WandtapijtIn 1886 gaf de rector van het Exeter College in Oxford opdracht voor een wandtapijt ten behoeve van de kapel van het college. De rector benaderde William Morris en Edward Burne-Jones, beiden oud-studenten van Exeter, en stelde het onderwerp voor het wandtapijt voor.De algehele compositie en de figuren werd ontworpen door Edward Burne-Jones, die in 1887 een modello of ontwerp in waterverf en dekverf voltooide, gehoogd met goud. Grote kartons voor de wandtapijtwevers werden gemaakt van vier fotografisch vergrote panelen van Burne-Jones' aquarel. In een brief van 7 september 1886 had Morris voorgesteld dat de kleurstelling van het wandtapijt zowel harmonieus als krachtig moest zijn, zodat het niet zou worden overweldigd door het schitterend gekleurde glas-in-lood van de kapel. Morris en zijn assitent Henry Dearle kozen een levendig kleurenschema en voegden achtergrond- en voorgronddetails toe, waaronder de bloeiende planten die kenmerkend zijn voor Dearles wandtapijtwerk. Al met al duurde het vier jaar om het wandtapijt te realiseren, inclusief twee jaar werk door drie wevers bij Morris's Merton Abbey Mills. Het wandtapijt werd in februari 1890 voltooid en tentoongesteld in de showroom van Morris & Co. in Oxford Street in Londen tijdens diezelfde Pasen, voordat het aan Exeter College werd gepresenteerd. Het werd het populairste wandtapijt van Morris & Co. voor zowel kerkelijke als huiselijke gelegenheden. Er werden tien versies geweven, elk met een ander randontwerp. In 1887 herzag Burne-Jones zijn wandtapijtontwerp als een schilderij op ware grootte. Het kleurenpalet met zijn rijke blauwgroen verschilt enorm van zowel het originele aquarelmodel als het Morris-wandtapijt, en het grote formaat stelde hem in staat om een schat aan fijne details toe te voegen die niet mogelijk waren in de wandtapijtversie, vooral in de kleding. Ondanks dat Edward Burne Jones zijn eigen stijl kiest van koningen in Middeleeuwse gewaden in een bosrijke omgeving, houdt hij zich grotendeels aan de in de christelijke iconografie gebruikelijk conventies rond uitbeeldingen van de Driekoningen. |
InspiratieEdward Burne-Jones was een kunstenaar die werkte in de stijl van de pre-rafaëlieten, goed te zien in het gezicht van Maria, die dezelfde versimpelde vorm en kleur heeft als vroeg-Italiaanse kunst. Hij heeft zich bij het schilderen ook laten inspireren door Vlaamse meesters uit de 15e eeuw, te zien in de wijze waarop de gewaden van de koningen zijn geschilderd.De kroon die voor de voorste koning op de grond ligt, lijkt sterk op de kroon van Maria die Van Eyck schilderde op het Lam Gods. Bijzonder is dat een engel een ster in de handen heeft. De ster lijkt hier symbool te staan voor het goddelijke. In de bijbel staat hoe de wijzen de ster volgden om de pasgeboren koning te vinden. Symbolisch gezien volgen gelovigen het licht van God om bij Hem te zijn. Burne-Jones schilderde tussen 1882 en 1898 38 aquarellen met bloemen, verzameld in zijn Flower Book. Een daarvan, de aquarel met de engel die de bloem 'Ster van Bethlehem' vasthoudt, keert bij de Driekoningen terug. |
Edward Burne-Jones (1833-1898)
The star of Bethlehem Ontwerp, 65 x 99 cm (1887) (linksboven) Birmingham - Museum and Art Gallery Karton, 240 x 376 cm (1888) (rechtsboven) Londen - Victoria and Albert Museum Tapijt, 258 x 384 cm (1890-1907) (linksonder) Oxford - Exeter College (kapel) en nog 9 andere versies Waterverf en gouache, 101 x 152 cm (1890) (rechtsonder) Birmingham - Museum and Art Gallery |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |