RetabelDit retabel van Franciscus wordt zowel toegeschreven aan Barone Berlinghieri (1228-±1282) als aan Coppo di Marcovaldo (±1250-1276). Deze toeschrijvingen zijn echter niet op een bekend of gedocumenteerd werk gebaseerd. Franciscus overleed in 1226 en we kunnen in elk geval constateren dat het werk betrekkelijk kort na zijn dood is gemaakt. Het altaarstuk is opgebouwd als een Byzantijnse icoon met Franciscus prominent in het midden tegen een gouden achtergrond omgeven door scènes uit zijn leven. Met een zegenend gebaar en blootsvoets toont hij ons zijn stigmata. De drie knopen die zijn habijt omgorden symboliseren de geloftes van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid. De binnenste decoratieve fries bevat kleine bustes van franciscanen, die mogelijk de Santa Croce-gemeenschap van die tijd vertegenwoordigen. 01 - Franciscus, gevangengenomen door zijn vader, wordt bevrijd door zijn moeder 02 - trekt zijn kleren uit voor bisschop Guido van Assisi en zijn vader Bernardone 03 - ontwerpt het franciscaanse habijt in aanwezigheid van de bisschop 04 - symboliseert de armoede door zijn schoenen uit te trekken 05 - wordt ontvangen door Innocentius III (paus van 1198-1216) die de franciscaanse regel goedkeurt 06 - maakt de eerste kribbe in Greccio 07 - preekt tot de vogels 08 - preekt tot de Saracenen in het bijzijn van de sultan 09 - redt een lam dat tussen de geiten graast 10 - verruilt zijn habijt voor twee lammeren die bestemd zijn om te worden geslacht 11 - ontvangt de stigmata 12 - toont publiekelijk berouw voor het verbreken van zijn vasten 13 - verschijnt aan broeder Monaldus in het kapittel in Arles terwijl Antonius preekt 14 - onderwijst de melaatsen, houdt er een op zijn knie en wast de voeten van een ander 15 - dood; kreupelen worden genezen 16 - begrafenis; meisje met verwrongen nek en twee bezeten vrouwen worden genezen 17 - heilig verklaard door paus Gregorius IX 18 - voorkomt het zinken van een schip dat uit Ancona was gevaren 19 - dankbare pelgrims en zeelieden brengen kaarsen naar zijn graf 20 - geneest Bartolomeo da Narni's jicht |
Achterwand
|
Bardi familieOmdat de Bardifamilie in Florence veel puissant rijke bankiers telde, kon zij zich rond 1325 veroorloven Giotto, de franciscanerschilder bij uitstek, te vragen hun kapel in de Santa Croce te decoreren met een Franciscuscyclus, naar analogie van de cyclus in de San Francesco in Assisi.Het wandoppervlak was hier echter veel minder dan in Assisi en had in plaats van 28 slechts ruimte voor zes fresco's en een zevende rechts boven de ingang van de kapel. Nog meer dan in Assisi verbeeldde Giotto Franciscus als een tweede Christus. De selectie onthult veel over de bedoelingen van de Bardifamilie. Samen verbeelden de scènes de hoop zich aan de hemelpoort te mogen melden. Ze zijn dan wel stinkend rijk, maar ze volgen toch Franciscus na die als tussenpersoon moet fungeren voor hun zieleheil. In 1852 werden verloren geraakte delen opnieuw beschilderd, maar deze werden in de jaren 60 van de vorige eeuw weer verwijderd, zodat we nu weer kijken naar flink 'beschadigde' fresco's. De cursieve teksten bij de afbeeldingen hieronder komen van Bonaventura. |
1 - Franciscus doet afstand van zijn rijkdomZonder een woord te zeggen of een ander de kans ertoe te geven, ontdeed hij zich onmiddellijk van al zijn kleren en gaf ze aan zijn vader. Op dat moment is men er ook achter gekomen dat de man Gods onder zijn verfijnde, modieuze kleren op zijn blote lichaam een haren boetekleed droeg. Daarna gooide hij, door een wonderlijke, hem bedwelmende innerlijke gloed in vervoering meegesleept, ook zijn lendendoek af en zei, terwijl hij zich zo in volle naaktheid aan aller ogen prijsgaf, tot zijn vader: 'Tot nu toe heb ik u op aarde mijn vader genoemd, maar van nu af aan mag ik met recht zonder enige schroom zeggen: “Onze Vader, die in de hemel zijt, in wiens handen ik mijn hele rijkdom heb gelegd en op wie ik heel mijn hoopvol vertrouwen heb gesteld.”' Toen de bisschop dit zag, stond hij terstond vol bewondering voor de mateloze bezieling van de man Gods op, sloeg wenend zijn armen om hem heen en hulde hij hem in de mantel die hij droeg. Tegelijkertijd gaf hij ook opdracht aan zijn dienaren iets te gaan halen waarmee de man Gods zijn naaktheid kon bedekken. Die gaven hem toen de waardeloze, armzalige mantel van een boer die bij de bisschop in dienst was. (Bonaventura - Legenda Major II,4) Kinderen proberen stenen te gooien naar Franciscus, maar worden door hun moeders tegengehouden. |
2 - Franciscus verschijnt in ArlesEens immers hield een bijzonder begaafd prediker, Antonius – die we nu als een roemvol belijder van Christus vereren – op het kapittel van Arles een preek voor de broeders over het opschrift boven het kruis: 'Jezus van Nazareth, koning van de Joden.' Een zeer deugdzame broeder, Monaldus geheten, keek op een gegeven moment op goddelijke ingeving naar de deur van de zaal en zag toen met eigen ogen de zalige Franciscus. Hij zweefde in de lucht en met zijn als op een kruis uitgestrekte armen zegende hij zijn broeders. (Bonaventura - Legenda Major IV,10) De uitgestrekte armen van Franciscus maken duidelijk dat hij een alter Christus is. |
3 - Ridder Hiëronymus controleert de stigmata van Franciscus(Bonaventura - Legenda Major XV,4) Vasari in Vite: Hier ziet men een flink aantal monniken zijn dood bewenen, wat zeer goed is weergegeven.. |
4 - Innocentius III (paus van 1198-1216) geeft goedkeuring aan de regel van de franciscanerordeToen ze de man Gods bij de paus hadden gebracht, vertelde Franciscus hem wat zijn plannen waren, en vroeg hij nederig en dringend zijn levensregel goed te keuren. De Stedehouder van Christus, paus Innocentius III, was in alle opzichten een zeer wijs man. Toen hij de bewonderenswaardige, verinnerlijkte, onbevangen eenvoudige, op God gerichte gezindheid van de man Gods zag, en merkte hoe vastberaden Franciscus was om zijn voornemen uit te voeren en hoe vurig hij ernaar verlangde, voelde de paus zich geneigd in te stemmen met wat Gods dienaar hem smekend vroeg. (Bonaventura - Legenda Major III,9) |
5 - Vuurproef voor de sultan(Bonaventura - Legenda Major IX,8) |
6 - Visioenen van broeder Augustinus en de bisschop van AssisiIn die tijd was in Terra di Lavoro broeder Augustinus minister van de broeders, een in alle opzichten voortreffelijk en heilig man. Hij lag op sterven en had al lang geen woord meer kunnen zeggen. Plotseling hoorden de omstanders hem luid roepen: 'Wacht toch even op mij, Vader, wacht even, ik ga met u mee!' De broeders waren zeer verbaasd en vroegen hem naar wie hij zo onstuimig riep. 'Zien jullie onze Vader Franciscus dan niet naar de hemel gaan?' vroeg hij hun. Meteen maakte zijn heilige ziel zich van zijn lichaam los en volgde de heilige Vader. De bisschop van Assisi had juist in die tijd een bedevaart gehouden naar het heiligdom van de heilige Michaël op de berg Gargano. In de nacht van Franciscus' sterven verscheen de heilige man hem en zei: 'Zie, Vader, ik verlaat nu de wereld en ben op weg naar de hemel.' Toen de bisschop de volgende morgen opstond, vertelde hij aan zijn gevolg wat hij gezien had. Hij keerde terug naar Assisi en kwam na een zorgvuldig onderzoek tot de zekerheid dat de heilige Vader uit deze wereld was heengegaan precies op het uur waarop Franciscus het hem in dat droomgezicht had laten weten. (Bonaventura - Legenda Major XIV,6) Op dit meest beschadigde fresco zien we rechts de bisschop van Assisi in zijn bed liggen, terwijl links de omstanders rond het bed van broeder Augustinus staan. |
7 - Franciscus ontvangt de stigmataOp een morgen omstreeks het feest van Kruisverheffing was hij op de flank van de berg aan het bidden. Opeens zag hij een Serafijn met zes vleugels die straalden van een vurige gloed, vanuit het zenit van de hemel neerdalen. Toen de Serafijn in bliksemsnelle vlucht door de lucht in zijn nabijheid kwam, bemerkte hij tussen de vleugels de gestalte van een gekruisigde man, die met zijn in kruisvorm uitgestrekte handen en voeten aan een kruis genageld was. Twee vleugels reikten omhoog boven zijn hoofd, twee strekten zich uit als wilde hij gaan vliegen, de twee overige bedekten zijn gehele lichaam. Toen de man Gods dit zag, was hij verbijsterd en aan verschillende gevoelens ten prooi. [...] Toen de verschijning verdween, liet ze in zijn hart een wonderbare liefdesgloed achter. Maar niet minder wonderbaar was de indruk van de wondtekenen die ze in zijn lichaam achterliet; op hetzelfde moment begonnen er immers in zijn handen en voeten als het ware spijkers zichtbaar te worden zoals hij die zojuist in de gestalte van de gekruisigde man had gezien. Het leek alsof er midden door zijn handen en voeten spijkers geslagen waren. In de palm van zijn handen en op de wreef van zijn voeten zag je de koppen ervan, terwijl de punten er aan de andere kant uitstaken. De spijkerkoppen in zijn handen en op zijn voeten waren rond en zwart, de punten echter langwerpig en enigszins verbogen, alsof ze van opzij kromgeslagen waren. Ze kwamen uit het vlees te voorschijn en staken iets boven de rest van het vlees uit. Verder was zijn rechterzijde als met een lans doorboord. Daar had hij een rood litteken, waaruit nog vaak heilig bloed stroomde, waarvan de sporen op zijn habijt en lendendoek te zien waren. (Bonaventura - Legenda Major XIII,3) |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |