Paul Verheijen

PETRUS

Leven en dood - Evangelie - Trio - Attributen - Kerkelijke kalender

Leven en dood

Petrus werd niet alleen de belangrijkste van de apostelen, maar in het Tweede Testament de (on)betwiste voorman en woordvoerder van het prille christendom.
Over zijn leven vóórdat hij door Jezus werd geroepen vertelt de bijbel zo goed als niets en over zijn levenseinde valt in het geheel niets te lezen.
Hij zou zijn gestorven tijdens de gruwelijke christenvervolging onder keizer Nero (54-68).
Tegen het einde van de 2e eeuw was zijn kruisigingsdood al omgeven door een uitgebreid web van vrome legenden en verzinsels, vastgelegd in het boek Handelingen van Petrus dat het oudste is van de vele apocriefe werken over hem.
Over de manier waarop hij gekruisigd wilde worden lezen we:
'Van jullie, beulen, vraag ik me te kruisigen met het hoofd naar beneden en niet anders. En de reden daarvan zal ik uitleggen aan die luisteren.'
[...] 'Want de eerste mens, wiens beeld ik draag, liet door met het hoofd naar beneden te vallen een manier van geboorte zien die eerder niet bestond, want het was dood zonder beweging. Hij die naar beneden werd getrokken en die zijn oorsprong op aarde wierp, stelde het hele kosmische systeem vast, opgehangen in overeenstemming met de staat waartoe Hij was geroepen.'
[...] Toen de menigte om hem heen 'Amen' riep, had Petrus inmiddels zijn Geest aan de Heer toevertrouwd. Toen Marcellus zag dat Petrus de geest gegeven had, zonder met iemand te spreken omdat dit niet geoorloofd was, nam hij hem met eigen handen van het kruis en waste hem in melk en wijn. En nadat hij zeven pond hars gehakt had en bovendien vijftig pond mirre, aloë en specerijen, zalfde hij zijn lichaam, hij vulde een zeer kostbare marmeren doodkist met Attische honing en begroef hem in zijn eigen graf.
(Fragmenten uit de hoofdstukken 37, 38 en 40 van de Handelingen van Petrus)

Evangelie

Een van de oudste apocriefe evangeliën dateert uit de eerste helft van de tweede eeuw.
Eusebius vertelt in zijn Kerkgeschiedenis dat Serapion, bisschop van Antiochië van 190-211, op werkbezoek in Rhossos een Evangelie van Petrus krijgt te lezen dat hij goedkeurt, hoewel hij twijfelt of Petrus wel de auteur is.
Terug in Antiochië vertelt iemand hem dat dit Evangelie docetisch is.
Het docetisme (van het Griekse dokein, 'lijken of schijnen') werd beschouwd als een ketterij vanwege de opvatting dat het lichaam van Jezus slechts schijn was en hij dus geen pijn aan het kruis kan hebben gevoeld.
Serapion schrijft daarom een waarschuwende brief aan de christenen in Rhossos.
In 1886-87 werd in Akhmim (Boven-Egypte) in het graf van een monnik het vermoedelijke slotdeel, geschreven in het Grieks, van dit Evangelie van Petrus gevonden.
De tekst omvat 60 verzen en vangt aan bịj de berechting van Jezus voor Herodes en volgt dan, vrij redelijk parallel met de bijbelse evangelièn, het proces (waarbij de joden meer schuld krijgen toebedeeld dan Pilatus), de kruisiging, de graflegging en de aankomst bij het lege graf van Maria Magdalena en haar vriendinnen.
Toch zijn er wel enkele verschillen met de bijbelse evangeliën.
  • (vers 10): Ze brengen twee kwaadstichters en kruisigen de Heer midden tussen hen. Maar hij heeft gezwegen alsof hij geen enkele pijn had.
    Dit is het vers waaruit de conclusie werd getrokken dat het geschrift docetisch is.
  • (vers 19): En de Heer roept uit en zegt: mijn kracht, mijn kracht, je hebt mij verlaten! Dat zeggend wordt hij opgenomen.
    Vergelijk dit kruiswoord met Matteüs 27,46: Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?
  • (vers 31): Pilatus geeft hun de honderdman Petronius, met soldaten, om het graf te bewaken.
    De uit de synoptici bekende honderdman (Matteüs 27,54; Marcus 15,39-45; Lucas 23,47) heeft hier een naam gekregen.
De overeenkomsten met de canonieke evangeliën zijn groter dan de verschillen.
Daarom dacht men ook aanvankelijk dat Petrus voor zijn Evangelie gebruik had gemaakt van die evangeliën.
Heden ten dage geloven onderzoekers dat Petrus en de bijbelse evangelisten allen putten uit één bron die het 'Kruisevangelie' wordt genoemd.
In het laatste versgedeelte dat is gevonden stelt de auteur zichzelf voor als de apostel Petrus: Ik, Simon Petrus, en mijn broer Andreas, wij nemen onze netten en gaan weg naar de zee. Bij ons is Levi geweest, die van Alfeüs, welke de Heer ...

Trio

Met 'de zonen van Zebedeüs, Jakobus en Johannes, vormt Petrus enkele keren een trio dat bij Jezus een speciale plek krijgt, wanneer Jezus zich afzondert om alleen te zijn en te bidden. De eerste mensen die Jezus roept hem te volgen, zijn twee broers: Petrus en Andreas. Ook het volgende koppel dat hij roept, zijn broers, Jakobus en Johannes, zonen van een zekere Zebedeüs die we alleen van naam kennen. Over hun anonieme moeder vernemen we meer. Zij krijgt van Jezus een reprimande als zij voor haar beide zoons een speciale plaats vraagt in Jezus' koninkrijk. En verderop in de Matthäus-Passion is zij aanwezig bij Jezus' begrafenis. Petrus, Andreas, Jakobus en Johannes zijn de eerste vier leerlingen van Jezus en we mogen aannemen dat zij om die reden vaker met Jezus alleen zijn. Vreemd is wel dat er dan steeds sprake is van een trio. Andreas ontbreekt blijkbaar, of wordt in elk geval niet genoemd. Alleen Petrus, Jakobus en Johannes zijn getuige geweest van Jezus' verheerlijking op de berg. In het passieverhaal zullen zij getuige zijn van zijn innerlijke strijd.

Over de grote rol die Petrus speelt in het lijdensverhaal gaat de pagina PETRUS' VERLOOCHENING

Attributen

  • met rond gezicht
  • kort krullend haar
  • kaal op de kruin (Tonsura Petri)
  • blote voeten
  • haan
  • kruisstaf of handkruis (met drie dwarsarmen)
  • kruis ondersteboven
  • een, twee (zilveren en gouden) of drie sleutels
  • vis(net)
  • (verbrijzelde) ketting(en) (met engel die hem bevrijdt)
  • schip, roeiriem
  • kroon
  • palmtak
  • albe
  • pallium
  • boek of schriftrol
  • mijter
  • tiara
  • samen met Paulus
  • aan de voet van Christus' kruis
  • wijwaterkwast of -vat
  • wenend van rouw
  • drie opgeheven vingers
  • met inscriptie Rome
  • met Simon de Magiër of keizer Nero aan zijn voeten

Kerkelijke kalender