De vis wordt walvis
Jan Brueghel de Oude, de tweede zoon van Pieter Brueghel sr., schildert op dit paneeltje een walvis, hoewel daar in het bijbelverhaal over Jona geen sprake van is.
Achtergrond is ongetwijfeld dat men zich alleen bij deze vis kan indenken dat een volwassen man er drie dagen en nachten in kan verblijven.
Wij, zeevarende Nederlanders, waren al vroeg bekend met walvissen en Jan Brueghel kon zeker op verhalen van zeelieden teruggrijpen bij het uitbeelden ervan.
De schilder pakt het moment dat Jona al biddend en gekleed in feestelijk rood uit de muil van de walvis aan land stapt.
Van uitspuwen is hier geen sprake.
De oever ligt bezaaid met stenen en schelpen.
Geheel links kruipt een slak uit zijn huisje, symbool van de verlossing van Jona uit de vis.
Op de achtergrond ontwaren we de contouren van een burcht, waarmee waarschijnlijk Ninive wordt bedoeld, waarnaar Jona zich nu op pad zal gaan begeven.
|