Paul Verheijen

WESTMINSTER ABBEY

Kerk voor koninklijke kroningen en begrafenissen

Plattegrond


1 Westelijke deur
2 Kapel van Sint-Joris
3 Graf onbekende soldaat en gedenkteken voor Sir Winston Churchill
4 Noordschip
5 Middenschip
6 Zuidschip
7 Orgel
8 Noordelijke koorgang
9 Koor
10 Zuidelijke koorgang
11 Priesterkoor en hoogaltaar
12 Noord transept
13 Noordelijke ingang
14 Kapel van Sint-Andreas
15 Kapel van Sint-Michaël
16 Kapel van Sint-Johannes de Evangelist
17 Kapel van John Islip
18 Kapel van O.L.V. van de Kerkbank en kapel van Sint Johannes de Doper
19 Kapel van Sint-Paulus
20 Noordelijke rondgang
21 Graf van Elizabeth I
22 Kapel van Hendrik VII
23 Graf van Hendrik VII
24 Kapel R.A.F.: herdenkingsvenster Battle of Britain
25 Graf van Mary Queen of Scots
26 Kapel Sint-Edward en Coronation Chair
27 Kapel van Hendrik V
28 Kapel van Sint-Nicolaas
29 Kapel van Sint-Edmund
30 Zuidelijke rondgang
31 Kapel van Sint-Benedictus
32 Dichtershoek
33 Zuid transept
34 Kapel van Sint-Fides van Agen
35 Deur naar kloosters
36 Kapittelzaal
37 Kapel van de Pyx
38 Museum
39 Kloosterhof

Historie

The Collegiate Church of Saint-Peter in Londen is beter bekend onder naam Westminster Abbey.
De legende wil dat de abdij in 616 werd geconsacreerd door Mellitus van Canterbury (feestdag 24 april), de eerste bisschop van Londen, nadat een visser een visioen had gezien over Petrus.
Die werd dan ook de patroonheilige van de kerk.
In de zuidelijke rondgang (#30) is hij met zijn sleutel afgebeeld op een retabel uit ongeveer 1270 (afbeelding).

Het gebouw verrees op een eiland in de rivier de Theems.
Ten tijde van koning Edward de Belijder (±1003-1066) werd de abdij verbouwd in Normandische stijl.
Dit grote bouwproject tijdens zijn regering was de eerste Normandische romaanse kerk in Engeland en bedoeld als koninklijke grafkerk.
De inwijding vond plaats op 28 december 1065, slechts enkele dagen voor Edwards dood.
Edward lijkt niet geïnteresseerd te zijn geweest in boeken en aanverwante kunsten, maar zijn abdij speelde een vitale rol in de ontwikkeling van de Engelse romaanse architectuur, waaruit het beeld naar voren komt dat hij een innovatieve en genereuze beschermheer van de kerk was.
De Abbey had Edward laten bouwen met toestemming van Leo IX (paus van 1049-54; feestdag 19 april) die hem had toegestaan, in plaats van een pelgrimsreis naar Rome, een ander goed werk te verrichten.
Edward had de stichtingsoorkonde getekend en de oorkonde van de ontheffingen en voorrechten die hij aan deze kerk had verleend.
Hoewel hij tijdens de wijdingsceremonie ziek werd, woonde hij deze toch tot het einde bij.
Vervolgens begaf hij zich te bed en bereidde hij zich voor op de dood.
In zijn laatste uur zag hij al zijn edelen die zich om zijn bed verzameld hadden, huilen.
Toen hij zijn vrouw Edith erger zag snikken dan de rest, vertrouwde hij haar toe aan de zorg van haar broer en enkele andere heren.
Bovendien verklaarde Edward dat Edith nog maagd was.

Tussen 1245 en 1517 werd de abdij verbouwd in gotische stijl.
Tijdens de kerkhervorming onder Hendrik VIII werd Westminster Abbey slachtoffer van de opheffing van de kloosters, en in 1540 werd ze gesloten.
De abdij werd aan de benedictijnen teruggegeven onder koningin Maria I, maar onder koningin Elizabeth I moesten ze de abdij in 1559 opnieuw afstaan.
Elizabeth bepaalde dat Westminster een royal peculiar zou worden: een kerk die rechtstreeks onder verantwoordelijkheid van de vorst viel en niet van de aartsbisschop van Canterbury.
Zij maakte er een collegiale kerk van en sindsdien is het hoofd niet de bisschop, maar een deken die wordt aangesteld door de vorst.

Tot de 19e eeuw was de abdij na Oxford en Cambridge de belangrijkste plaats van wetenschap in het land.
Westminster Abbey is traditioneel de plaats waar kroningen en begrafenissen van leden van de Britse vorstenhuizen plaatsvinden.
Ook vinden hier huwelijken plaats van leden van de koninklijke familie.

In 1987 werd het gebouw samen met Westminster Palace en Saint-Margaret's Church door UNESCO op de Werelderfgoedlijst geplaatst.
Westminster is te beschouwen als het Engelse Pantheon waar zich vele graven bevinden van beroemdheden.
In de loop der eeuwen werd het een grote eer om in Westminster Abbey bijgezet te worden voor schrijvers, dichters, musici, generaals, politici, wetenschappers en andere groten uit de Engelse samenleving, zoals: Geoffrey Chaucer, Charles Darwin, Charles Dickens, John Dryden, Georg Friedrich Handel, Stephen Hawking, Rudyard Kipling, David Livingstone, Isaac Newton, Laurence Olivier en Henry Purcell.
Is je graf er niet, dan is een gedenksteen ook niet te verontachtzamen zoals voor Shakespeare, Churchill, Benjamin Britten en Baden-Powell.
Afbeelding: John Ninian Comper (1864-1960) - Edward de Belijder (1927), glas-in-lood raam (detail) in het noordschip (#4)

Coronation Chair

Kroning Elizabeth II 2 juni 1953

Sinds 1308 zijn alle vorsten van Engeland, op twee na, gekroond op de Coronation Chair, die normaal in de Edward de Belijderkapel (#26) staat, behalve dan wanneer hij wordt neergezet op het koor voor een kroning.
De kroningsstoel was gemaakt voor Edward I om de Stone of Scone te omsluiten die hij in 1296 op de Schotten had veroverd.
Van deze steen wordt verondersteld dat het de steen was die diende als hoofdkussen voor aartsvader Jakob in Betel.
Jakob verliet dus Berseba en ging op weg naar Charan. Op zijn tocht kwam hij bij een plaats waar hij bleef overnachten omdat de zon al was ondergegaan. Hij pakte een van de stenen die daar lagen, legde die onder zijn hoofd en ging op die plaats liggen slapen. Toen kreeg hij een droom. Hij zag een ladder die op de aarde stond en helemaal tot de hemel reikte, en daarlangs zag hij Gods engelen omhooggaan en afdalen. Ook zag hij de HEER bij zich staan, die zei: ‘Ik ben de HEER, de God van je voorvader Abraham en de God van Isaak. Het land waarop je nu ligt te slapen zal Ik aan jou en je nakomelingen geven.
(Genesis 28,10-13)
De steen werd de kroningszetel van veel vroege Schotse koningen.
De eiken stoel die er nu omheen is gemaakt, is ooit mooi beschilderd door Meester Walter met de figuur van een koning op de rug en decoratieve patronen van vogels, gebladerte en dieren op een vergulde achtergrond.
De op de achterkant gekerfde namen behoren toe aan 18e-eeuwse Westminster schooljongens.
Voor de kroning van King Charles III op zaterdag 6 mei 2023 werd de Stone of Scone weer in de Coronation Chair geplaatst. Hij wordt bewaard in Edinburgh Castle.

Retabel hoogaltaar

Het retabel-glasmozaïek voor het hoogaltaar - uit 1867 - is gemaakt door de Italiaanse glazenier Antonio Salviati (1816-1890) en stelt het Laatste Avondmaal voor.

Fides van Agen

In de Westminster Abbey bevindt zich een kapel die bestemd is voor privé-gebed: de Kapel van Fides van Agen (#34).
Fides van Agen (Sainte-Foi) was een christen-meisje van 12 jaar en zou als oogstoffer rond 287 te Aginnum (Agen, Lot-et-Garonne) zijn onthoofd met het zwaard.
Op bevel van landvoogd Dacianus werden daaraan voorafgaand al haar gewrichten uit de kom getrokken en werd zij op een gloeiend rooster gelegd.
Zij weerstond deze martelingen en haar getoonde moed wekte bewondering en leidde tot nieuwe martelaren.

Bijvoorbeeld in het jaar 303 de onthoofding van Caprasius, die vanaf de 14e eeuw in legenden voor de eerste bisschop van Agen gehouden werd, alwaar de kathedraal nog steeds zijn naam draagt.
Het Roomse Martelaarsboek herdenkt hem op 20 oktober:
Te Agen in Frankrijk de heilige martelaar Caprasius. Om aan de vervolging, die toen woedde, te ontkomen, hield hij zich in een spelonk verborgen. Toen hij eindelijk vernam, hoe de zalige maagd Fides voor Christus had te strijden, werd hij daardoor aangemoedigd tot het ondergaan van de martelingen en bad hij tot God, dat, zo Hij hem de eer van het martelaarschap waardig keurde, er uit de steen van de spelonk helder water zou vloeien. Toen God dit had ingewilligd, is hij vol vertrouwen naar het strijdperk gesneld en verwierf hij door zijn moedige strijd onder keizer Maximianus de martelaarspalm.
Al in de 5e eeuw zijn er berichten over een aan Fides gewijde memoria (grafkapel) te Agen, en in de vroege middeleeuwen vereerde men haar in de kathedraal aldaar.
Fides' roem dateert vooral vanaf de gewelddadige translatie - monniken roofden uit Agen haar gebeente - in 877/83 van haar relieken naar de, door de Saracenen verwoeste en door Karel de Grote herbouwde, benedictijnerabdij te Conques (Aveyron) in de Rouergue.
Gedeeltelijk kwamen haar relieken ook in het Engelse Glastonbury terecht.
Fides' feest wordt op 6 oktober gevierd.
Meestal afgebeeld als een wat oudere vrouw in een lange rok en mantel, soms met kroon en rooster, is zij de patrones van de schrijnwerkers en de wolkammers en helpt ze echtparen bij kinderloosheid.

De twee meter hoge gekroonde figuur van Fides staat op een kraagsteen onder een baldakijn en draagt ​​een donkergroene tuniek met een roze mantel bekleed met bont tegen een rijke vermiljoenen achtergrond.
Ze houdt een boek en een rooster vast, het symbool van haar martelaarschap.
De muur erachter is donkergroen en de nis is beschilderd met zigzag rode en witte banden.
Het schilderij is in olieverf op een dunne gegronde ondergrond en kan worden gedateerd 1290-1300.

Linksonder zien we een biddende benedictijner monnik met een Latijns opschrift gebaseerd op boetepsalm 50 dat diagonaal omhoog loopt naar Fides.
ME QUEM CULPA GRAVIS PREMIT, ERIGE, VIRGO SUAVIS. FAC MIHI PLACATUM CRISTUM, DELASQUE REATUM
Van de last van mijn pijnlijke overtredingen, verlos mij, zoete maagd; sluit vrede met Christus en wis mijn ongerechtigheid uit.

Op de kraagsteen daaronder bevinden zich vier geometrische figuren met in het midden een kruisigingsscène.

Canaletto en Wilcocks

Het olieverfschilderij van Canaletto van de Westminster Abbey met een processie van de Knights of the Bath (linkerafbeelding) is het vroegste kunstwerk dat de iconische westelijke torens van de abdij weergeeft.
Het werd geschilderd rond 1749, vier jaar nadat de westelijke torens waren voltooid en het toont de grote processie van de abdij naar het House of Lords van de nieuw geïnstalleerde Knights of the Bath, die op 26 juni van dat jaar had plaatsgevonden.

Joseph Wilcocks (1673-1756), de decaan van Westminster vanaf 1731 tot aan zijn dood, gaf de opdracht aan Canaletto maar het archief van de abdij onthult niet het hoe of waarom.
Hij was misschien erg trots op het nieuwe westfront van de abdij dat hij zeker beschouwde als een persoonlijke prestatie.
De torens staan ook prominent uitgebeeld op zijn grafmonument (afbeelding) in de Kapel van Sint-Joris (#2).

De Order of the Bath-ceremonie was ook een indrukwekkende manier om de nieuw gebouwde abdij uit te beelden.
We zien Wilcocks in de processie in fijne scharlakenrode gewaden en een zwarte hoed met kwastjes.

Het werk werd in 1792 door zijn zoon nagelaten aan de abdij.
Sindsdien heeft het in het voor publiek gesloten decanaat van de abdij gehangen en wordt het af en toe uitgeleend voor een tentoonstelling, naar schatting slechts vijf keer in de afgelopen honderd jaar.

Canaletto was op het hoogtepunt van zijn kunnen tijdens zijn periode in Londen en de kwaliteit van zijn werk was uitzonderlijk hoog.
Hij schilderde ook delen van het interieur van de Abbey.
Op de rechterafbeelding is dat bijvoorbeeld de Kapel van Hendrik VI (#22).
Verder maakte hij veel taferelen in de buurt van de abdij en aan de rivier, waaronder Westminster Bridge in aanbouw.
Canaletto (Giovanni Antonio Canal) (1697-1768)
Westminster Abbey met processie Knights of Bath (1749)
Olieverf op doek, 100 x 100 cm
Londen - Westminster Abbey

Westminster Abbey, interieur Kapel Hendrik VII (±1730)
Olieverf op doek, 65 x 58 cm
Londen - Museum of London
2016 Paul Verheijen / Nijmegen