GeopendGrootschalige heiligen domineren het drieluik van Joachim Patinir als het geopend is.Op het linkerpaneel zien we Johannes de Doper in de scène van de doop van Jezus. Het rechterpaneel bevat een voorstelling van de kluizenaar Antonius Abt met de monsters die hem aanvielen. Het hoofdonderwerp is het panoramische landschap met Hiëronymus, waar de kijker als in een pelgrimstocht visueel doorheen reist. |
GeslotenIn gesloten toestand laat dit altaarstuk op het rechterluik Sebaldus van Neurenberg zien. Over zijn leven is weinig met zekerheid bekend. Veel van wat we weten is gebaseerd op legenden en tradities. Volgens bepaalde legendes was hij een Deens koningszoon, die zijn verloving met een Franse prinses verbroken had om na een bedevaart naar Rome als geloofsverkondiger te werken. Andere tradities bestempelen hem van Anglo-Deense komaf. Hij zou met Bonifatius Engeland verlaten hebben. Volgens een Vita uit de 14e of 15e eeuw was hij eerst kluizenaar in Vicenza, daarna benedictijn en tijdelijk een gezel van Willibaldus van Eichstätt en Winnibaldus van Heidenheim. Hij gaf alles op en was vaak op pelgrimstocht. Uiteindelijk vestigde hij zich als kluizennaar bij Neurenberg en predikte van hieruit.Enkele wonderen van hem:
Sebaldus werd ruim zes eeuwen later door Martinus V (paus van 1417-31) heilig verklaard en kreeg zijn kerkelijke feestdag op 19 augustus. Op het luik heeft Patinir hem afgebeeld gekleed in pelgrimsmantel, pelgimshoed op zijn rug, pelgimsstaf in zijn hand en met een model van de aan hem gewijde kerk. Vanwege de afbeelding van deze Sebaldus neemt men aan dat het drieluik is vervaardigd in Duitse opdracht. Het linkerluik toont een Anna-te-Drieën. |
Verschillende versiesPatinir (en/of zijn ateliermedewerkers) schilderde op uiteenlopende formaten diverse landschappen met Hiëronymus daarin. Op sommige versies trekt Hiëronymus een doorn uit de poot van een leeuw (afbeelding 1), op andere staat hij op het punt zich met een steen te kastijden (het drieluik en afbeelding 2 en 3) Deze schilderijen waren zeer geschikt om in een huis op te hangen ten behoeve van privédevotie, maar hadden ook een decoratieve waarde. Hoewel Hiëronymus op de voorgrond is geplaatst, lijkt hij ondergeschikt aan het geheel, want onze blik wordt geleid naar de fantasierijke puntige rotspartij in het midden. Hiëronymus is steeds gekleed in een sober blauw gewaad. Zijn eenvoudige onderkomen is een kleine grot, waarvoor een overkapping van stokken en wat riet staat. In zijn buurt mogen (enkele van) zijn bekende attributen niet ontbreken: een kruisbeeld, een rode kardinaalshoed en -mantel, een steen en/of de leeuw. Vanuit de rots kronkelt altijd een of ander pelgrimspad naar bebouwing ergens op de achtergrond. Voorstellingen op groot formaat werden meestal gemaakt in opdracht, maar de kleinere formaten waren bestemd voor de vrije markt. Deze schilderijen waren vooral populair in rijke steden. Voorspoed kon immers leiden tot een overdadig en zondig leven. Doe als Hiëronymus die zijn luxe leven in Rome opgaf om in de wildernis als kluizenaar te gaan leven en leef ingetogen en godsdienstig. |
Joachim Patinir (±1480-1524)
Hiëronymus Olieverf op panelen Triptiek: 118 x 181 cm (middenpaneel) en 121 x 36 cm (zijluiken elk) (1512-15) New York - MET Afbeelding 1: 36 x 34 cm (1515) Londen - National Gallery Afbeelding 2: 48 x 40 cm (±1515) Particuliere collectie Afbeelding 3: 77 x 137 cm (1521) Parijs - Louvre |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |