Paul Verheijen

MARIA MAGDALENA

Mix
Eigen evangelie
Legendes
Feest
Attributen
Relieken
Portret

Mix

In de christelijke traditie en dus ook in de kunst komen in de heilige Maria Magdalena feitelijk vier in de bijbel genoemde vrouwen samen:
  • Maria, genoemd de Magdaleense, uit wie zeven boze geesten waren verdreven (Lucas 8:2).
    De betekenis van de toevoeging 'de Magdaleense' is vanaf de vierde eeuw tot de dag van vandaag onderwerp van discussie. Het lidwoord 'de' veronderstelt een zekere bekendheid. Was Maria afkomstig uit de plaats Magdala gelegen aan het meer van Galilea, of gaat het om de betekenis van 'Magdala' (=toren) en torende zij - letterlijk of figuurlijk - boven iedereen uit? Alle vier evangelisten melden dat ze Jezus volgt tot aan kruis en graf. De evangelist Johannes voegt daar nog aan toe dat Jezus - als tuinman - aan haar verschijnt na zijn dood.
  • Maria uit Betanië die Jezus’ voeten zalft (Matteüs 26).
  • Maria ook uit Betanië, aangeduid als de zus van Marta (Lucas 10).
    Hun broer Lazarus wordt door Jezus uit de doden opgewekt (Johannes 11). Ook deze Maria zalft Jezus’ voeten.
  • De naamloze zondares die zich bekeert en Jezus’ voeten wast met haar tranen en balsemt (Lucas 7:36-50).

Eigen evangelie

In 1896 trof de Duitse egyptoloog Carl Reinhardt een papyruscodex aan in een antiquariaat in Caïro. Het was een codex met in het Koptisch geschreven teksten. Hij kocht de codex en nam deze mee naar Berlijn. Het is bekend onder de naam Papyrus Berolinensis 8502. De codex bleek vier geschriften te bevatten waaronder het Evangelie naar Maria. Het wijkt zowel naar inhoud als naar vorm af van de canoniek geworden bijbelboeken. Het duurde overigens nog tot 1955 voordat dit evangelie openbaar werd gemaakt. Dit evangelie bevatte oorsponkelijk 19 bladzijden, maar hiervan is meer dan de helft verloren gegaan. De taal van de teruggevonden fragmenten is het Sahidisch, een vorm van het Koptisch, de taal van het oude Egypte. In de tekst komt een aanzienlijk aantal Griekse woorden voor. Het Grieks is de oorspronkelijke taal geweest waarin het evangelie naar Maria werd geschreven. Dit wordt bevestigd door twee ontdekte papyri die fragmenten van het evangelie in het Grieks bevatten. Deze Griekse papyri worden gedateerd in de derde eeuw. Ze lijken terug te gaan op een eerdere versie. Het evangelie naar Maria kan daarom gedateerd worden in de tweede eeuw, wellicht in de eerste helft daarvan. Hoewel de Koptische codex van rond het jaar 400 is, ligt de oorsprong van het evangelie naar Maria Magdalena waarschijnlijk niet zoveel later dan die van het evangelie naar Johannes, dus tusen 90 en 150. In die tijd werd het belang van de vrouw een twistpunt in de vroege kerk. Soms gaat het hard toe tussen Maria Magdalena en de twaalf, vooral Petrus. Op bladzijde 10 vraagt hij haar herinneringen te vertellen aan wat Jezus haar heeft verteld en nadat zij dit gedaan heeft, roept Petrus verontwaardigd uit dat Jezus zeker niet verborgen voor zijn leerlingen en in het openbaar met een vrouw heeft gesproken. Maria Magdalena reageert dan als volgt:
Toen begon Maria te wenen. Ze zei tot Petrus: 'mijn broeder Petrus, wat denk je dan? Denk je dat ik ze zelf heb bedacht in mijn hart, of dat ik over de Heiland lieg?' Levi antwoordde; hij zei tot Petrus: 'Petrus, je was altijd al een driftkop; nu zie ik je redetwisten met de vrouw zoals met de tegenstanders; maar als de Heiland haar waardig heeft gemaakt, wie ben jij dan om haar te verwerpen? Stellig kent de Heiland haar door en door; daarom heeft hij haar meer liefgehad dan ons; laten wij liever beschaamd zijn en ons bekleden met de volmaakte mens, en hem verwerven, zoals hij ons heeft opgedragen; laten we het evangelie prediken zonder andere bepalingen en andere wetten vast te stellen dan die de Heiland heeft gezegd!'
(Evangelie naar Maria, bladzijde 18)

Legendes

De Maria’s 2 en 3 waren in de traditie uiteraard snel dezelfde. De boze geesten van Maria 1 worden in moreel verband gebracht met de zonden van Maria 4 en de voornaam Maria doet de rest. Bovendien kleurt de traditie Maria’s zonden in: ze was prostituee.

Wat gebeurde er met Maria Magdalena nadat de evangelisten haar niet meer noemen? Het antwoord moeten we zoeken in de vele legendes die over haar zijn ontstaan, waarvan deze drie de belangrijkste zijn:
  • Vita Eremetica Beatae Mariae Magdalenae (9e eeuw)
  • Vita Apostolica (11e eeuw)
  • Legenda Aurea (13e eeuw)
Les-Saintes-Maries-de-la-Mer
Gecompliceerde legendes komen al in de 10e eeuw voor in Italië, maar worden overgenomen en gelokaliseerd in de uitgebreidere, Zuidfranse versie uit de 11e/13e eeuw. Volgens deze legende voer Maria, die samen met Lazarus, haar zuster Marta en een door Petrus aanbevolen leerling van Jezus, Maximinus, door de joden in een boot zonder zeil of roer werd gezet, naar de Provence. Zij geraakten aan land in Les-Saintes-Maries-de-la-Mer. Vandaar trokken zij naar Marseille om daar het evangelie te preken, hetgeen op weerstand stuitte bij het kinderloze koningspaar van die stad. Toen Maria op een nacht aan de echtelieden verscheen om hun dit verzet te verwijten, nodigden zij haar uit voor een bezoek. Bij dit bezoek beloofde Maria Magdalena hun de geboorte van een kind. Toen voer de koning met de koningin naar Rome om bij Petrus de geldigheid van Magdalena's evangelie-verkondiging te controleren. Tijdens een storm werd het kind te vroeg geboren en stierf de koningin. Men legde haar lijk op een klip, liet daar ook het kind achter, en voer via Rome naar Jeruzalem. Op de terugweg kwamen ze langs de klip, waar ze moeder en kind gezond en wel aantroffen. Heel Marseille bekeerde zich tot Magdalena's God. Haar broer Lazarus werd er bisschop, Maximinus werd bisschop van Aix-en-Provence en haar zus Marta bekeerde Tarascon.

Woestijn In de 6de eeuw was er een hagiografie verschenen van de heilige Maria van Egypte, een voormalige prostituee, die vertelt dat zij 47 jaar in de wildernis leefde, terend op slechts drie broden. Een soortgelijke legende over Magdalena lijkt hierop te zijn geïnspireerd.
In dezelfde tijd zocht de heilige Maria Magdalena, vol verlangen naar het schouwen van het hemelse, de onherbergzame wildernis. Op een plaats die engelhanden hadden bereid, leefde zij dertig jaar zonder dat iemand het wist. Er waren daar geen waterbeken, noch het soelaas van bomen en kruiden. Zo moest duidelijk worden dat onze Verlosser had beschikt haar niet met aardse verkwikkingen, maar alleen met hemelse spijzen te verzadigen. Iedere dag, op de zeven canonieke uren, werd zij door engelen in de lucht geheven en hoorde ze, ook met haar lijfelijke oren, de glorievolle lofzangen van de hemelse heerscharen. Omdat zij dus elke dag met deze gerechten werd verzadigd en daarna door dezelfde engelen naar haar eigen plaats werd teruggebracht, had zij in het geheel geen behoefte aan stoffelijk voedsel.
(Legenda Aurea 92,130-133)
De 47 jaar woestijn van Maria van Egypte is bij Magdalena teruggebracht tot 30, waarschijnlijk om overeen te komen met de tijd van Jezus' openbare leven. Varianten vertellen dat Magdalena daar in vasten en gebed haar naaktheid verborg onder meterslang haar. In die woestijn eindigde ook haar leven, waarna een sterke geur achterbleef, die nog zeven dagen lang te ruiken was.
Net als Maria van Egypte wordt ook Maria Magdalena afgebeeld met lange haren die haar hele uitgemergelde lichaam bedekten (Donatello). De sterfplaats van Maria Magdalena wordt ook gekoppeld aan de Franse plaatsen Vézelay en La Sainte Baume Le Saint Maximin. De legende over Saintes-Maries-de-la-Mer met de drie Maria's speelt hier ook mee.

Verloofd / Gehuwd
Volgens de legendes was ze verloofd geweest of zelfs korte tijd getrouwd met Johannes de Doper. De Amerikaanse theoloog en filosoof William E. Phipps beweerde in 1970 in zijn boek The Sexuality of Jesus dat niet Johannes maar Jezus en Maria Magdalena met elkaar waren getrouwd, een opvatting waar Dan Brown in De Da Vinci Code dankbaar gebruik van heeft gemaakt. Geert Kimpen gaat in Ik, Maria Magdalena - Haar verhaal dat 2000 jaar lamg verzwegen werd (2023) nog een stap verder: zij bevalt van Jezus van een dochter genaamd Tamar.
In dit verband citeer ik graag Jacobus de Voragine:
Sommigen zeggen dat Maria Magdalena de bruid is geweest van de evangelist Johannes, die haar nog maar net had gehuwd toen Christus hem van de bruiloft wegriep. Gegriefd dat Hij haar haar bruidegom had afgenomen, vertrok ze en gaf zich over aan elke soort van wellust. Maar omdat het niet passend was dat de roeping van Johannes de oorzaak zou worden van haar verdoemenis, bracht de Heer haar in zijn barmhartigheid tot inkeer. En omdat Hij haar weghaalde van het opperste vleselijke genot, vervulde Hij haar nog meer dan de anderen met de opperste geestelijke genegenheid, de liefde tot God. Sommigen zeggen dit ook over Johannes, namelijk dat Christus hem meer dan de anderen de zoetheid van zijn vriendschap bewees, omdat Hij hem had weggehaald van dat genot. Maar deze opvatting wordt beschouwd als bedrog en waardeloos.
(Legenda Aurea 92,182-187)
Heel bijzonder dat De Voragina die kritiekloos de meest bizarre wonderverhalen over heiligen opschrijft hier spreekt over falsa et frivola, 'bedrog en waardeloos'.

Rood ei
Op afbeeldingen in vooral de Byzantijnse traditie wordt Maria Magdalena soms met een rood ei afgebeeld. Daarover bestaan twee legendarische varianten. Volgens de simpele variant nam Maria Magdalena op paasmorgen een mandje gekookte eieren mee die rood kleurden toen Christus aan haar als tuinman verscheen. De wat uitgebreidere versie verhaalt dat zij na Pasen naar Rome reisde en met een ei als geschenk op audiëntie ging bij keizer Tiberius. Bij de overhandiging van het ei sprak ze de woorden 'Christus is opgestaan.' Tiberius geloofde haar niet en zei dat dit net zo onmogelijk was als dat een wit ei verandert in een rood ei, waarop het ei terstond rood kleurde.

Feest

De kerkelijke dag van Maria Magdalena is 22 juli. In 2016 verhoogde paus Franciscus deze dag van Memoriam naar Festum. Magdalena ging toen als het ware van een twee naar een drie sterren-verering en kan nog één ster verder (Solemnitas).

De figuur van Maria Magdalena heeft altijd sterk tot de vaak letterlijke verbeelding gesproken. Wat is er mooier dan in kunst te refereren aan haar verleden als prostituee? Heilige naaktheid mag gezien worden.

Maria Magdalena behoort ook tot de zogenaamde regenheiligen.

Attributen

Maria Magdalena heeft een vaste plaats in de top tien van meest uitgebeelde heiligen. Ze wordt afgebeeld in scènes, bijbelse en legendarische (Guercino), samen met andere heiligen of in haar eentje (Piero della Francesca). Voor het eerst, hoewel niet herkenbaar, verschijnt ze op afbeeldingen van de drie Maria's bij het graf. Het noli me tangere-thema is ontelbare malen uitgebeeld. De voorstelling van Maria Magdalena als de zondares of als Maria van Betanië die Jezus door zijn voeten te zalven eer bewees, had invloed op haar houding en plaats in belangrijke scènes uit Jezus' lijden waarbij zij betrokken was. Haar plaats is meestal aan de voet van het kruis of aan Jezus' voeten en zij houdt zich intens met zijn lichaam of zijn lijden bezig (Van der Weyden, Baegert, Grünewald, Romanino, Rodin). Ook de boete en extase zijn op talloze kunstwerken aan te treffen (Donatello, Caravaggio, Gentileschi). Uiteraard treedt zij op in speelfilms over Jezus Christus of krijgt ze zelfs haar eigen films en is ze onderwerp in romans (zie bijvoorbeeld de twee hierboven genoemde).

Karakteristiek voor Magdalena in de iconografie zijn de volgende elementen:
  • als een voornaam persoon die Jezus' voeten zalft
  • met haar haar Jezus' voeten drogend
  • zalfpot
  • met ketting met kostbare stenen of halfnaakt
  • als boetelinge (in dierenhuid gehuld of haren als mantel) (in een hol) (met gesel of palmtak)
  • doornenkroon, crucifix, onder het kruis (paal vasthoudend)
  • doodshoofd, bloesemtak, spiegel of muziek(boete)instrumenten
  • door engelen gespijzigd of naar de hemel gedragen
  • met zeven demonen (of duivelshoofden) die haar verlaten
  • bij Jezus' begrafenis en verrijzenis (met wierookvat)
  • kroon naast zich neergelegd of op hoofd
  • gebedssnoer of rozenkrans
  • boek of schriftrol
  • rood ei

Relieken

Momenteel schijnen er ruim 600 relikwieën en bijna 200 elkaar beconcurerende bedevaartsoorden en vereringsplaatsen van Maria Magdalena te zijn. De exacte locatie van haar graf en haar stoffelijke resten leveren, net als dat van Jezus en Petrus, oeverloze discussies en onderzoeken op.

In het Zuidfranse Saint-Maximin-la-Sainte-Baume, letterlijk: Heilige-Maximinus-de-heilige-grot, bevindt zich een grote, gotische basiliek gewijd aan Maria Magdalena, die sinds de vroege middeleeuwen een pelgrimsoord is. In de basiliek bevindt zich in een graftombe een schedelfragment met een deel van gedroogd vlees dat tot het einde van de 18e eeuw aan de schedel vastzat. Bonifatius VIII (paus van 1294-1303) heeft officieel erkend dat dit de schedel van Maria Magdalena is. Hij verklaarde ook dat het stukje gedroogd vlees de plek was waar Jezus haar het laatst had aangeraakt na zijn verrijzenis. Dit stukje kreeg de naam Noli me Tangere.
De relikwieën werden in 1793 ontheiligd, maar in 1803 werd een verslag opgesteld van de authenticiteit van de relikwieën die van de Revolutie waren gered. Het verslag vermeldt met name het hoofd, een bot van de arm, een deel van het haar en het Noli me Tangere-stukje. De huidige reliekschrijn die de schedel en het Noli me Tangere bewaart, dateert uit 1860.

Relieken bevinden zich ook in de basiliek La Madeleine te Vézelay wat sinds de 11e eeuw de verering van Maria Magdalena in West-Europa heeft bevorderd.

Een wel heel bijzonder relikwie is haar linkerhand. Bijzonder omdat het allereerst onmiskenbaar de hand is geweest waarmee zij de zalfpot heeft vastgehouden en verder dat de hand ongeschonden is. De hand wordt bewaard in het klooster van Simonopetra op de monnikenberg Athos in een grote zilveren reliekschrijn, samen met een fragment van het heilig kruis, en relieken van Anna en Pantaleon.

Een bizar verhaal over een reliek vertelt dat de heilige bisschop Hugo van Avalon / Lincoln (1135/40-1200; feestdag 17 november) een stuk bot van de arm van Maria Magdalena op wilde eten. Dat werd hem door verbijsterde omstanders niet in dank afgenomen. Een dergelijke kannibalistische verering van een reliek kon rekenen op kritiek.

Portret


Cicero Moraes, een Braziliaanse specialist in 3D-reconstructies, reconstrueerde in 1974 het gezicht van Maria Magdalena op basis van de schedel die zich bevindt in Saint-Maximin-la-Sainte-Baume (zie boven). Ondanks beperkte toegang tot de schedel concludeerde het team dat de schedel toebehoorde aan een blanke vrouw.
Daarnaast heeft de Franse forensisch patholoog Philippe Charlier (1977) een reconstructie gemaakt van Maria Magdalena's gezicht. Ook werd een stukje haar van de schedel onderzocht met behulp van een binoculair vergrootglas en een scan met een elektronenmicroscoop. De conclusie was dat de vrouw donkerbruin haar moest hebben gehad en haar teint overeenkomstig was met die van mediterrane vrouwen. In het haar trof men een reinigingsklei aan zoals die toen door vrouwen werd gebruikt in het Middellandse Zeegebied om hun haar te verven en ter voorkoming van vlooien en luizen. Er werd een reconstructie (zie inzet) gemaakt van Maria Magdalena’s gezicht op basis van detailfoto’s van de schedel. We zien een vrouw, van ergens in de 50, een geprononceerde joodse neus en hoge jukbeenderen.

Hoewel deze reconstructies zijn gebaseerd op beschikbare fysieke overblijfselen van een (stuk) schedel en wetenschappelijke methoden, blijft het uiteraard onmogelijk het exacte uiterlijk van deze vrouw vast te stellen, laat staan dat het van Maria Magdalena zou zijn. De authenticiteit van de relikwieën werd bijvoorbeeld al in twijfel getrokken ('vrome onzin') door de Franse historicus Jean de Launoy (1603-1678), later gevolgd door bisschop Louis Duchesne (1843-1922) en bisschop Victor Saxer (1918-2004).
2016 Paul Verheijen / Nijmegen