Paul Verheijen

GELDORP GORTZIUS

Ester en Ahasveros

De scène in de bijbel

Toen de derde dag aangebroken was, hulde Ester zich in een koninklijk gewaad en ging naar de binnenhof van het koninklijk paleis. Daar bleef ze staan, tegenover de troonzaal. In de zaal zat de koning op zijn koninklijke troon, tegenover de ingang. Zodra hij koningin Ester in de hof zag staan, voelde hij zo veel genegenheid voor haar dat hij haar de gouden scepter toestak die hij in zijn hand hield. Ester ging naar voren en raakte het uiteinde van de scepter aan. Toen vroeg de koning haar: ‘Wat is er, koningin Ester? Wat is uw wens? Al was het de helft van mijn rijk, het zal u gegeven worden.’ En Ester antwoordde: ‘Als het de koning goeddunkt, laat hij dan vandaag nog samen met Haman naar het feestmaal komen dat ik voor hem heb bereid.’ Daarop gaf de koning bevel om Haman zo snel mogelijk te halen. ‘We zullen doen,’ zei hij, ‘wat Ester verzoekt.’
Zo kwamen de koning en Haman naar de maaltijd die Ester had bereid.

(Ester 5,1-5)

De scène bij Flavius Josephus

Traditioneel toonden afbeeldingen van scènes uit het boek Ester ofwel de dramatische ontmoeting aan het overvolle hof van Ahasveros, met de koning hoog op zijn troon gezeten en Ester gehoorzaam voor hem neergeknield, ofwel het moment bij Esters banket, wanneer ze het plan van Haman aan Ahasveros onthult. In het hier afgebeelde schilderij laat de Vlaamse kunstenaar Geldorp Gortzius alle verwijzingen naar het bijbelse verhaal varen en benadrukte in plaats daarvan de tedere interactie tussen man en vrouw. Geldorp schilderde Ester en Ahasveros af als figuren op borstlengte die zich dicht bij het beeldvlak bevinden. Met een liefdevolle uitdrukking heeft Ahasveros zijn linkerarm om Esters schouder geslagen terwijl hij haar de gouden scepter aanbiedt. In ruil daarvoor kijkt Ester toegewijd naar haar man terwijl ze zijn scepter met beide handen vasthoudt. De intieme weergave van Geldorp zou heel goed geïnspireerd kunnen zijn op de versie van dezelfde scène door Flavius ​​Josephus.
Nadat zij God drie dagen om deze gunsten had gebeden, trok zij haar rouwkleed uit en veranderde haar uiterlijk. Zij maakte zich op, zoals dat bij een koningin past, en ging naar de koning met twee dienaressen, van wie de ene haar licht steunde wanneer zij op haar leunde, terwijl de andere haar volgde en de sleep van haar gewaad dat in plooien op de grond viel met haar vingertoppen ophield. En hoewel zij bloosde over haar gezicht, straalde haar hele gestalte bevalligheid en koninklijke schoonheid uit. Met angst en beven ging zij bij de koning naar binnen. Toen zij hem onder ogen kwam, zat hij op de troon in koningsgewaad, een bontgekleurd kleed afgezet met goud en kostbare stenen. Daardoor was hij in haar ogen nog angstaanjagender. Omdat hij ook nog naar haar keek met een harde en van woede vertrokken blik, verloor ze plotseling het bewustzijn en viel flauw voor de voeten van de dienaressen die naast haar stonden. Maar de koning veranderde plotseling, door de wil van God denk ik, van stemming. Bang dat zijn vrouw uit angst iets ergs was overkomen, sprong hij op van zijn troon, nam haar in zijn armen en bracht haar weer bij. Hij omhelsde haar en sprak liefkozende woorden tegen haar. Hij stelde haar op haar gemak en zei dat ze niets ernstigs hoefde te vrezen omdat zij hem ongeroepen genaderd was. Deze wet, zo zei hij, gold alleen voor zijn onderdanen, maar zij die samen met hem regeerde had niets te vrezen. En terwijl hij dit zei, legde hij de scepter in haar hand en strekte zijn staf uit over haar nek, zoals de wet dat voorschreef. Zo nam hij de angst bij haar weg. Hierdoor kwam ze weer tot zichzelf en zei: 'Heer, het is niet gemakkelijk voor mij u te vertellen wat mij zo plotseling overkwam. Toen ik u zag, groot, mooi en angstaanjagend, stokte mijn adem terstond en vloeide het leven uit mij weg.' Omdat ze deze woorden moeizaam en zwak uitsprak, maakten angst en paniek zich van hem meester. Hij spoorde haar aan goede moed te houden en hoop te houden op het beste, want hij zou haar de helft van het koninkrijk geven als zij daarom zou vragen. Daarop nodigde Ester hem met Haman, zijn vriend, in haar verblijf uit voor een banket dat ze, zo zei ze, had klaargemaakt. Hij stemde toe en ze kwamen. Tussen het drinken door verzocht hij Ester hem te vertellen wat ze wenste. Er was namelijk niets dat ze niet kon krijgen, zelfs als ze de helft van het koninkrijk wilde hebben. Maar Ester zei dat ze haar wens voor de volgende dag wilde bewaren, als hij dan opnieuw met Haman bij haar een feestmaal wilde gebruiken.
(Flavius Josephus - Joodse Geschiedenis, Boek XI,234-243)
De rijkelijk uitgedoste kleding van het paar laat geen twijfel bestaan ​​over hun koninklijke status. Ester is gekleed in een bruine bontmantel met een split op de schouder waardoor een witte satijnen jurk zichtbaar wordt, geborduurd met gouden patronen. Een kroon en diadeem met parels en edelstenen schitteren tussen haar bruine krullen. Ook parelsnoeren sieren haar hals en polsen. Ahasveros draagt ​​een dieprode mantel over een donkergroene tuniek afgezet met een gouden kraag ingelegd met een robijn en parels. Ook zijn gouden kroon, waarvan de punten tot aan de bovenrand van het paneel reiken, is versierd met parels.

Historisch portret?

Gortzius was in de eerste plaats een portretschilder wiens oeuvre voornamelijk bestaat uit enkele portretten. Zijn weergave van de hoofdrolspelers als figuren op borstlengte in dit werk is typerend voor zijn relatief weinige historiestukken. De dunne lijn tussen zijn portretten en historiestukken roept de vraag op of Ester en Ahasveros bedoeld waren als een portrait historié. In het geval van Ester suggereert haar geïdealiseerde gezichtstype dat ze niet bedoeld was om dit doel te bereiken. Sterker nog, Gortzius had dezelfde figuur van Ester, met een bijna identieke uitdrukking, al eerder gebruikt in oudere werken. Hij maakte slechts een kleine variaties in de kleding, handgebaren en attributen van de figuur.

De trekken van Ahasverus daarentegen zijn minder geïdealiseerd dan die van Ester en zijn gezichtstype komt nergens anders in Gortzius' oeuvre voor. Hij wordt afgebeeld als een man van ongeveer dezelfde leeftijd als Ester, heel anders dan de beschrijving van hem in geschreven en geïllustreerde verslagen. Hoewel dit erop zou kunnen wijzen dat Geldorp exclusief voor een mannelijke opdrachtgever een portrait historié heeft gemaakt, is het moeilijk voorstelbaar dat een model als Ahasveros zou willen worden afgebeeld zonder dat zijn vrouw model stond voor Ester.

De ongebruikelijke aanwezigheid van de halo achter Esters hoofd roept verdere vragen op over de identificatie van het onderwerp. Traditioneel worden figuren uit het Eerste Testament niet afgebeeld met aureool. Het zou verband kunnen houden met de typologische traditie van haar voorbede bij Ahasveros. Haar pogingen om de joden te redden werden vergeleken met de tussenkomst van de Maagd bij God voor de redding van de mensheid. In de Biblia Pauperum, een van de meest bekende middeleeuwse typologische bronnen, wordt deze associatie bijvoorbeeld geïllustreerd door de nevenschikking van Ester en Ahasveros met de kroning van de Maagd. Het versterken van deze relatie zal wellicht de overwegend katholieke klantenkring van Geldorp Gortzius in Keulen hebben aangesproken, wat heeft geresulteerd in deze bijzondere vertolking van de heldin Ester.

Uitvoerige informatie over dit werk is te vinden op The Leiden Collection.
Geldorp Gortzius (1553-±1619)
Ester en Ahasveros (±1612)
Olieverf op paneel, 57 x 72 cm
The Leiden Collection
2016 Paul Verheijen / Nijmegen