen zelf maar in het water te springen.
Een plotseling verschijnende jongeman duwde hem echter onverwacht in het water.
Als goddelijke straf werd hij daarom blind.
Een weduwe genaamd Valeria werd in een droom door Florianus gewaarschuwd en bekommerde zich om zijn lichaam.
Ze bracht het op een wagen met moeizaam trekkende ossen, die bij een wonderbaarlijk ontspringende bron hun dorst konden lessen, in veiligheid.
Florianus' Vita werd in de 7e eeuw geschreven door een Merovingische auteur, die zich kon beroepen op een betrouwbare traditie.
Middeleeuwse interpretatie van de gegevens maakten van hem een militaire oppperbevelhebber, hetgeen de iconografie beïnvloedde.
Hem werd, vanwege zijn dood in het water, om bescherming gevraagd bij overstromingen, storm, brand en droogte.
Een attribuut, een tonnetje waarmee hij met water brand blust, maakte hem - naast die van de brandweerlieden - tot patroon van de kuipers en de bierbrouwers.
Andere attributen zijn een zwaard, schild, lans, kruis, molensteen of palmtak.
In de 9e eeuw is er een klooster van augustijner monniken bij zijn graf aanwijsbaar.
Het draagt nog steeds de naam Sankt-Florian en in de crypte van de kerk wordt de molensteen van de executie bewaard.
Overigens worden er ook in Krakow relieken van hem bewaard.
Vanaf de 18e eeuw wordt hij meestal afgebeeld als een Romeinse soldaat.
Floriaans liturgische feestdag is op 4 mei.

Kilchberger altaar (±1490)
Verschillende media, tempera en olieverf op zilverspar-panelen, 147 x 71 cm

Bartolomäus Zeitblom (±1450-±1519)
Heilige Florianus van Noricum, zijpanelen

Niklaus Weckmann (actief van circa 1481–1526>
Kroning van Maria (middenpaneel)

Stuttgart - Staatsgalerie
2016 Paul Verheijen / Nijmegen