Paul Verheijen

RAFAËL

Madonna della Seggiola

Maria popolana

Deze Madonna met Kind en het kind Johannes de Doper van Rafaël was een van zijn meest populaire werken. Talloze kopieën zijn er van de 17e tot in de 19e eeuw van gemaakt. Lange tijd werd dit werk beschouwd als het toonbeeld van een meesterwerk in de schilderkunst en als schoolvoorbeeld van artistieke perfectie. Deze verheffing van een enkel kunstwerk tot een canoniek paradigma is gebaseerd op verschillende factoren, waaronder de meesterlijke uitvoering van een originele compositie, de schoonheidscultus van het neoclassicisme en de daaropvolgende heldenverering van Rafaël door de romantici. Hieraan wordt het verhaal toegevoegd, dat vooral in de 19e eeuw tot bloei kwam, dat Rafaël voor de Madonna een model koos dat uit het eenvoudige Romeinse volk kwam, een Maria popolana. Als model zijn twee kandidaten voorgesteld, de dochter van een wijnboer (zie de legende hieronder) en de dochter van een bakker. Deze laatste, La Forinaria, zou een geliefde zijn geweest van Rafaël, die hij vaker vereeuwigde, bijvoorbeeld in de Sixtijnse Madonna. Hoewel deze verhalen vandaag de dag voortleven, heerst er nu de opvatting dat Rafaël tot een idealisering van zijn Madonna-types is gekomen die zelfs denkbaar is zonder aan te nemen dat hij echte modellen gebruikte.

Maria drukt haar Kind stevig tegen zich aan alsof ze bijna versmelten in elkaar. Hun blikken richten zich direct en ietwat dromerig naar de kijker. De schouders en borst van de Maagd zijn bedekt met een vrolijk gekleurde sjaal en haar hoofd met een tulbandachtige sjaal die lijken te wijzen op oriëntaalse modellen. Om het Kind in haar armen te houden, heft de Madonna haar linkerbeen op, bedekt met haar blauwe jurk (of een blauwe doek?), bijna naar voren glijdend. Op deze manier neemt het lichaam van Maria een positie aan die een cirkelvormig visueel ritme genereert dat het schommelen van de wieg lijkt te suggereren. Ze buigt haar hoofd naar haar zoon, waardoor de twee hoofden elkaar raken waardoor er een situatie van een intieme familieband ontstaat.

Het kind Johannes op de achtergrond is gekleed in kameelhaar en heeft een kruisstaf bij zich. Zijn blik weerspiegelt ons eigen kijken naar de Madonna en Kind. De tien vingers van zijn biddende handjes zijn voortreffelijk tegen elkaar gedrukt. Johannes heeft uitsluitend aandacht voot=r Madonna en Kind.

De eindbekroning van de zetel van Maria die links op de voorgrond zichtbaar is, roept heel andere associaties op. Is dit een sedia camerale, in het Italiaans seggiola, die feitelijk gereserveerd is voor kerkelijke dignitarissen? De opdrachtgever van het werk zou dan gezocht moeten worden in hoge kringen van de Romeinse curie, mogelijk Leo X zelf. Of is de zetel een alledaagse stoel die verwijst naar moeders die hun kind verzorgen? Dit sluit dan aan bij de Maria popolana interpretatie van het schilderij.

De extreem nauwe compositorische band tussen de Madonna en haar Kind kent geen parallel in de eerdere Madonna-met-Kind-schilderijen van Rafaël. Het drietal past perfect in het tondo-formaat. Het is niet duidelijk of dit tondo-formaat een eigen keuze van Rafaël is geweest of van zijn opdrachtgever. Zouden ikonen van de Moeder van Altijddurende Bijstand een inspiratiebron voor Rafaël kunnen zijn geweest?

Legende

Volgens een legende zijn op het schilderij de dochter van een wijnboer en haar kinderen afgebeeld. Zij woonde op een afgelegen locatie in de Apennijnen. Op zekere dag redde zij een kluizenaar die zijn toevlucht had gezocht in een nabijgelegen eik om aan een roedel wolven te ontsnappen. Het meisje slaagde erin de wolven weg te jagen. De heilige man, dankbaar voor zijn redding, zegende zowel haar als de eik en voorspelde dat beiden op een dag onsterfelijkheid zouden bereiken. Een paar jaar later trouwde het meisje en werd moeder van twee kinderen. De eik werd gekapt door de wijnboer die er vaten van maakte. Op een dag kwam Rafaël langs en, getroffen door de schoonheid van de moeder en haar kinderen die met haar op de stoep speelden, en omdat hij geen canvas of penselen bij zich had om ze af te beelden, tekende hij ze zo goed als hij kon met houtskool op de onderkant van een van de deksels van de vaten die dichtbij waren - en dat was dus de reden voor de ronde compositie. Dus, volgens de voorspelling van de kluizenaar, bereikten zowel de jonge vrouw als de eik waaruit het vat was gemaakt onsterfelijkheid door dit schilderij. Als het niet waar is, is het mooi bedacht.
Raffaello Sanzio (1483-1520)
Madonna della Seggiola (1512-14)
Olieverf op tondo 71 cm doorsnede
Florence - Palazzo Pitti - Galleria Palatina
2016 Paul Verheijen / Nijmegen