Paul Verheijen

RAFAËL

Michaël & Joris

Diptiek?

Men neemt aan dat deze twee schilderijtjes van Rafaël bedoeld waren als tweeluikje vanwege hetzelfde formaat, overeenkomstig thema en het feit dat er sporen zijn achterbleven van een scharnier of beugel op het Jorispaneel. Ook het rood-wit van het schild van Michaël en van de gebroken lans van Joris lijken naar elkaar te verwijzen. Daartegen spreekt dat de twee luikjes duidelijke verschillen vertonen in de ondergrond en uitvoering, wat duidt op een tijdsverloop in de productie ervan. Bovendien is de uitbeelding van Sint Joris conventioneel, terwijl we bij Michaël iconografisch ongebruikelijke figuren zien.

Michaëlpaneel

In het midden van het schilderij wordt de aartsengel Michaël geportretteerd als de glorieuze overwinnaar van het kwaad. Hij balanceert op de nek van een satanisch monster en staat met opgeheven zwaard op het punt hem te onthoofden. De open vleugels, het hangende rechterbeen, het door de wind opgeblazen doek onder het pantser geven het idee van een sterke beweging, alsof de engel zojuist naar beneden is gegleden om de fatale slag toe te brengen aan het monster dat zich om zijn linkerbeen heeft gewikkeld met de kronkels van de staart. Michaël houdt het kruisvaardersschild in zijn hand en draagt ​​een ouderwets harnas. Volgens het bijbelboek Openbaring van Johannes (12:7-8) verslaat Michaël de draak en zijn engelen die Rafaël hier heeft uitgebeeld als monsterachtige wezens die lijken te zijn weggelopen uit schilderijen van Jheronimus Bosch.

De strijd laat Rafaël plaatsvinden in een dor, hels landschap, bevolkt door bizarre monsters en met verschillende merkwaardige figuren vóór een brandende stad en rotsformaties. Daarover lezen we in de Divina Commedia van Dante:
Lo buon maestro disse: 'Omai, figliuolo,
s'apressa la città ch'ha nome Dite,
coi gravi cittadin, col grande stuolo'.

Ed io: 'Maestro, già le sue meschite
là entro certe nella valle cerno
vermiglie, come se di foco uscite

fossero'. Ed ei mi disse: 'Il foco eterno,
ch'entro le affoca, le dimostra rosse,
come tu vedi, in questo basso Inferno'.
(Inferno, Canto 8,67-75)
'Zoon', zei mijn meester, 'de stad Dis ligt daar,
Waar schuldig volk voor altijd moet verduren
Gekweld te worden door een duivelsschaar.'

'Ik zie al duidelijk de hoge muren
Met torens,' zei ik, 'als van een moskee,
Zo rood als smeedwerk in de smidsevuren.'

En hij: 'Daarbinnen laait een vlammenzee,
Zodat een rode gloed was te verwachten;
En de benedenhel deelt erin mee.'
(Hel, Canto 8,67-75)
Laggiù trovammo una gente dipinta
che giva intorno assai con lenti passi.
piangendo e nel sembiante stanca e vinta.

Elli avean cappe, con cappucci bassi
dinanzi agli occhi, fatte della taglia
che in Clugni per li monaci fassi.

(Inferno, Canto 23,58-63)
Nu zag ik schimmen in een gulden dracht
Voet voor voet rondgaan onder droevig klagen,
Vermoeid en als gebroken door hun vracht:

Een pij zoals wij nooit tevoren zagen,
Waarvan de kap over hun ogen hing,
Gelijk aan wat cluniacensers dragen
(Hel, Canto 23,58-63)
Tra questa cruda e tristissima copia
correan genti nude e spaventate,
sanza sperar pertugio o elitropia:

con serpi le man dietro avean legate;
quelle ficcavan per le ren la coda
e il capo ed eran dinanzi agroppate.

(Inferno, Canto 24,91-96)
En in die gruwelmassa zagen wij
Bang rennend volk dat nergens op kon hopen:
Geen schuilplaats en geen bloedsteentoverij.

Ze lieten op de rug hun polsen knopen
Door slangen die zich boorden door hen heen.
Tot kop en staart van voren samenkropen.
(Hel, Canto 24,91-96)
Rafaël schildert de gente dipinta links op de achtergrond en rechts de genti nude.

Jorispaneel

Rafaël heeft Joris geschilderd volgens de gebruikelijke iconografie op het moment dat hij de draak verslaat. Ten eerste belichaamt het thema Sint-Joris en de Draak in het algemeen een ideaal van ridderlijke christelijke deugd. Rechts op de achtergrond zien we de prinses die door Joris van de draak wordt bevrijd. Joris zwaaide krachtig zijn lans, beval zich in Gods bescherming aan, bracht de draak een zware verwonding toe en wierp hem ter aarde, zo wil de legende. Rafaël suggereert dat dit met zo'n kracht is geschied dat de rood-witte lans in drie stukken brak. Later doodde Joris de draak met zijn zwaard.

Jorispaneel opnieuw


Ongeveer een jaar later schilderde Rafaël op een nog kleiner paneeltje Joris en de draak opnieuw, maar nu met een verwijzing naar de Engelse Orde van de Kousenband waarvan Joris de patroonheilige is. Het landschap krijgt een grotere betekenis: het toont gedetailleerd planten, het donkere hol van de draak in de rotsen en in de verte twee torens. Groepjes bomen glanzen in het zonlicht. In vergelijking met het eerdere werk laat Rafaël nu een vroeger moment in de strijd en geeft het duel een ander karakter: de lans doorboort de reeds vluchtende draak die de lans vastgrijpt met zijn klauwen. Het paard kijkt ons vrolijk aan en de prinses is getransformeerd van een prinses naar een biddende heilige, inclusief halo. Joris moet hier naar links rijden zodat we de blauwe Kousenband van de Orde onder zijn linkerknie kunnen zien. Daarop staat het woord HONI geschreven, het eerste woord van het motto van de Orde: Honi soit qui mal y pense, 'Schande aan hem die er kwaad van denkt.'
Op de achtergrond zien we twee torens: een kerktoren en de Torre delle Milizie in Rome. Deze laatste werd al sinds de late middeleeuwen gezien als een belangrijk herkenningspunt van de militaire geschiedenis in de skyline van de Eeuwige Stad. Samen met een campanile zinspeelt het in Rafaëls schilderij op het idee van de miles christianus (soldaat van Christus) met wie een of andere vorstelijke beschermheer zich wellicht zou hebben geïdentificeerd.
Rafaël (1483-1520)
San Michele sconfigge Satana (1503-04)
San Giorgio e il drago (1504-05)
Olieverf op panelen, 31 x 27 cm elk
Parijs - Louvre

San Giorgio e il drago (1505-06)
Olieverf op paneel, 29 x 21 cm
Washington - National Gallery of Art
2016 Paul Verheijen / Nijmegen