Paul Verheijen

ALBRECHT DÜRER

Jabach triptiek


Onbekend middenpaneel

Wat het centrale paneel geweest is van dit altaarstuk van Albrecht Dürer is onderwerp van discussie.
Het drieluik werd waarschijnlijk in opdracht van Frederik de Wijze gemaakt voor de kerk in zijn paleis in Wittenberg om het einde van de pest in 1503 te markeren.
Het grootste deel van het schilderij is van Dürer, hoewel sommige delen mogelijk door zijn assistenten zijn gemaakt.
Het altaarstuk werd later aangekocht door de familie Jabach, die het tot het einde van de achttiende eeuw in hun familiekapel in Keulen bewaarde.
De vleugels werden vervolgens uit elkaar gezaagd om de twee sets schilderijen van elkaar te scheiden.
De buitenkanten, met het verhaal van Job, werden later verkleind aan de bovenkant en langs de randen waar ze elkaar oorspronkelijk ontmoetten.
De panelen zijn nu verspreid en over drie Duitse musea.
Omdat de afbeelding van het middenpaneel onbekend is, is het moeilijk om de betekenis van de vleugels te bepalen.
Sommige kunsthistorici identificeren het oorspronkelijke centrale paneel met Dürers Aanbidding der Wijzen (hier in de reconstructie afgebeeld).
Maar volgens anderen bestond het middenpaneel uit een groep sculpturen of de apostelen tegen een vergulde achtergrond.

De beproeving van Job

Op een dag kwamen de hemelbewoners hun opwachting maken bij de HEER, en ook de satan maakte bij Hem zijn opwachting. De HEER vroeg hem: ‘Waar kom je vandaan?’ Hij antwoordde: ‘Ik heb rondgezworven en rondgedoold op aarde.’ De HEER vroeg aan de satan: ‘Heb je ook op mijn dienaar Job gelet? Zoals hij is er niemand op aarde: hij is rechtschapen en onberispelijk, hij heeft ontzag voor God en mijdt het kwaad. Ja, hij is nog even onberispelijk als altijd, en jij hebt Mij ertoe aangezet hem zonder reden te gronde te richten.’ Hierop zei de satan: ‘Zijn leven is hem alles waard. Daarvoor geeft hij zijn hele bezit. Maar als U uw hand naar hem uitstrekt en zijn lichaam aantast, zal hij U ongetwijfeld in uw gezicht vervloeken!’ Toen zei de HEER tegen hem: ‘Luister, doe met hem wat je wilt, maar spaar zijn leven.’ Hierop vertrok de satan en hij overdekte Job van voetzool tot kruin met vreselijke zweren. Job pakte een potscherf om zich te krabben, terwijl hij in het stof en het vuil zat. Zijn vrouw zei tegen hem: ‘Waarom blijf je zo onberispelijk? Vervloek God toch en sterf.’ Maar Job zei tegen haar: ‘Je woorden zijn de woorden van een dwaas. Al het goede aanvaarden we van God, zouden we dan het kwade niet aanvaarden?’ Ondanks alles zondigde Job niet: hij sprak geen onvertogen woord.
Drie vrienden van Job, Elifaz uit Teman, Bildad uit Suach en Sofar uit Naäma, hoorden van de rampspoed die hem had getroffen, en ze besloten hem op te zoeken. Onderweg ontmoetten ze elkaar, en samen gingen ze naar hem toe om hun medeleven te tonen en hem te troosten. Toen ze Job vanuit de verte zagen herkenden ze hem niet, en ze barstten uit in luid geweeklaag, ze scheurden hun kleren en wierpen stof omhoog over hun hoofd. Zeven dagen en zeven nachten bleven ze naast hem op de grond zitten zonder iets tegen hem te zeggen, want ze zagen hoe vreselijk hij leed.

(Job 2,1-13)

Zijpanelen gesloten

In gesloten toestand vertellen de beide zijluiken dit verhaal van Job.
De twee panelen vormen één enkel beeld: ze hebben een gemeenschappelijke achtergrond en de jurk van Jobs vrouw loopt door naar het rechterpaneel.
Het lichaam van de bejaarde Job is bedekt met zweren, wat het een bijzonder geschikt onderwerp maakte voor een altaarstuk dat werd besteld om het einde van de pest te markeren.
Job zit op een mesthoop, in een houding van vermoeide contemplatie
Misschien is dat de reden dat zijn vrouw een emmer water over hem gooit, ter verlichting van de pijn.
De vrouw draagt typisch Neurenbergse renaissance kleren (Dürer woonde in Neurenberg).
In de linkerbovenhoek staan ​​Jobs huis en de gewassen in brand en het kleine figuurtje van de Duivel ontvlucht de vernietiging.
Het rechterpaneel toont de figuren van een doedelzakspeler en een drummer, die Dürers eigen gelaatstrekken dragen.
Deze voorstelling komt niet helemaal overeen met het Bijbelse verhaal.
Hierin wordt Job eerst bespot door zijn vrouw en krijgt hij vervolgens bezoek van drie - geen twee - vrienden die hem proberen te troosten.
Van muzikanten is geen sprake, waardoor hun betekenis lange tijd onduidelijk was.
Vermoedelijk refereert de scène aan een legende, een wonderverhaal over muzikanten die Job troosten en afleiding boden in zijn ellende.
Deze legende was vooral populair in de vijftiende eeuw en komt als motief nog een eeuw langer voor in de Job-iconografie.
Volgens dat verhaal overhandigde Job de muzikanten zijn afgekrabde wondkorsten, die vervolgens in goudstukken veranderden.
Maar volgens anderen kwamen zij helemaal niet om dat lijden te verlichten maar zouden zij hem nog verder kwellen en bespotten!
De betekenis van deze voorstelling als geheel zou dan gezocht moeten worden in de beproevingen van Job en hoe Job daarbij God altijd trouw blijft.
In de verte, achter de drummer, is Jobs kudde dieren gestolen en weggeleid.

Zijpanelen open

De binnenkant van de vleugels stellen vier heiligen voor, tegen een glinsterende gouden achtergrond.
Hun namen zijn weergegeven in hun aureool zodat over identificatie geen discussie kan zijn.
Op de linkervleugel zien we S. JOSEF MARIA GEMAHEL, Jozef dus de man van Maria, leunend op een staf en S JOACHIM MARIE VATER, Joachim, de vader van Maria.
Op de rechtervleugel staan S SIMEONIS, de oude ziener Simeon, en S. LAZARUS, de door Jezus uit de dood opgewekte broer Lazarus van Marta en Maria, hier met zijn bisschopsstaf en mijter, omdat hij volgens de legende in zijn later leven bisschop is geworden.
Albrecht Dürer (1471-1528)
Jabach Triptiek (1503-04)

Linkerluik achter: Job op de mestvaalt met zijn vrouw
Gemengde techniek op paneel, 96 x 51 cm
Frankfurt am Main - Städel Museum

Rechterluik achter: Twee muzikanten
Gemengde techniek op paneel, 96 x 51 cm
Keulen - Wallraf-Richartz Museum

Zijluiken voor: Jozef & Joachim en Simeon & Lazarus
Gemengde techniek op paneel, 96 x 51 cm
München - Alte Pinakothek

Middenpaneel (hypothese): Aanbidding van de Wijzen
Olieverf op paneel, 99 x 114 cm
Florence - Uffizi
2016 Paul Verheijen / Nijmegen