Paul Verheijen

EPHREM DE SYRIËR

Kerkmuziek

Ephrem de Syriër werd rond 306 in het Syrische Nisibis (in het noorden van Mesopotamië, dat toen nog tot het Romeinse Rijk hoorde) geboren. Zijn vader was een priester in de tempelcultus van de godin Abnil. Hij kwam in aanraking met bisschop Jacobus die hem doopte. Zijn ouders zetten hem daarom het huis uit. Vanaf 338 was hij diaken en raadgever van zijn bisschop. Toen de Perzen in 363 de stad innamen vluchtte hij naar Edessa, de hoofdstad van de provincie Syrië. Hij verhuurde zich als badknecht en ging in gesprek met zijn badgasten. Een oude monnik hoorde hem redetwisten met veel geleerdheid en godsvrucht en nodigde Ephrem uit mee te gaan naar een grotkluizenarij in Edessa's bergwoud.
De kerk in Syrië had al een lange geschiedenis achter zich met eigen, soms rigoristische opvattingen over christelijk denken en handelen, waar men buiten Syrië huiverig voor was. Belangrijke Syrische auteurs werden zelfs voor ketters aangezien.
Af en toe ging hij vanuit zijn grot naar de stad en ontdekte daar dat ketters met behulp van volksdeuntjes met groot succes hun ideeën aan de man wisten te brengen. Ephrem besloot hen met gelijke wapens te bestrijden. Zijn door een maagdenkoor gezongen en door hemzelf gedirigeerde liederen werden een succes. Ephrem is dan ook de geschiedenis ingegaan als degene die kerkmuziek heeft geïntroduceerd.

Ephrem stichtte in Edessa een theologenschool naar het voorbeeld van die van Nisibis, waaraan hij gewerkt had. Zijn leven lang bleef hij diaken. Van zijn werk dat voor een groot deel uit metrische, voor het onderricht bedoelde hymnen bestaat, is veel door latere auteurs van inlassingen voorzien.
Velen schreven ook onder Ephrems naam. Zijn hymnen zijn soms episch, soms strofisch, nu eens dramatisch dan weer lyrisch, en werden spoedig in het Grieks en Latijn en in bijna alle oosterse talen vertaald en gebruikt bij liturgische lezingen.

Ephrem is een van de eerste kerkleraren die leerstukken over Maria heeft ontwikkeld. Van hem komt bijvoorbeeld de opvatting God aan Mozes op de berg Horeb onder het beeld van het braambos de Moeder Gods met Kind als voorafbeelding heeft getoond van Maria's maagdelijkheid.

De invloed vn Ephrem op de bevolking werd zo groot, omdat hij de rijken wist te bewegen hun voorraadkelders te openen tijdens een hongersnood. Verzwakte kinderen en zwangere vrouwen werden verzorgd in een door hem opgezet ziekenhuis met 300 bedden.
Het jaar van overlijden van Ephrem in zijn monnikscel ligt in de verschillende bronnen ergens tussen 373 en 378. De liturgische feestdag vab Ephrem is in verschillende kerken op verschillende dagen. Het oude Roomse Martelaarsboek herdenkt hem op 18 juni:
Te Edessa in Noord-Mesopotamië de heilige belijder Ephrem, een diaken van Edessa. Na veel voor het christendom te hebben gearbeid, is hij, beroemd om zijn geleerdheid en heiligheid, onder keizer Valens in de Heer ontslapen. Door paus Benedictus XV is hij kerkleraar verklaard.
Andere feestdagen zijn 28 januari, 1 februari, 9 juni, 19 juni.

Harp van de heilige Geest

Ephrem wordt sinds 1920 vereerd als kerkleraar met de erenaam 'de harp van de heilige Geest'. Deze titel berust op een van zijn hymnen.
De stem van de bazuin roept de stomme zieleharpen toe: Ontwaakt, looft en prijst de Bruidegom in liederen! Een geruis van stemmen zal er zijn, als de graven zich openen, de een voor de ander zal naar zijn harp grijpen en jubelliederen aanheffen. Lof aan Hem, die vernedert, lof zij Hem, die weer opwekt! Moge ook mijn citer bij zijn verrijzenis de Heer lofzingen!

Byzantijnse iconografie

Ephrem komt vaak voor op iconen en op muurschilderingen in kloosters in het Oosten, soms in gezelschap van andere kerkleraren, soms in dat van grote asceten of monniken. In beide gevallen is zijn kleding aan de groep aangepast. Het is meestal een lange grijze man met een korte baard, een boek of boekrol in de linkerhand. Zijn opgeheven rechterhand maakt het spreekgebaar. In het Westen ziet men zelden een afbeelding van Ephrem. Wel is de laatste scène uit het leven van Ephrem, zijn begrafenis, onderwerp voor iconen geworden, bijvoorbeeld op het hier afgebeelde icoon van de Griekse iconenschilder Emanuel Tzanfournaris, ook bekend onder de Italiaanse naam Zanfurnari.
De iconografische opzet van dit icoon die de begrafenis of dood van Ephrem de Syriër uitbeeldt, volgt een vaste Byzantijnse beeldtraditie, vooral beïnvloed door de monastieke en ascetische context waarin Ephrem werd vereerd. Het lichaam van Ephrem ligt op een doodsbed. Zijn hoofd is omgeven door een aureool. Op zijn borst ligt een klein icoon van Christus, teken van zijn persoonlijke devotie. Een groep monniken of geestelijken staat rondom zijn lichaam. Een monnik kust zijn voeten als teken van eerbied. Anderen houden een boek, wierookvat of kaars vast.
In het bovendeel van de icoon zien we een engel die de ziel van Ephrem - als een klein kind in witte doeken - meeneemt naar de hemel.
Omdat Ephrem in een grot leefde als asceet, toont de achtergrond rotspartijen. Vanuit de achtergrond naderen monniken de begrafenis om afscheid te nemen. Verschillende aspecten van een kluzenaarsleven zijn in beeld gebracht. Zo zien we centraal een monnik die leeft op een pilaar zoals Simon de Styliet en zijn voedsel in een mandje via een touw krijgt aangereikt.
De Griekse inscriptie bovenaan schrijft dat het gaat om de koimèsis, letterlijk het (in)slapen, van Ephrem de Syriër.
Emanuele Tzanfournaris werkte binnen deze traditie, waarbij hij Byzantijnse formules combineerde met westerse naturalistische elementen.
Emanuele Tzanfournaris (1570-1630)
Begrafenis van Ephrem de Syriër
Icoon
Rome - Pinacoteca Vaticana
2016 Paul Verheijen / Nijmegen