Paul Verheijen

PETRUS CANISIUS

Jan Toorop & Joan Collette

Peter Kanis

Peter werd in 1521 geboren als zoon van de Nijmeegse burgemeester Jacob Canis.
Op 15-jarige leeftijd verliet hij Nijmegen voor studies in de vrije kunsten, theologie en rechten te Keulen en Leuven.
Zeven jaar later sloot hij zich als eerste Nederlander aan bij de pas door paus Paulus III goedgekeurde Societas Jesu, de jezuïeten, en werd hij leerling van Ignatius van Loyola.
Tijdens de contrareformatie reisde hij door heel Europa - hij zou in dertig jaar ruim dertigduizend kilometer hebben afgelegd - en bestreed hij het protestantisme in Ingolstadt, Wenen, Messina, Praag, Innsbruck, Dillenburg en München, alwaar hij theologie doceerde.
Hij staat ook bekend als Peter d'Hondt, Petrus Neomagus of Noviomagus of Petrus Canisius.
Van een door hem geschreven drievoudige catechismus werd de beknopte versie voor het lager en middelbaar onderwijs het meest succesvol.
In Duitsland werd die catechismus zelfs de Kanisie, 'de canisius' genoemd.
Tot halverwege de twintigste eeuw - dus bijna 400 jaar lang - werd deze catechismus in parochies en op scholen gebruikt.
De De Hamer der Ketters / Ketterhamer of De Nieuwe Bonifatius, zoals hij werd genoemd, stierf op 21 december 1597 in Freiburg (CH) alwaar hij ook begraven ligt in de Michaëlskerk.
Hij werd pas in 1925 als eerste Nederlander door Pius XI heiligverklaard en tot kerkleraar uitgeroepen.
Bij die gelegenheid ontving de Ignatius-kerk in Nijmegen een aantal relieken - fragmenten van een wervel en zijn schoenen - en kreeg de kerk zijn naam tot op de huidige dag.
27 april werd zijn feestdag op de kerkelijke kalender, hetgeen na het Tweede Vaticaans Concilie werd gewijzigd in 21 december.

Nijmegen

Na zijn vijftiende bezocht Petrus zijn geboortestad nog maar weinig.
Hij kwam nog enkele keren in Nijmegen, bijvoorbeeld toen zijn vader overleed in 1543.
Bij een bezoek december 1565 preekte hij in de Stevenskerk waar velen hun beroemde stadgenoot wilden horen en zien.
De gemeenteraad ontving hem toen plechtig op het stadhuis.
Nijmegen is Petrus Canisius nooit vergeten; een belangrijke verkeerssingel, een basisschool en middelbare school en een ziekenhuis (Canisius-Wilhelmina-Ziekenhuis, CWZ) kregen zijn naam.

Ook in de rest van Nederland komt men zijn naam tegen.
In 1904 werd de Apologetische Vereniging ‘Petrus Canisius’ opgericht die in 1939 de publicatie van de Petrus Canisiusvertaling van de bijbel realiseerde.

Deze tekening is gemaakt door Jan Toorop die van 1908 tot 1916 in Nijmegen woonde.
Omdat er geen contemporaire portretten van Canisius bekend zijn, heeft Toorop linksboven aangegeven wie de geportretteerde is, aangevuld met de ordeafkorting (SJ=Sociatas Jesu), geboortejaar (nat=natus, sterfjaar (ob=obiit) en het zegelmerk van Ignatius en de jezuïeten IHS.

Gebrandschilderd

Midden in de Tweede Wereldoorlog werd in Nijmegen een nieuwe raadszaal van het stadhuis geopend. Daarin bevonden zich 60 gebrandschilderde ramen verdeeld in tien themata. Ze waren ontworpen door de Nijmeegse kunstenaar Joan Collette. Een van de zes vensters bij het thema 'Godsdienst' betrof een afbeelding van Petrus Canisius. Behalve dat zijn naam is vermeld herkennen we Canisius hier ook aan het boek, zijn catechismus, in zijn hand.
De ramen zijn bij het bombardement van 22 februari 1944 zwaar beschadigd, maar later door Collette weer hersteld. Na de sloop van de raadszaal in 1978 kregen de ramen in 1982 een plek in de gangen van de nieuwbouw van het stadhuis, waar ze alleen onder gidsbegeleiding kunnen worden bekeken voor geïnteresserden.

IHS

In de oudheid werd het monogram XP gebruikt voor de eerste twee Griekse letters van Christos.
Vanaf de middeleeuwen kwam het monogram IHS op, dat geregeld gebruikt wordt op kerkgevels, biechtstoelen, bidprentjes, kazuifels en altaardwalen.
Het monogram IHS (ook geschreven als IHC) is de weergave van de eerste drie hoofdletters van de naam Jezus in het Grieks (iota, èta, sigma: IHSOUS)
Omdat niet iedereen besefte dat het oorspronkelijk Griekse letters zijn, bleek het monogram raadselachtig geworden.
Dit werd de aanleiding voor het bedenken van andere verklaringen waarbij het monogram een afkorting werd voor een Latijnse zinsnede.
De meest gangbare varianten hiervan zijn:
  • Iesus Hominum Salvator, Jezus de redder der mensen
  • In Hoc Signo, In dit teken (zult gij overwinnen), als verwijzing naar de legendarische droom van keizer Constantijn.
  • Iesum Habemus Socium, Wij hebben Jezus als metgezel, door de jezuïeten bedacht
  • Iesu Humilitas Societas, De geringe sociëteit van Jezus, ook een jezuïetenbedenksel
  • Iesuitae Habent Satis, De jezuïeten hebben genoeg, spottend bedoeld
  • Iesuitae Hominum Seductores, De jezuïeten (zijn) verleiders van mensen, eveneens spottend
Petrus Canisius

Jan Toorop (1858-1928)
Tekening (1925)
Nijmegen - Jezuïetenarchief

Joan Collette (1889-1958)
Gebrandschilderd raam (1942)
Nijmegen - Stadhuis
2016 Paul Verheijen / Nijmegen