Paul Verheijen

GRADUALE

Liturgisch boek en gezang

Het woord graduale komt van het Latijnse gradus, trede, trap. Dit verwijst naar de oude praktijk waarbij het gregoriaanse Graduale-responsorium werd gezongen vanaf de trappen van het altaar.
Maar een graduale is ook het liturgisch boek of de muziekverzameling die wordt gebruikt, voornamelijk voor de gezongen delen van de mis. Het bevat de gezangen die tijdens de mis worden uitgevoerd. Ze bestaan uit vaste gezangen, Ordinarium missae en wisselende gezangen, Proprium missae.
Graduale verwijst dus zowel naar een boek als naar het liturgisch gezang dat onderdeel is van de misliturgie: een responsorie dat na de eerste lezing (de epistel-lezing) wordt gezongen. Het wordt gevolgd door het Alleluia of, in boetetijden, het Tractus.
In middeleeuwse kerken werden gradualia-boeken vaak in grote, prachtig versierde manuscripten geschreven, zodat een heel koor eruit kon zingen.

Johannes van Deventer

Johannes van Deventer (1464/65-1537) was kruisheer in het klooster van Sint Agatha bij Cuijk waar hij werkte in het scriptorium. De voornaamste twee werken die van hem bewaard zijn gebleven, zijn een groot rijk versierd en en klein minder rijk versierd Graduale. Deze worden bewaard in de bibliotheek van het klooster Sint Agatha en hebben dit klooster nooit verlaten. Ook in Dilbeek, Cambridge, Hannover, Londen, Neurenberg en Philadelphia worden (delen van) boeken die aan hem zijn toegeschreven bewaard.

Zijn grote Graduale is een reusachtig koorboek dat 22 kilo weegt. Ruim 2000 beginletters van de Latijnse gezangen voorzag hij van miniaturen. Dit Graduale is eind 2023 ingeschreven in het Unesco Nederlands Memory of the World Register. Het bevat 311 perkamenten bladen met voorzijde (recto/r) en achterzijde (verso/v). Zestien pagina's bevatten zeer rijk versierde miniaturen van zo'n 16 cm hoog.
Als voorbeeld worden hieronder de bladen 15v en 22v beschreven.

Kerstmis


PUER NATUS EST NOBIS, een kind is ons geboren, is de openingszin van het introïtus-gezang bij de derde mis op Kerstmis. Johannes van Deventer schilderde de miniatuur dus in de hoofdletter P. De kleur is voornamelijk blauw, de kleur van het bovenkleed van Maria over haar roze onderkleed. De hoeken zijn gevuld met bladgoud. Jozef wordt traditiegetrouw afgebeeld als een oudere man bij zijn timmergereedschap. De os en de ezel zijn vanzelfsprekend aanwezig. Musicerende engelen zitten in de nok van de stal. Op de achtergrond zien we een staande en liggende herder.



In de randen van het hele blad 15v bevinden zich putti met herdersattributen als een doedelzak, fluit en hoorn. Linksbovenaan ligt er een te slapen. Een putto onderaan midden in het woord IMPERIUM, heerschappij, torst een wereldbol met kruis, symbool voor de heerschappij van Christus over de aarde. De wereldbol is zo zwaar dat hij moet leunen op een stok.
Linksboven de miniatuur kondigt een haan het begin van een nieuwe tijd aan.

Driekoningen


ECCE ADVENIT DOMINATOR DOMINUS, zie gekomen is de heerser de heer, is de openingszin van het introïtus-gezang bij de mis op Epifanie. Johannes van Deventer schilderde de miniatuur dus in de hoofdletter E. De letter is gemaakt uit bladgoud en de hoeken met blauw en roze ingevuld, precies omgekeerd als op de miniatuur van Kerstmis. De drie koningen worden met levendige gebaren afgebeeld, terwijl ze hun geschenken duidelijk laten zien. De drie kronen die ze hebben afgezet maken hun status duidelijk. Het Kind Jezus stopt zijn handjes in het kelkgeschenk van de knielende koning, wat verwijst naar de tekst ET REGNUM IN MANU EJUS, en in zijn handen is het koningschap. Mogelijk dat de kelk hier al verwijst naar de kelk van Christus' latere lijden.
De ster van Betlehem, met staart, staat als een komeet prominent boven de stal. Rechts loopt iemand met een hond aan de lijn uit beeld. Op de achtergrond bevindt zich onder de gebouwen ook anachronistisch een kerk.



Het hele blad 22v wordt omlijst door bloemen, vogels en vruchten. Aan de bovenrond zien we een olifant en een leeuw en aan de onderrand een kameel. Vermoedelijk wijzen deze drie dieren naar de werelddelen Europa, Afrika en Azië waar volgens de traditie de koningen vandaan kwamen.
Onderaan in het midden van het blad zien we de drie kroontjes uit het stadswapen van Keulen waar - ook volgens de traditie - de relieken van de drie koningen in de Dom worden bewaard.
Johannes van Deventer
Graduale (±1500)
Manuscript, 39 x 56 cm
Sint Agatha - Kruisherenklooster (depot)
2016 Paul Verheijen / Nijmegen