Paul Verheijen

MOZES - DE TIEN GEBODEN

Synopsis

Exodus Deuteronomium
Vereer naast Mij geen andere goden.
Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hierboven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. Kniel er niet voor neer en vereer ze niet, want Ik, de HEER, uw God, duld geen ontrouw. Als ouders Mij haten en zondigen, roep Ik hun kinderen daarvoor ter verantwoording, tot in het derde en vierde geslacht; maar als ze Mij liefhebben en doen wat Ik gebied, bewijs Ik mijn trouw tot in het duizendste geslacht.
Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat Hij niet vrijuit gaan.
Houd de sabbat in ere als een heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is de sabbat, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen.


Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte Hij.

Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en geheiligd.
Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan zult u lang leven in het land dat de HEER, uw God, u geven zal.

Pleeg geen moord.
Pleeg geen overspel.
Steel niet.
Leg over een ander geen vals getuigenis af.
Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort.
(Ex 20:3-17)
Vereer naast Mij geen andere goden.
Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hierboven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. Kniel er niet voor neer en vereer ze niet, want Ik, de HEER, uw God, duld geen ontrouw. Als ouders Mij haten en zondigen, roep Ik hun kinderen daarvoor ter verantwoording, tot in het derde en vierde geslacht; maar als ze Mij liefhebben en doen wat Ik gebied, bewijs Ik mijn trouw tot in het duizendste geslacht.
Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat Hij niet vrijuit gaan.
Neem de sabbat in acht, zoals de HEER, uw God, u heeft geboden; het is een heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is de sabbat, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw runderen, uw ezels en al uw andere dieren, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen;
want uw slaaf en slavin moeten evengoed rusten als u. Bedenk dat u zelf slaaf was in Egypte totdat de HEER, uw God, u met sterke hand en opgeheven arm bevrijdde.
Daarom heeft Hij u opgedragen de sabbat te houden.
Toon eerbied voor uw vader en uw moeder, zoals de HEER, uw God, u heeft geboden. Dan zult u lang leven en zal het u goed gaan in het land dat de HEER, uw God, u geven zal.
Pleeg geen moord.
Pleeg geen overspel.
Steel niet.
Leg over een ander geen vals getuigenis af.
Zet uw zinnen niet op de vrouw van een ander, en laat evenmin uw oog vallen op zijn huis, of op zijn akker, zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort.
(Deut 5:7-21)

Dekaloog

Bovenstaande leefregels ontving Mozes van God, op de berg Sinaï, op twee stenen tabletten (archaïsch 'tafelen' geheten). Deze twee tafelen waren niet alleen door God gemaakt, maar ook beschreven door Gods vinger (Exodus 31:18; Deuteronomium 4:13; 5:22; 9:10). De regels hebben grote invloed gekregen op samenlevingen waarin jodendom, christendom of islam dominant werd.
In Exodus 34 staat dat God Mozes opdroeg een tweede versie van deze stenen tafelen te maken, omdat hij de eerste stuk gooide toen hij terugkwam van de berg en zag dat het volk een gouden kalf had gemaakt en aanbad. God gaf Mozes opdracht om twee stenen platen uit te hakken, waarna Hij ze zou beschrijven (Exodus 34:1), maar nadat God aanvullende geboden had gegeven waaraan de Israëlieten zich moesten houden, zei God tegen Mozes: 'Stel deze geboden op schrift, want op grond van deze geboden sluit Ik met jou en de Israëlieten een verbond' (Exodus 34:27). Dit had kennelijk geen betrekking op de tien geboden, want later vertelde Mozes dat God de stenen platen die hij had uitgehakt had beschreven en aan hem had overhandigd (Deuteronomium 10:1-4). Na voorlezing aan het verzamelde volk werd deze tweede set stenen tafelen in de ark van het verbond bewaard.

Gewoonlijk worden deze leefregels de Tien Geboden genoemd.
En de HEER heeft er hetzelfde op geschreven als de eerste keer: de tien geboden die Hij vanuit het vuur had bekendgemaakt, toen u bij de berg bijeen was. Hij overhandigde mij de platen, waarna ik terugging, de berg af. Ik heb ze in de ark gelegd, de kist die ik in opdracht van de HEER gemaakt had, en daar liggen ze nog.
(Deuteronomium 10:4-5; zie ook 4,13)
In het Hebreeuws staat er aseret haddebariem geschreven hetgeen letterlijk 'de tien woorden' betekent. De Griekse Septuagint vertaalt ze met deka logous. Om die reden worden de Tien Geboden ook 'Dekaloog' genoemd. Soms wordt ook de aanduiding 'de stenen tafelen', 'de tafelen der Wet', 'Wet des He(e)ren', 'De verbondstekst' (naar Exodus 25:16 en 21; 40:20) of 'De tafelen der Getuigenis' (naar Exodus 31:18; 34:29) gebruikt.

Zoals in de synopsis hierboven is te lezen stemmen de formuleringen grotendeels overeen. Bij de sabbatrust verwijst Deuteronomium echter niet naar Gods schepping. Verder wordt de 'vrouw van een ander' in plaats van het 'huis van een ander' geïsoleerd van zijn overig bezit.
Lierarair gezien is het getal 10 merkwaardig, want het gaat over meer dan tien geboden. In Exodus worden minstens twaalf verboden en twee geboden gevonden, in Deuteronomium zijn het twaalf verboden en drie geboden. Ondanks vele pogingen is het niet gelukt de beide opsommingen te synchroniseren, noch een originele tekst te vinden die ten grondslag ligt aan beide versies. Zelfs als individuele frases onder één opschrift worden samengevat, is het duidelijk dat het terugbrengen tot het aantal tien een constructie is, bedoeld om op het symbolische tiental uit te komen. De oorspronkelijke tekst bevat in elk geval geen aanwijzing waar het ene gebod eindigt en het andere begint. Om die reden kun je van elkaar afwijkende indelingen aantreffen.
De tien geboden zijn onderdeel van de 613 mitswot, 'voorschriften', een lijst met geboden en verboden die God via de eerste vijf boeken van de Bijbel gaf. Deze voorschriften vormen de kern van de halacha, de religieus-joodse regelgeving. Ze zijn verdeeld in 248 geboden en 365 verboden.

Oude Katechismus

De voormalige oude Katechismus van de roomskatholieke kerk verdeelde de tien geboden over verschillende vragen en formuleerde ze aldus:
1 - Gij zult geen afgoden vereren, maar Mij alleen aanbidden en boven alles beminnen (vraag 422)
2 - Gij zult de Naam van de Heer, uw God, niet zonder eerbied gebruiken (vraag 455)
3 - Wees gedachtig dat gij de dag des Heren heiligt (vraag 466)
4 - Eer uw vader en uw moeder (vraag 470)
5 - Gij zult niet doden (vraag 479)
6 - Gij zult geen onkuisheid doen (vraag 486)
7 - Gij zult niet stelen (vraag 496)
8 - Gij zult tegen uw naaste niet vals getuigen (vraag 506)
9 - Gij zult geen onkuisheid begeren (vraag 487)
10- Gij zult niet onrechtvaardig begeren, wat uw naaste toebehoort (vraag 497)

Iconografie

In de beeldende kunst ziet men vaak afbeeldingen van Mozes die met de twee stenen tafelen van de berg komt. De twee tafelen worden dan meestal getoond als rechthoekig met een gebogen bovenzijde. Op de tafelen staan dan soms Romeinse cijfers van I tot X, als de kunstenaar het niet praktisch vond - of geen zin had? - de volledige tekst te schilderen.
Interesaant is dan de verdeling. Soms wordt gekozen voor een evenwichtige en symmetrische I-V en VI-X, maar een verdeling I-III en IV-X komt ook voor. Deze laatste verdeling gaat uit van de opvatting dat de eerste drie geboden gaan over de verhouding God-mens en de volgende zeven over de verhouding mens-mens.
2016 Paul Verheijen / Nijmegen