Paul Verheijen

RAFAËL

Kruisweg

Smart

Vervolgens maakte Rafael voor de fraters van Monte Oliveto, voor in hun klooster te Palermo, genaamd Santa Maria dello Spasimo ('Smart'), een altaarstuk met daarop een Christus die zijn kruis draagt, en dit paneel wordt voor iets wonderbaarlijks gehouden, want men ziet daarop een meedogenloosheid van hen die de kruisiging zullen voltrekken en die in razende woede Onze Heer naar de Calvarieberg voeren, de dood tegemoet, terwijl hij uiterst gepassioneerd en gekweld bij het naderen van deze dood, ter aarde gevallen onder het gewicht van het kruishout en badend in bloed en zweet, zich tot de beide Maria's wendt, die bitter wenen. Voorts ziet men te midden van hen Veronica terwijl zij de armen uitstrekt en hem met een uitdrukking van innige naastenliefde een doek aanreikt; bovendien bevat dit werk vele soldaten te paard en te voet, die met de banieren van het gerecht de poort van Jeruzalem uitstromen, in tal van verschillende prachtige houdingen. Toen dit altaarstuk geheel voltooid was maar nog niet op zijn plaats van bestemming, had het weinig gescheeld of het was er slecht mee afgelopen, want (zeggen ze) het werd over zee naar Palermo vervoerd toen een vreselijke storm het schip op een klip stuksloeg, zodat het geheel openscheurde, en alle opvarenden vergingen en alle koopwaar ook, maar het altaarstuk niet: dat werd door de zee in de kist waarin het zat verpakt naar de kust bij Genua gevoerd, waar het werd opgevist en op het droge gehaald, en men zag terstond dat het om iets goddelijks ging, dus borg men het veilig op, want het had geen schade opgelopen en was zonder enige vlek of gebrek gebleven, daar zelfs de razernij van de winden en van de golven der zee ontzag hadden voor de schoonheid van een dergelijk schilderij; en toen vervolgens de faam van dit werk zich verbreidde, deden de monniken hun uiterste best het terug te krijgen, en dadelijk nadat het hun, mede door pauselijke welwillendheid, was teruggegeven, beloonden ze rijkelijk hen door wie het behouden was gebleven. Opnieuw scheepten ze het in en zo werd het altaarstuk toch nog naar Sicilië gebracht: het kreeg een plaats in Palermo, waar het tegenwoordig een grotere faam en reputatie geniet dan de berg van Vulcanus.
Zo beschrijft Giorgio Vasari in zijn Vite dit monumentale retabel van Rafaël. Waarschijnlijk putte hij uit zijn geheugen tijdens het schrijven want de doek van Veronica is in geen velden of wegen te zien.
Rafaël combineerde enkele van de kruiswegstaties: de val van Christus onder het kruis (Staties III, VII en IX), de ontmoeting met zijn moeder (statie IV), zijn troosten van andere vrouwen (statie VIII) en Simon van Cyrene die helpt zijn kruis te dragen (statie V).

Het voornaamste middelpunt van de afbeelding wordt gevormd door de gevallen Christus, die met zijn linkerhand steunt op een rotsblok en met zijn rechterhand de bovenkant van de dwarsbalk van het kruis vastgrijpt. Terwijl de handlangers, van achteren getoond, hem genadeloos aan een touw naar voren slepen, houdt Simon van Cyrene het kruis met beide handen vast. De handlanger links achter hem probeert het kruis juist naar beneden te drukken en bedreigt hem met zijn lans. De blik van Christus is gericht op de vrouw in het blauw rechts, die geknield met uitgestrekte handen haar medelijden toont. Zonder enige discussie moet zij Jezus' moeder voorstellen en niet Veronica. Zij vormt het secundaire middelpunt van het schilderij. Haar knielende houding lijkt parallel aan die van Christus.

Rondom de Maagd staan ​​drie heilige vrouwen, onder wie Maria Magdalena met de lange haren in het rode gewaad rechts van haar, en verder de apostel Johannes met opvallende - vrouwelijke - lange haren.

Achter hen zien we legioensoldaten te paard zich rond de stadspoorten verdringen; de officier rechts te paard met het commandantstokje beveelt de groep verder te gaan.
Links leidt een legioensoldaat te paard met een rood banier de stoet de diepte van het schilderij in, terwijl hij over zijn schouder naar zijn hogere officier kijkt. We zien gespiegeld de laatste twee letters van het SPQR-insigne (Senatus PopulusQue Romanus). Deze letters stonden op munten en de vaandels die voor de legioenen werden uitgedragen.

Op de achtergrond links worden twee ter dood veroordeelden ook naar Golgota geleid waar hun kruisen al klaar staan om straks samen met Christus gekruisigd te worden.
Het van links vallende strijklicht dompelt het tafereel onder in een intens chiaroscuro. Het werk is op een steen op de voorgrond gesigneerd RAPHAEL URBINAS. De compositie wordt gedomineerd door diagonalen en schuine lijnen. Rafaël zette zowel de verhalende als de schilderkunstige vormgeving in om het maximale dramatische effect te bereiken.
Raffaello Sanzio (1483-1520)
Lo Spasimo di Sicilia / Andata al Calvario (1516-18)
Olieverf op paneel overgebracht op doek, 318 x 229 cm
Madrid - Prado
2016 Paul Verheijen / Nijmegen