Paul Verheijen

CHRYSANTHUS EN DARIA

Jozefhuwelijk

Prototype

De beschrijving in de Legenda Aurea van het leven van Chrysanthus en Daria kan worden beschouwd als prototype van heiligen die onder de Romeinse christenvervolgingen de marteldood stierven.
Het 'echtpaar' wordt in het Roomse Martelaarsboek herdacht op 25 oktober:
Te Rome de heilige martelaren Chrysanthus en zijn echtgenote Daria. Nadat zij onder de prefect Celerinus vele martelingen ter wille van Christus hadden moeten doorstaan, werd door keizer Numerianus bevel gegeven hen aan de Via Salaria in de zandgroeve neer te laten en hen daar levend onder aarde en stenen te begraven.
Daria was van Athene naar Rome verhuisd en Vestaalse maagd geworden, maar door Chrysanthus tot het christendom bekeerd.
Hierna sloten zij een zogenaamd jozefshuwelijk.
Hun graf was het cemeterium van Jordanus aan de Via Salaria.
In dat graf lag een grote groep soldaten en gelovigen begraven, die jaren eerder door keizer Claudius onthoofd waren.
Het Roomse Martelaarsboek herdenkt hen eveneens op 25 oktober en spreekt over 46 krijgslieden en 121 andere martelaren.
Andere bronnen melden overigens dat deze groep pas later de martelaarsdood stierf, dus ná het echtpaar, nadat zij op hun sterfdag bijeen waren gekomen bij het graf om Chrysanthus en Daria te herdenken.

Het meermalen verwoeste graf van Chrysanthus en Daria aan de Via Salaria werd steeds weer hersteld.
In 844 werden hun relieken overgebracht - van de Via Salaria of van de Sint Jan van Lateranen is onduidelijk - naar Prüm en later naar Münstereifel.

In de parochiekerk aldaar hangt het hier afgebeelde altaarstuk.
We zien Chrysanthus en Daria in een kuil bedolven worden onder het zand.
Chrysanthus - vaak afgebeeld als 'strijder voor Christus' - heeft een soldatenhelm op zijn schoot liggen.
Boven in beeld houden twee putti hun straks verdiende martelaarskrans reeds gereed.

Legenda Aurea

Onder de knop is de legende te lezen zoals Jacobus de Voragine die vertelt in zijn Legenda Aurea.
Dat de stinkende kerker waarin het echtpaar wordt opgesloten geurig begint te ruiken, is ongetwjfeld ingegeven door de naam Chrysanthus en dat Daria in een bordeel ongeschonden blijft is een thema dat we vaker tegenkomen bij heilige maagden.

Een Vita uit de 7e eeuw weet te melden dat Chrysanthus in een ossenhuid werd genaaid en aan de zonnegloed werd blootgesteld. De Voragine kent dit detail blijkbaar niet of vindt het te gruwelijk om te vermelden.




Chrysanthus, een zoon van de hoogadellijke Polimius, was gedegen onderricht in het geloof in Christus. Toen zijn vader er niet in slaagde hem tot de afgoden te laten terugkeren, liet hij hem in een kamer opsluiten samen met vijf meisjes, die hem met hun liefkozingen moesten verleiden. Maar nadat hij tot God had gebeden dat hij niet zou worden overwonnen door dat verderfelijke beest, de vleselijke lust, werden die meisjes terstond door slaap overmand en konden niet meer eten of drinken. Maar zodra ze naar buiten werden gebracht, konden ze dat onmiddellijk weer wel. Toen vroeg men Daria, een zeer verstandige maagd die gewijd was aan de godin Vesta, bij Chrysanthus naar binnen te gaan om hem aan de goden en zijn vader terug te geven. Toen ze naar binnen was gegaan, werd ze door Chrysanthus terechtgewezen om de weelderigheid van haar kleren, waarop ze antwoordde dat ze niet voor de pracht en praal zo gekleed ging, maar om hem te winnen voor de goden en voor zijn vader. Toen Chrysanthus haar opnieuw terechtwees en haar vroeg waarom ze toch die wezens als goden vereerde die door hun bedenkers als ontuchtige mannen en schaamteloze vrouwen werden voorgesteld, antwoordde Daria dat de wijsgeren met namen van personen de elementen bedoelden. Waarop Chrysanthus: Als de een de aarde als een godin vereert en de ander haar ploegt als boer, dan levert de aarde onmiskenbaar meer op voor de boer dan voor de vereerder, en voor de zee en andere elementen geldt hetzelfde. Toen werden Chrysanthus en Daria, die door hem was bekeerd, met elkaar verenigd door een verbintenis van de Heilige Geest. Terwijl ze deden alsof het een vleselijk huwelijk was, bekeerden ze zeer velen tot Christus. Ook de tribuun Claudius, die eerst zijn folteraar was geweest, werd door hen samen met zijn echtgenote, zijn kinderen en vele andere soldaten tot het geloof bekeerd.

Chrysanthus werd op bevel van Numerianus in een walgelijk stinkende kerker opgesloten, maar de stank veranderde in een heerlijke geur. Daria werd aan een bordeel overgeleverd, maar een leeuw, uit het amfitheater ontsnapt, stelde zich als deurwachter voor het bordeel op. Men stuurde iemand om de maagd te onteren, maar de leeuw greep hem en vroeg als het ware met een knik van zijn kop aan de heilige wat er met de gevangene moest gebeuren. Ze gaf opdracht hem geen kwaad te doen, maar hem bij haar te laten komen. De man werd dadelijk bekeerd, rende de stad door en riep dat Daria een godin was. Er werden jagers gestuurd om de leeuw te vangen, maar die werden allemaal gevangen door de leeuw, voor de voeten van de maagd gelegd en door haar bekeerd. Toen liet de prefect een groot vuur aanleggen bij de toegang tot haar kamer om de leeuw samen met Daria te verbranden. Bij het zien van het vuur werd de leeuw bang. Hij zette het op een brullen en kreeg van de maagd verlof om weg te gaan waarheen hij wilde op voorwaarde dat hij niemand kwaad zou doen. Nadat de prefect Chrysanthus en Daria aan allerlei martelingen had onderworpen, die hen op geen enkele wijze konden deren, werden de kuise echtelieden ten slotte in een kuil neergelaten, onder aarde en stenen bedolven en tot martelaren voor Christus gewijd. Dit gebeurde toen Carus bisschop was van Narbonne, die zijn ambt aanvaardde in het jaar des Heren 235. Hier wordt hun feest veelvuldig gevierd.
(Legenda Aurea 153,1-18)
Anoniem
Martelaarschap Chrysanthus en Daria (1670?)
Bad Münstereifel - Heilige Chrysanthus und heilige Dariakirche
2016 Paul Verheijen / Nijmegen