Paul Verheijen

MARIA VAN LORETO

Huis van Maria

Volgens een legende droeg een engel het huis van Maria en Jozef in Nazaret via Dalmatië op 7 september 1295 naar Loreto (bij Ancona). Is het toeval dat in dat jaar de islam definitief het Heilig Land had ingenomen? Loreto werd in elk geval een bedevaartsoord. Waarschijnlijk is de legende ontstaan rond een kerkje O.L.V. van Loreto, dat reeds in de twaalfde eeuw in Loreto stond en een wonderdoend houten beeld van Maria bezat. Er zijn in heel Europa Loretokapellen gebouwd, kopieën van het huis in Loreto. In Loreto ontstond ook de Litania Lauretana, de door pelgrims en gelovigen meest gebeden Maria-litanie.

Voor de Maria van Loreto heeft het Roomse Martelaarsboek een speciale feestdag ingesteld op 10 december.
Te Loreto in Piceno het overbrengen van het heilig huis van de Moeder Gods Maria, waarin het Woord is vlees geworden.
Vanwege de legendarische flinke verplaatsing van het huis werd de Madonna van Loreto patrones van automobilisten, piloten en vliegtuigreizigers. Pius X schafte de in zijn ogen misplaatste verering af, maar zijn opvolger Benedictus XV (paus van 1914-22) maakte dat weer ongedaan.

Voorstellingen van de Madonna di Loreto tonen meestal een zittende tronende Maagd in, bij of zelfs op (het dak van) de Casa Santa, het Heilige Huis.

Basilica della Casa Santa

De Casa Santa staat nu in de Basilica della Casa Santa die voltooid werd in 1587. Om het eenvoudige huisje is een marmeren schrijn gebouwd.

De kern

In zijn oorspronkelijke kern bestaat het uit slechts drie muren; de vierde kwam overeen met Nazaret aan de monding van de grot. Van de drie oorspronkelijke muren bestaan ​​de onderste delen, bijna drie meter hoog, voornamelijk uit rijen stenen, meestal zandsteen, zoals die gevonden zijn in Nazaret. Het huisje heeft geen fundamenten, precies ook zoals in Nazaret niet nodig zou zijn geweest, maar wat wel heel ongebruikelijk is voor een kerkje in de streek en op de berg waar het nu staat. De bovenste delen zijn later toegevoegd en gemaakt van lokale baksteen. Sommige stenen zijn aan de buitenkant afgewerkt met een techniek die doet denken aan die van de Nabateeërs, die tot de tijd van Jezus wijdverspreid waren in Palestina en ook in Galilea. Er zijn ongeveer zestig graffiti geïdentificeerd, waarvan er vele volgens deskundigen identiek zijn aan de joods-christelijke graffiti in Palestina. De bovenste delen van de muren, van mindere historische waarde, werden in de 14e eeuw bedekt met fresco's, terwijl de onderliggende stenen delen bloot bleven.
Historisch onderzoek suggereert dat sommige stenen van het huis mogelijk over zee werden aangevoerd door de familie De Angelis, in het kruisvaarderstijdperk.
De traditie wil dat de apostelen van het huis van Maria waar zij de blijde boodschap ontving, een cultusplaats hadden gemaakt met twee altaren: een op de plaats waar Maria bad en een op de plaats waar de engel Gabriël was verschenen, de een naar het westen gericht, de ander naar het oosten. In het huisje bevindt zich nu nog één altaar, het 'Altaar van de Apostelen'.

De schrijn

De schrijn rondom het Heilige Huis, dat als een marmeren omhulsel fungeert, werd ontworpen door de Donato Bramante in de vroege 16e eeuw. Het werk aan dit marmeren omhulsel werd later voortgezet door kunstenaars als Andrea Sansovino, Giuliano da Sangallo, en Antonio da Sangallo de Jongere. Het geheel wordt beschouwd als een meesterwerk van de renaissance-architectuur en bevat beeldhouwwerken en decoraties van verschillende gerenommeerde kunstenaars uit die tijd.
2016 Paul Verheijen / Nijmegen