Paul Verheijen

SIXTIJNSE KAPEL - WANDEN LAAG 2

Mozes-cyclus

[A] (vernietigd)

Het eerste fresco van Perugino op de westwand uit de cyclus die het leven van Mozes uitbeeldde, bestaat niet meer, omdat die plaats moest maken voor Michelangelo's Laatste Oordeel. De voorstellingen betrof mogelijk de dochter van de farao die Mozes in het mandje in de Nijl vindt of de roeping van Mozes bij de brandende braambos.

[B] - OBSERVATIO ANTIQUE REGENERATIONIS A MOISE PER CIRCONCISIONEM

(Oude eredienst van de wedergeboorte door Mozes door de besnijdenis)
[Pietro Perugino & Bernardino Pinturicchio]
  • Mozes en Sippora nemen afscheid van hun (schoon)vader Jetro (midden achter) (Exodus 4:18)
  • Mozes en zijn vrouw Sippora gaan naar Egypte en ontmoeten (de engel van) God die Mozes wil doden (links) (Exodus 4:24 LXX)
  • Mozes kijkt toe hoe Sippora haar zoon besnijdt (rechts) (Exodus 4:25)
Dit fresco verbeeldt op de voorgrond een uiterst duistere scène uit de Mozes-cyclus.
Onderweg, toen Mozes en de zijnen ergens overnachtten, kwam de HEER op hem af en probeerde hem doden. Sippora pakte een scherpe steen, sneed de voorhuid van haar zoon weg en raakte daarmee Mozes' voeten aan, terwijl ze zei: 'Een bloedbruidegom ben jij voor mij.' (Zij noemde hem toen bloedbruidegom vanwege de besnijdenis.) Toen liet de HEER hem met rust.
(Exodus 4:24-26)
Het optreden van God doet vreemd aan en heeft iets van een demon. Merkwaardig is ook dat Mozes hier wordt aangesproken als bruidegom, terwijl hij reeds lange tijd gehuwd is en dat niet hij, maar Sippora de besnijdenis uitvoert. De scène kan waarschijnlijk begrepen worden als ze wordt gezien als een bewerking van een ouder verhaal dat de regels voor de eerste huwelijksnacht behandelt, waarin Sippora haar bruidegom Mozes met een scherpe steen besnijdt en met de voorhuid de demon aanraakt die Mozes wil doden. De schrijver van de huidige bijbeltekst heeft de uitspraak van Sippora waarschijnlijk ook raadselachtig gevonden gezien zijn verklarende zin die de NBV-21 tussen haakjes heeft gezet.

Bij Sippora kreeg Mozes twee zonen: Gersom en Eliëzer (Exodus 2:22 en 18:1-4) en omdat de bijbel nergens nadrukkelijk vermeldt dat Mozes deze twee zonen eerder liet besnijden, is deze scène hier mogelijk toegevoegd om deze omissie recht te zetten.

Perugino baseert zich op de Griekse Septuaginta-vertaling (LXX) door God voor te stellen als een van zijn engelen. Op de voorgrond zien we Sippora twee keer. Links houdt ze Eliëzer bij de hand, terwijl Gersom met vrome verering naar de engel kijkt die Mozes met zijn hand en zwaard tegenhoudt. De besnijdenis wordt rechts door haar op de tweede zoon Eliëzer uitgevoerd, waarbij de oudste zoon Gersom toekijkt.

[C] - TEMPTATIO MOISI LEGIS SCRIPTAE LATORIS

(Beproeving van Mozes, gever van de wet van de schrift)
[Sandro Botticelli]
  • Mozes doodt een Egyptenaar (rechtsvoor) (Exodus 2:12)
  • Mozes vlucht naar Midjan (rechtsachter) (Exodus 2:15)
  • Mozes ontmoet de dochters van Jetro bij een waterput (middenvoor) (Exodus 2:16)
  • Mozes beschermt de dochters door herders bij de put te verjagen (middenachter) (Exodus 2:17)
  • Mozes doet zijn sandalen uit (op de berg) (Exodus 3:5)
  • Mozes ontmoet God bij brandende braambos (linksachter) (Exodus 3:6v)
  • Mozes gaat op reis met zijn familie / voert het volk uit Egypte (?) (linksvoor) (Exodus 4:20)
In dit fresco zien we Mozes maar liefst zeven keer afgebeeld. Het centrale gedeelte werd het door Botticelli prachtig uitgebeelde tafereel waarin Mozes de dochters van Jetro bij de bron ontmoet. Volgens het bijbelverhaal betrof het zeven dochters, maar Botticelli schilderde er slechts twee. Vooral deze twee dochters getuigen van de ritmische lijn en kleurenschittering waardoor Botticelli zo beroemd is geworden.
De scène waarin Mozes een Egyptenaar doodt die een Hebreeër had geslagen - zijn eerste daad van woede om ongerechtigheid - contrasteert enorm met de kalmte van het middengedeelte.

[D] - CONGREGATIO POPULI A MOISE LEGEM SCRIPTAM ACCEPTURI

(Samenkomst van het volk om de wet van de schrift van Mozes te ontvangen)
[Domenico Ghirlandaio]
  • Mozes en Aäron verzoeken de farao of krijgen het bevel van de farao te vertrekken (rechtsachter) (Exodus 12:31)
  • Mozes ziet tot hoe het Egyptische leger verdrinkt in de Rietzee (Exodus 14:26-28) en zingt een overwinningslied begeleid door Mirjam (Exodus 15:1-21)
In een kruistochtsbul van 1480 vermaande Sixtus IV te vertrouwen op God, die ooit het leger van de farao had laten verdrinken. Het jaar daarop heroverde de pauselijke vloot Otranto op de Turken. Heeft men om die reden voor dit onderwerp gekozen? De titulus past namelijk nauwelijks bij de ondergang van farao's leger.
De ruiter op de voorgrond is de farao zelf, wiens hardvochtigheid de oorzaak was van zoveel angst en van het losbarsten van de toorn van God omdat hij zich niet wilde onderwerpen aan een door hem geroepen persoon, in casu Mozes. Voor Mozes moet natuurlijk nu paus Sixtus IV ingevuld worden.

Mozes is in de greep van het bevel van God dat hij zijn hand over het water moet uitstrekken met als resultaat dat het Egyptische leger door dat water wordt verzwolgen. Mirjam knielt op haar rechterbeen en bespeelt een instrument om de overwinning te vieren. In het Hebreeuws wordt er gesproken over een top dat meestal als een tamboerijn wordt geïnterpreteerd. Maar hier lijkt toch eerder sprake te zijn van een soort snaarinstrument zoals een citer.

[E] - PROMULGATIO LEGIS SCRIPTE PER MOISEM

(Afkondiging van de wet van de schrift door Mozes)
[Cosimo Rosselli]
  • Mozes ontvangt de stenen tafelen op de Sinaï (achter) (Exodus 31:18)
  • Mozes vernietigt de stenen tafelen, omdat het volk het gouden kalf aanbidt (midden) (Exodus 32:1-24)
  • Mozes geeft het volk opdracht water te drinken met de as van het verbrande gouden kalf en opdracht aan de levieten die 3000 afgodendienaars vermoorden (rechtsachter) (Exodus 32:20-29)
  • Mozes toont met stralend gelaat het volk de nieuwe tafelen (linksvoor) (Exodus 34:30-35)
Bovenin het fresco ontvangt Mozes de tien geboden van God, die omhuld is door een wolk van engelen. De figuur iets lager op de berg is waarschijnlijk de jonge Jozua die later Mozes' opvolger zal worden.
Centraal staat de woede van Mozes die op het punt staat de stenen tafelen op de grond in stukken te gooien, omdat hij ziet dat het volk het gouden kalf aanbidt.
Geheel links hebben enkele mensen hun gezicht afgewend of afgeschermd vanwege de glans op Mozes' gezicht.
Rechtsvoor is een man en een vrouw afgebeeld die elkaars hand vasthouden. Wie is dit stel/echtpaar? Zij spelen geen rol in het verhaal. Zijn zij kenmerkend voor het type 'opvulsel' dat voor een massascène als deze nodig was? Of gaat het hier om tijdgenoten?

[F] - CONTURBATIO MOISI LEGIS SCRIPTE LATORIS

(Verbijstering van Mozes, gever van de wet van de schrift)
[Sandro Botticelli]
  • Mozes spreekt tot Korach, Datan en Abiram die tegen hem in opstand waren gekomen (rechts) (Numeri 16:1-3)
  • Mozes zorgt dat de opstandelingen in gespleten aarde storten (links) (Numeri 16:31-32)
  • Mozes ziet dat de offeraars van reukwerk door vuur worden verteerd (midden) (Numeri 16:35)
De opstandelingen hebben stenen in de hand, bereid om met een steniging te beginnen, hoewel dit gegeven in de bijbeltekst ontbreekt. Botticelli toont hier zijn vermogen dramatische gebaren en uitdrukkingen uit te beelden. De steniging komt overeen met het tegenoverliggende fresco uit de Jezus-cyclus.
Aäron is afgebeeld als hogepriester, maar draagt een pauselijke tiara en zijn gewaden zijn blauw en goud, de kleuren van de familie van paus Sixtus IV Della Rovere.
De wierooksschalen uit de bijbeltekst zijn wierooksvaten geworden en Aäron zwaait flink met het zijne. Het vuur van God dat 250 man verteert, heeft Botticelli uitgebeeld als het vuur uit de wierooksvaten.

De boog is de boog van Constantijn zoals die nog steeds in Rome is te vinden. De tekst midden boven luidt:
NEMO SIBI ASSVMM-
AT HONOREM NISI
VOCATVS A DEO
TANQVAM ARON
(Niemand kan zich de eer aanmatigen, tenzij geroepen door God, zoals Aäron)
(Latijnse bewerking van Hebreeën 5,4)

De typologische tegenoverstelling tussen Eerste en Tweede Testament wordt hier nog eens geaccentueerd.

[G] - REPLICATIO LEGIS SCRIPTAE A MOISE

(Ontvouwing van de wet van de schrift door Mozes)
[Pietro Perugino en voltooid door Luca Signorelli]
  • Mozes leest het Wetboek voor (rechts) (Deuteronomium)
  • Mozes stelt Jozua aan als zijn opvolger (links) (Deuteronomium 31:7-8)
  • Mozes loopt de berg af (op op?) (Deuteronomium 34:1a)
  • Mozes krijgt vanaf de berg Nebo van een engel het beloofde land te zien (midden achter) (Deuteronomium 34:1b-4)
  • Mozes wordt begraven (linksachter) (Deuteronomium 34:6)
Het eerste tafereel vormt de kern van dit fresco, hoewel het rechts in de compositie is geplaatst. Basis is de wetstekst van het boek Deuteronomium die de oude Mozes voorleest aan het volk, dat in al zijn verscheidenheid in leeftijd en geslacht luistert. Zijn hoofd is bijna in silhouet tegen het licht van het beloofde land achter hem.
Is het Aäron die op de voorgrond op zijn staf leunt?

In de laagste zone van het fresco links is Mozes een luisterrijk figuur. Hij richt zich tot Jozua en draagt zijn staf over aan de knielende Jozua, voorgesteld als een edelman. Ook de omstanders zijn 'edel' gemodelleerd. Zie bijvoorbeeld de jongeman die een gouden ketting draagt en zijn hoofd schuin houdt.
Boven in het fresco zien we het ontroerende tafereel van Mozes op hoge leeftijd, die door God, wederom afgebeeld als een van zijn engelen, het beloofde land getoond wordt, dat hij nooit zal bereiken. Mozes loopt vervolgens de berg af zijn dood tegemoet. Zijn dood is weergegeven volgens een gebruikelijk schema bij een 'man Gods'. Mozes ligt volledig uitgestrekt, terwijl rouwenden rond hem op verschillende manieren uiting geven aan hun verdriet.
Vasari schrijft over de bijdrage van Signorelli in zijn Vita:
Later werd hij geroepen door paus Sixtus om in de kapel van het paleis te werken, in concurrentie met vele schilders, schilderde hij twee verhalen, die onder vele als de beste worden bewaard: de ene is het wetboek van Mozes aan het joodse volk omdat hij het beloofde land had gezien; en de andere is zijn dood.

[H] (overgeschilderd)

Dit laatste fresco uit de cyclus dat zich op de oostwand bevindt, stelde een scène voor uit het apocriefe geschrift Hemelvaart van Mozes waarin de engel aartsengel Michaël het lichaam van Mozes beschermt. Het fresco was oorspronkelijk geschilderd door Luca Signorelli. Omdat het beschadigd raakte, werd het vervangen door Francesco Salviati (1510–1563). Na een volgende schade werd het overgeschilderd door Matteo da Lecce (1547–1628). Zijn maniëristische stijl is ongetwijfeld beïnvloed door de naakten op het Laatste Oordeel dat inmiddels op de westwand van de kapel was aangebracht door Michelangelo.
2016 Paul Verheijen / Nijmegen