Paul Verheijen

CARAVAGGIO

Bijbeloverstijgende geseling

Summier

Alle vier bijbelse evangelisten melden naast de kruisiging van Jezus nog een andere (Romeinse) bestraffing. Zij gebruiken daarvoor drie verschillende Griekse werkwoorden:
  • Phragelloö, geselen (Matteüs 27,26 en Marcus 15,15)
  • Mastigoö, geselen (Matteüs 10,17; Matteüs 20,19, Matteüs 23,34; Marcus 10,34; Lucas 18,33 en Johannes 19,1)
  • Paideuo, corrigeren (Lucas 23,16-22)
In de context van het lijdensverhaal stemt de mededeling van deze geseling tot nadenken. Is om die geseling gevraagd? Is geseling een 'normaal' voorspel bij de kruisiging? Hoewel geselen met een stok in de joodse traditie bekend was, is de geseling die Pilatus beval net als de kruisiging een Romeinse strafmaatregel tegen niet-Romeinen. Een gesel bestond uit een leren riem waarin stukjes bot en metaal waren verwerkt. Men telde tot 39 geselslagen: de ‘veertig-min-een’. Iemand werd veroordeeld tot 40 slagen, maar uit angst verkeerd te tellen en zo de wet te overtreden, telde men tot 39. Het is een onmenselijke handeling, vaak met de dood als gevolg.
De geseling zelf wordt door de evangelisten (uit piëteit?) niet beschreven. In het Evangelie volgens Lucas is het zelfs onduidelijk of de 'correctie' ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.

In de latere christelijk iconografische traditie wordt de geseling gewoonlijk afgebeeld terwijl Jezus vastgebonden is aan een martelpaal. Geseling was al langetijd een populair onderwerp, zowel in de religieuze kunst als in de toenmalige religieuze praktijk. De kerk moedigde zelfkastijding aan als een middel waardoor de gelovigen het lijden van Jezus zouden kunnen binnengaan.

In de film The Passion of the Christ (2004) is de geseling tergend langdurig in beeld gebracht, hetgeen regisseur Mel Gibson op gepeperde kritiek kwam te staan.

Linkerafbeelding

Caravaggio schilderde deze geseling voor de kapel van de familie van Tommaso de'Franchis in de kerk van San Domenico Maggiore in Napels. Deze familie was verbonden met de Broederschap van de Pio Monte della Misericordia, voor wiens kerk Caravaggio de Zeven Werken van Barmhartigheid al had geschilderd. Het werd in 1972 permanent uitgeleend aan het Museo Capodimonte.

Caravaggio schildert de voorbereiding voor de geseling. Jezus vertoont nog geen geselverwondingen. Er zijn slechts enkele druppels bloed op zijn voorhoofd te zien, veroorzaakt door de doornenkroon. De marmeren kolom waaraan Jezus wordt vastgebonden, is de spil van het schilderij. Om hem zijn twee van de beulen gerangschikt. De beul aan de rechterkant lijkt de achter Jezus' rug vastgebonden handen om de kolom vast te binden. Om kracht te zetten heeft hij zijn linkervoet stevig op Jezus' kuit geplaatst. De tweede beul staat aan de linkerkant tussen Jezus en de kolom. Met zijn linkerhand trekt hij Jezus aan zijn haren naar achteren zodat hij strak tegen de kolom kan worden vastgebonden. In zijn rechterhand heeft hij zijn gesel al gereed. De derde folteraar bindt een touw om een bundel takken voor hem op de grond om er een gesel van te maken. De gesels die Caravaggio schildert, zijn zeker niet Romeins en doen eerder denken aan de roede die Zwarte Piet vroeger in Nederland hanteerde.
Hoe zeer de drie ruwe, getaande beulen Jezus ook belagen, vastgrijpen en knevelen, in het machtige licht dat van boven naar onder op zijn lichaam en zijn bleke huid valt, lijdt hij gelaten, haast in zichzelf gekeerd. Hij draagt zijn doornenkroon en zijn lot met waardigheid.

Het is een onconventionele weergave van de menselijke en natuurlijke realiteit, een nieuwe manier van schilderen. De lichamen komen uit de schaduw en de fysieke kenmerken worden bepaald door het bijna verblindende licht en benadrukken met groot drama de gebeurtenis die het schilderij vertelt.

Caravaggio heeft de beeldruimte drastisch verminderd, zodat de personen op een ondiep podium lijken te staan. Het lijkt op een sadistisch ballet, waarbij de figuren ritmisch over het doek met sombere kleuren zijn gerangschikt.
Jezus is afgebeeld met een achter de doornenkroon nauwelijks zichtbare halo. Hij heeft geen hangende pose, omdat zoiets sierlijk lijkt, maar omdat hij door de beide beulen naast hem ruw in die houding wordt gedwongen. Slechts gehuld in een lendendoek heeft hij eerder de musculatuur van een atleet dan van een godheid. Zelden werd hij imposanter en fysieker uitgebeeld.

Röntgenonderzoek in 1982 bracht aan het licht dat op de plaats van de rechterbeul eerst een geknielde man met baard, waarschijnlijk in gebed, was geschilderd. Mogelijk was dit opdrachtgever Tommaso de'Franchis. Gesuggereerd is ook dat dit Franciscus moest voorstellen. Dit is om twee redenen echter niet waarschijnlijk: er zijn geen schilderijen bekend waar Franciscus bij de geseling aanwezig is en Franciscus afbeelden in een kerk van de dominicanen ligt ook niet voor de hand.

Rechterafbeelding

Op de andere versie waar de figuren in driekwart lengte te zien zijn, toont de geseling ook nog een fragment van de bespotting van Jezus. De rode mantel die links op de voorgrond ligt en het enige sterke kleuraccent vormt, wijst op die bespotting als koning van de joden. De compositiestructuur is ongebruikelijk: Jezus, slechts gekleed in een lendendoek en gebonden aan de geselpaal, verschijnt aan de linkerrand van het beeld. Hij heeft zich afgewend van zijn rechts staande kwelgeesten en richt zijn blik naar links buiten beeld. De geheel rechts staande handlanger is nog bezig Jezus aan de zuil vast te binden. Het model voor deze beul is ook te zien op Caravaggio's Salome en het hoofd van Johannes in de National Gallery in Londen.
De man in het midden heeft Jezus bij de haren gegrepen en staat met de gesel in zijn uitgestrekte linkerhand op het punt de eerste zweepslag toe te dienen. Het medelijden dat van het gezicht van de eerste figuur afleesbaar is, staat daarbij in contrast met de gevoelloze vastberadenheid van de tweede. Jezus lijkt zijn folteraars echter nauwelijks te bemerken. In plaats daarvan lijkt hij zijn blik naar binnen te keren en zich geduldig aan zijn lot te onderwerpen.
De compositie als geheel wordt bepaald door de krachtige kenmerken van Caravaggio's late werken. Het picturale verhaal ontvouwt zich van rechts naar links en wijst buiten het kader van het schilderij, bijna alsof het schilderij voor een specifieke locatie bedoeld was, zoals de rechter zijmuur van een kapel of oratorium.
Michelangelo Merisi da Caravaggio (1571-1610)
Flagellazione di Cristo (1607)
Olieverf op doek, 286 x 213 cm (linkerafbeelding)
Napels - Museo Capodimonte
Olieverf op doek, 135 x 175 cm (rechterafbeelding)
Rouen, Musée des Beaux-Arts
2016 Paul Verheijen / Nijmegen