Paul Verheijen

SEBASTIANO RICCI

Verheerlijking van Maria

Hoofdonderwerp

Bij dit enorme schilderij van Sebastiano Ricci kun je de vraag stellen wie nu feitelijk het hoofdonderwerp is.
We zien een verheerlijking van de Maagd Maria geheel bovenin.

Maar die verheerlijking wordt 'ondersteund' door vier veel groter afgebeelde heiligen daaronder:
  • De aartsengel Gabriël met de lelietak van de Annunciatie
  • Eusebius met een groot dichtgeslagen boek op zijn schoot prominent zittend op de voorgrond (zie onder)
  • Sebastianus vastgebonden aan een zuil met een pijl in zijn lichaam
  • Rochus met half ontbloot rechterbeen en het hondje

Heiligen met de naam Eusebius

Op de heiligencanon staan verschillende heiligen met de naam Eusebius:
  • Eusebius (paus van 309-310; feestdag 17 augustus)
  • Eusebius van Bologna (±400; feestdag 26 september)
  • Eusebius van Cremona (±350-±423; feestdag 5 maart)
  • Eusebius van Milaan (462; feestdag 12 augustus)
  • Eusebius van Rome (192?; feestdag 25 augustus)
  • Eusebius van Rome (254-59; feestdag 2 december)
  • Eusebius van Rome (±350; feestdag 14 augustus)
  • Eusebius van Samosata (±380; feestdag 21 juni)
  • Eusebius van Vercelli (±283-371; feestdag 2 augustus)
  • Eusebius van Viktorsberg (±800-884; feestdag als zalige 31 januari)
In bronnen over dit werk van Ricci wordt geconcludeerd - mogelijk omdat Eusebius is afgebeeld in bisschopsgewaad en met evangelieboek - dat het om Eusebius van Vercelli gaat.

Voor de kerkgeschiedenis heeft Eusebius van Caesarea (±263–339?) langetijd een grote rol gespeeld, maar hij is niet heiligverklaard. Zijn Ekklèsiastikè Historia, kerkelijke geschiedenis, is naar huidige maatstaven overigens weinig betrouwbaar.

Legendes

De liturgische herdenkdag van Eusebius van Vercelli is een aantal keren verplaatst. De sterfdag van Eusebius was op 1 augustus, maar omdat op deze dag het feest van Petrus' Banden viel, stelde Clemens VIII zijn feest vast op 15 december, de datum van zijn bisschopswijding. Later werd 15 december gevierd als de octaafdag van Maria Onbevlekte Ontvangenis en werd Eusebius' feest wederom verplaatst, nu naar 16 december. Tegenwoordig wordt het gevierd op 2 augustus.
De Legenda Aurea heeft zijn hagiografie beschreven in hoofdstuk 104 (zie onder de knop), bij de heiligen van de maand augustus.
Eusebius is de eerst bekende bisschop van Vercelli. Van zijn leven voordat hij bisschop werd, is ons weinig bekend. Zijn heiligenleven als bisschop staat geheel in het teken van de strijd tegen de ketterij van het arianisme. Hij was de eerste westerse bisschop die monniken aanstelde om ook het werk van de geestelijken te doen.



Eusebius, die altijd maagd is gebleven, ontving toen hij nog doopleerling was, van paus Eusebius het doopsel en zijn naam. Bij deze doop werden engelenhanden gezien die hem uit de heilige vont hieven. Een dame die in de ban was van zijn schoonheid wilde zijn slaapkamer binnengaan, maar omdat engelen de wacht hielden, lukte haar dat niet. Daarom wierp zij zich de volgende morgen aan zijn voeten neer en smeekte hem om vergiffenis. Toen hij tot priester was gewijd. schitterde hij van een zo grote heiligheid dat men engelen bij hem de mis zag dienen.
Hierna, toen de ariaanse pest heel Italië besmette en keizer Constantius deze ketterij begunstigde, wijdde paus Julius Eusebius tot bisschop van Vercelli, dat in die tijd een leidende plaats innam onder de steden van Italiė. Toen de ketters dit vernamen, lieten zij alle kerkdeuren sluiten. Maar Eusebius knielde na aankomst in de stad neer voor de ingang van de grootste kerk, die van de heilige Maria, en opende door zijn gebed onmiddellijk alle deuren. Hij zette Auxentius, de bisschop van Milaan, die door het kwaad van de ketterij was aangetast, uit het bisschopsambt en wijdde in zijn plaats een katholiek, Dionysius. Zo reinigde Eusebius de hele Kerk in het Westen en Athanasius de hele Kerk in het Oosten van de pest van de arianen. Arius was namelijk een priester in Alexandrië die zei dat Christus louter een schepsel was en die beweerde dat er een tijd was dat Hij er niet was en dat Hij ter wille van ons was gemaakt, opdat God Hem als een werktuig zou gebruiken om ons te scheppen. En daarom liet Constantijn de Grote het Concilie van Nicea bijeenkomen, waar zijn dwaalleer werd veroordeeld. Arius stierf later een ellendige dood: terwijl hij zijn behoefte deed, kwamen zijn darmen en al zijn ingewanden naar buiten. Maar Constantius, de zoon van Constantijn, werd door deze ketterij aangestoken. Daarom was Constantius, eenmaal keizer geworden, zeer verbolgen op Eusebius. Hij riep een concilie van vele bisschoppen samen, ontbood ook Dionysius en schreef Eusebius vele brieven. Maar Eusebius, die wist dat het kwaad bij de meerderheid de overhand had, weigerde te komen en gaf als reden zijn hoge leeftijd op. Om hem dit excuus te ontnemen, besloot de keizer dat het concilie in het dichtbijgelegen Milaan gehouden moest worden. Toen hij zag dat Eusebius ook daar afwezig was, liet hij de arianen hun geloof op schrift stellen en dit stuk door Dionysius, de bisschop van Milaan, en negenentwintig bisschoppen ondertekenen, Dat bracht Eusebius ertoe zijn stad te verlaten om naar Milaan te reizen, en hij voorspelde dat hij veel zou moeten lijden.
Toen hij op weg naar Milaan bij een rivier was gekomen, kwam een boot die ver weg op de andere oever lag, op zijn bevel naar hem toe en zette hem met zijn gezelschap over zonder dat er een stuurman aan te pas kwam. De al genoemde Dionysius kwam hem tegemoet, knielde aan zijn voeten en smeekte hem om vergiffenis. Eusebius liet zich door de keizer noch met dreigementen noch met vriendelijke woorden tot andere gedachten brengen en sprak ten overstaan van allen: 'U zegt dat de Zoon de mindere is van de Vader. Waarom hebt u dan mijn zoon en leerling boven mij gesteld? Want de leerling is niet hoger dan zijn meester en de zoon niet hoger dan de vader:' Onder de indruk van deze woorden haastten zij zich hem het stuk aan te reiken dat zij hadden geschreven en dat Dionysius had ondertekend. Maar hij zei: 'Ik zal zeker niet na mijn zoon ondertekenen, wiens meerdere ik ben in gezag, Verbrand dit stuk en vervaardig een nieuw, als u wilt dat ik het onderteken.' Zo werd door Gods beschikking het document verbrand dat Dionysius en de negenentwintig bisschoppen hadden ondertekend. De arianen maakten een nieuw document en overhandigden het aan Eusebius en de andere bisschoppen ter ondertekening. Maar die hadden door Eusebius weer moed gekregen en stemden er niet mee in, integendeel, ze waren bijzonder verheugd toen ze zagen dat het stuk dat ze onder dwang hadden getekend volledig verbrand was, Toen ontstak Constantius in toorn en leverde Eusebius uit aan de willekeur van de arianen. Dezen rukten hem onmiddellijk uit het gezelschap van de bisschoppen weg en geselden hem onbarmhartig. Ze sleurden hem over de trappen van het paleis, van boven naar beneden en van beneden naar boven. Zijn hoofd was gewond en hij bloedde hevig, maar nog gaf hij zijn instemming niet. Men bond hem de handen op de rug en trok hem met een touw om zijn hals voort. Maar hij sprak een dankgebed en zei dat hij bereid was voor de belijdenis van het katholieke geloof te sterven. Toen stuurde Constantius paus Liberius, Dionysius, Paulinus en alle andere bisschoppen die door zijn voorbeeld waren gesterkt, in ballingschap. Eusebius zelf werd door de arianen naar Scythopolis, een stad in Palestina, gebracht. Daar sloten ze hem op in een benauwde ruimte die minder hoog en breed was dan hijzelf, zodat hij krom moest zitten, zijn benen niet kon strekken en zich niet op zijn andere zij kon draaien, en met zijn hoofd naar beneden gedrukt alleen zijn schouders en ellebogen kon bewegen. Maar na het overlijden van Constantius liet Julianus, zijn opvolger, die bij iedereen in de smaak wilde vallen, de verbannen bisschoppen terugroepen, de tempels van de goden openen en iedereen in vrede leven volgens de godsdienst die hij zelf verkoos. Zo kon ook Eusebius daar weggaan. Hij ging naar Athanasius en vertelde hem al wat hij had doorstaan. Toen na Julianus' dood Jovinianus regeerde en de arianen zich rustig hielden, keerde Eusebius naar Vercelli terug. Het volk begroette hem met uitbundige vreugde. Maar onder de regering van Valens kwamen de arianen weer opzetten. Ze omsingelden het huis van Eusebius, sleurden hem ruggelings het huis uit en stenigden hem. Zo ging hij in een zalige dood over naar de Heer. Hij werd begraven in de kerk die hij zelf had gebouwd.
Er wordt ook vermeld dat Eusebius door zijn gebeden van God voor zijn stad de gunst verkreeg, dat geen enkele ariaan daar kan leven.
Volgens een kroniek leefde hij ten minste achtentachtig jaar. Hij was in de bloei van zijn leven omstreeks het jaar des Heren 350.
(Legenda Aurea 104,4-42)

Volgens een andere legende liet hij op de vlucht voor de arianen bij Biella een uit Palestina meegebrachte zwarte madonna achter, waardoor de heilige berg van Oropa aldaar een van de eerste bedevaartsorden van Maria in Italië werd. Op zijn naam zijn verder drie brieven bewaard gebleven:
  • Litteras sinceritatis, aan Gregorius van Elvira (feestdag 24 april) over de strijd tegen het arianisme
  • Ego clementissime, aan keizer Constantius over het concilie in Milaan
  • Licet nos multis, aan de gelovigen in Vercelli
Sebastiano Ricci (1659-1723)
Madonna in gloria con l'arcangelo Gabriele e i santi Eusebio, Sebastiano e Rocco (1724-25)
Olieverf op doek, 435 x 255 cm
Turijn - Universiteit
2016 Paul Verheijen / Nijmegen