Het LamHet centrale paneel in het onderregister van het geopende veelluik heeft zijn naam gegeven aan het hele retabel.In een groen landschap met steile horizon speelt zich een hemelse eredienst af rond het Lam Gods, Jezus Christus. Het altaar staat op een kleine groene hoogte die mogelijk de berg Sion symboliseert. Op het altaar staat het Lam, rechtop en levend, maar met een wond waaruit bloed neerspuit in een kelk. In de eucharistie worden op het altaar de dood en verrijzenis van Christus herdacht, zijn zoenoffer voor de mensheid. Het geheel is een verwijzing naar het Laatste Avondmaal, waarin Jezus zelf de wijn beschreef als zijn bloed, voor alle mensen vergoten tot vergeving van de zonden. Het werk kan eveneens gezien worden als een uitbeelding van Allerheiligen. Na voltooiing van de restauratie van dit paneel in 2020, bleek de grootste verrassing het Lam zelf te betreffen. In de originele staat was het minder schaapachtig. Met zijn priemende blik en krullende bek vertoont het menselijke trekken. Zo'n antropomorfe lamskop heeft niets te maken met onkunde maar met symboliek. In de Middeleeuwen was het gebruikelijke dat het Lam een vermenselijkt (lees: verchristelijkt) uiterlijk meekreeg. |
EngelenRond het altaar bewijzen veertien engelen hem eer.Vier op de achtergrond dragen de Arma Christi. Van links naar rechts: - doornenkroon & kruis(opschrift) - spijkernagels & lans - spons(stengel) & geselroede - geselkolom & majoraantak Twee engelen op de voorgrond zwaaien nogal wild met het wierookvat en de overige acht aanbidden het lam. |
Hemelse JeruzalemBoven het altaar zweeft de heilige Geest als een duif.Uit de drievoudige halo spreidt een stralenkrans zich over het hele paneel uit. Op de achtergrond staan gebouwen die het hemelse Jeruzalem uit het laatste bijbelboek de Apokalyps van Johannes suggereren. Twee daarvan zijn geïdentificeerd: de domtoren van Utrecht (links boven het Lam) en de Niklaastoren van Gent (geheel rechts). Van de weelderige plantengroei rond het Lam zijn 42 soorten planten geïdentificeerd. De weergave hiervan en van de stoffen, edelstenen, metalen, hout en steen laten zien hoe bijna wetenschappelijk analytisch de Gebroeders Van Eyck hun wereld bekeken. |
FonteinUit de bronzen fonteinkolom spuiten in een marmeren achtkantig bekken twaalf straaltjes water.Het getal 12 staat symbool voor de twaalf stammen van Israël en de twaalf apostelen, het symboolgetal bij uitstek voor de kerk als volk van God. En het getal 8 symboliseert pasen, verrijzenis, verlossing, nieuwe schepping, doopsel en eeuwig leven. Om die reden heeft een baptisterium of doopkapel vaak dezelfde achthoekige vorm. Het bekken is omgeven door een kleine gracht, waarvan de bodem met edelstenen is bedekt. Dit alles is wederom een toespeling op de beschrijving van het hemelse Jeruzalem in de Apokalyps. Op de rand van het waterbekken staat te lezen dat dit de fontein van het water des levens is, ontspringend aan de troon van het Lam. |
Groep Eerste TestamentOp de eerste rij zouden dan de grote profeten zijn afgebeeld: Jesaja, Jeremia, Ezechiël en Daniël. Maar het is ook mogelijk dat er min of meer willekeurige personen zijn afgebeeld uit zowel het Eerste Testament als de klassieke oudheid. Misschien dat hier wordt uitgebeeld de gehele groep die in de Apokalyps vermeld wordt onder hen die uitverkoren zijn het Lam te eren: Hierna zag ik dit: een onafzienbare menigte, die niet te tellen was, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. In het wit gekleed en met palmtakken in hun hand stonden ze voor de troon en voor het lam. Luid riepen ze: 'De redding komt van onze God die op de troon zit en van het lam!'.Het zijn dan de mensen die Christus niet gekend (kunnen) hebben, maar om hun rechtvaardige leven toch door hem gered zijn. |
Groep Tweede TestamentDe veertien knielende mannen worden gewoonlijk geïdentificeerd als de twaalf apostelen, aangevuld met Paulus en Barnabas als stichters van de kerk. De rode kledij van de mannen achter hen wijst erop dat we hier te maken hebben met martelaren. Te identiferen zijn: - Stefanus , eerste martelaar van de kerk: hij draagt de stenen die hem executeerden in de plooi van zijn dalmatiek. - Livinus, patroonheilige van Gent: hij draagt zijn uitgerukte tong in een tang in zijn hand. |
BelijdersBelijders noemt men in de katholieke liturgie alle heilige mannen die, in tegenstelling tot de martelaren, een natuurlijke dood zijn gestorven. De term gaat terug op een onderscheid dat men in de christelijke oudheid maakte tussen de martelaren, die tijdens een vervolging gedood werden, en de confessores, die wel op een of andere manier te lijden hebben gehad maar de vervolging overleefden. In de derde eeuw vormden ze een belangrijke groep. Op grond van hun voorspraak werd vaak de boete, die aan zondige gemeenteleden was opgelegd, verzacht. Daarmee stegen hun aanzien en niet zelden hun invloed, zodat ze he de kerkleiders knap lastig konden maken. Na de vervolgingen werden ook belangrijke bisschoppen confesores genoemd. Vanaf de 5e-6e eeuw zijn er aanwijzingen dat in de liturgie de belijders onder deze titel herdacht en gevierd werden. Sinds de middeleeuwen wordt de titel verleend bij een heiligverklaring. Merkwaardig is het dat deze in de Westerse kerk alleen aan mannen werd toegekend. In engere zin worden op de rooms-katholieke heiligenkalender slechts diegenen als belijder aangeduid die niet vallen onder een andere categorie heiligen. |
Heilige vrouwenZij dragen de overwinningspalm in hun hand. Enkelen onder hen zijn te identificeren: - Agnes: met het lam - Barbara: met de toren - Dorotea: met de bloemenmand - Ursula: met de pijl Zowel de mannelijke als vrouwelijke heiligen zijn getooid in rijke gewaden, het teken van hun heerlijkheid. De Apokalyps schrijft dat deze uitverkorenen in witte gewaden gekleed gaan, maar de Gebroeders van Eyck hebben dit dus picturaal met grote vrijheid geïnterpreteerd. |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |