Paul Verheijen

SEBASTIANUS

Pest-, Vries- en Pijlheilige - Verering - Bijbels en klassiek thema - Relieken, gebruiken en patronaten - In de kunst

Pest-, Vries- en Pijlheilige

Op 20 januari viert de Westerse kerk het feest van deze heilige die behoort tot de pestheiligen en ook wel de Pijlheilige wordt genoemd.
De Oosterse kerk doet dat twee dagen eerder.
Samen met Paulus van Thebe en Antonius Abt (feestdag resp. 15 en 17 januari) is Sebastianus ook een van de drie Vriesheiligen, zo genoemd omdat hun feestdag de voorbode van vrieskou zou zijn.
Het Roomse Martelaarsboek herdenkt als volgt:
Te Rome in de catacomben de heilige martelaar Sebastianus, die onder keizer Diocletianus aan het hoofd stond van het eerste cohort. Daar hij christen was, liet men hem midden op een vlakte vastbinden en door soldaten met pijlen doorboren; uiteindelijk liet men hem met stokken slaan, totdat hij de geest gaf.
Zoals van zovele vroege heiligen weten we ook van Sebastianus maar weinig met zekerheid.
Er bestaat een legendarische levensbeschrijving uit de vijfde eeuw, waarbij ook nog veel andere minder bekende heiligen een rol spelen.
De Legenda Aurea vertelt dat Sebastinus na zijn dood door de pijlen weer door Christus tot leven werd gewekt. Misschien dat deze dodenopwekking van Sebastianus teveel wonder was voor sommige gelovige middeleeuwers, want een variant weet te vertellen dat hij de pijlen overleefde omdat zijn hart niet was geraakt. Toen zijn beulen waren vertrokken, verscheen de vrome weduwe Irene. Zij liet behoedzaam het zwaargewonde lichaam naar haar huis dragen. Door haar liefdevolle verpleging herstelde Sebastianus.


Sebastianus was afkomstig uit Narbonne en opgeleid in Milaan. De keizers Diocletianus en Maximianus hielden zoveel van hem dat zij hem het bevel toevertrouwden over het eerste cohort, maar Sebastianus droeg zijn soldatenkleding slechts om vervolgde christenen te troosten.
Marcus en Marcellianus, een tweeling, zouden vanwege hun christelijke geloof onthoofd worden. Nadat de ouders en de vrouwen van de tweeling hadden geprobeerd hun op andere gedachten te brengen, kwam Sebastianus tussenbeide met een preek waarin hij stelde dat hun marteldood zal betekenen dat Marcus en Marcellianus in de hemel een woning voor hen gereed zullen maken. Tijdens die woorden werd hij omstraald door een overvoedige glans en verscheen hem Christus als een jongeling gekleed in een witte mantel die hem begroette met een vredeskus.
Toen wierp Zoë, de vrouw van Nicostratus, in wiens huis de tweeling gevangen zat, zich voor Sebastianus' voeten. Zij was stom en gebaarde Sebastianus dat hij zich over haar ontfermt, waarop Sebastianus haar genas. Onder de indruk van deze genezing wilde Nicostratus de tweeling vrijlaten. Deze kozen echter liever voor het martelaarschap.
Hun vader Tranquillinus en moeder en veel andere mensen waren hierdoor zo onder de indruk dat zij zich allen ook tot christen lieten dopen door de priester Polycarpus. Door die doop werd Tranquillinus, die leed aan een zware ziekte, genezen.

Chromatius, de prefect van Rome, ook lijdend aan een ernstige ziekte, vernam van deze genezing en verzocht Sebastianus en Polycarpus ook hem te genezen. Dat wilden zij doen als Chromatius toestaat dat alle heidens afgodsbeelden vernietigd worden. Chromatius wilde dit zijn slaven laten doen, maar Sebastianus keurde dit af, omdat hij dacht dat de soldaten dit uit vrees voor de afgoden niet goed zullen volbrengen. Sebastianus en Polycarpus vernietigden vervolgens met eigen hand meer dan 200 afgodsbeelden. Chromatius werd echter niet gezond. Het bleek dat hij nog een kamer had waarin de hele sterrenhemel was uitgebeeld. Zijn vader had er meer dan tweehonderd pond goud voor uitgegeven en met behulp van die sterrenhermel voorspelde hij de toekomst. Die moest ook vernietigd worden, maar Chromatius' zoon Tiburtius wilde dit verhinderen. Omdat hij ook de genezing van zijn vader echter niet in de weg wilde staan, liet hij twee ovens branden om de sterrenhemel te vernietigen. Was zijn vader dan nog niet gezond, dan moesten Sebastianus en Polycarpus in die ovens worden gegooid. Zij gingen met dit voorstel akkoord. De sterrenhemel werd vernietigd en een engel verscheen aan Chromatius met de mededeling dat hij door de genade van Jezus gezond was geworden. Hij wilde de voeten van de engel kussen, maar dat weigerde de engel omdat Chromatius nog niet gedoopt was. Chromatius en zijn zoon Tiburtius lieten zich vervolgens met 1400 gezellen dopen.
Maar Zoë werd door de ongelovigen gevangengenomen en doodgemarteld en Tranquillinus gestenigd.
Chromatius is inmiddels opgevolgd door een andere prefect die Tiburtius bevel gaf voor de goden wierook te strooien op de gloeiende kolen die men had laten brengen of er anders zelf met blote voeten overheen te lopen. Hij maakte een kruisteken en stapte vastberaden met zijn blote voeten op de kolen uitroepend dat het wel leek of hij over rozen liep. De prefect beschouwde dit als tovernarij geleerd door Christus. Nadat Tiburtius de prefect had verweten dat hij deze naam Christus als ongelovige niet had mogen uitspreken, liet de woedende prefect hem onthoofden.
Marcus en Marcellianus werden aan een martelpaal gebonden en begonnen een psalm te zingen. Door middel van lansen doorboord in hun zijde werden zij om het leven gebracht.
Keizer Diocletianus werd door de prefect op de hoogte gebracht aangaande Sebastianus en beval hem midden op het Marsveld* aan een paal te binden en door boogschutters te doen executeren. Ze schoten zoveel pijlen op hem af, dat hij wel een egel leek.
Na een paar dagen ging hij, bevrijd, weer naar het keizerlijke paleis om daar van wal te steken tegen de wrede christenvervolgingen. Toen de keizers verbaasd reageerden dat Sebastianus nog leefde, zei deze dat hij door God uit de doden was opgewekt. Daarop liet de keizer hem doodknuppelen. Het lijk werd in het riool geworpen, om te voorkomen dat het voorwerp van verering zou worden. Maar dezelfde nacht nog verscheen Sebastianus aan de christin Lucina en vertelde waar zijn lichaam te vinden was en dat hij graag begraven wilde worden aan de voeten van de apostelen**.
(Samenvatting Legenda Aurea 23,1-112)
* In Rome weet men uiteraard waar dat heeft plaatsgevonden, namelijk waar nu het kerkje van San Sebastiano al Palatino staat.
** Ook deze plek weet men in Rome te localiseren: naast het graf van de ongeveer dertig jaar eerder overleden paus Fabianus in de catacombe aan de Via Appia, daar waar nu de basiliek van San Sebastiano staat; Fabianus en Sebastianus worden dan ook vaak samen genoemd en delen dezelfde feestdag. Het korte hoofdstuk 22 in de Legenda Aurea is aan deze paus gewijd.

Verering

De San Sebastiano, een van de zeven Romeinse pelgrimsbasilieken, was oorspronkelijk gewijd aan de apostelen Petrus en Paulus, maar na de negende eeuw is Sint-Sebastiaan er exclusief vereerd.
Toen hoorde hij al lang tot de meest vereerde martelaars van het westerse christendom.
In het bijzonder genoot hij faam als patroon tegen de pest.
Waarom de pest?
  • De pest treft de mensen zoals de pijlen Sebastianus troffen: onverhoeds en onontkoombaar.
  • Bij het doodknuppelen van Sebastianus sprongen zijn oude pijlwonden open, zodat hij leek op een pestlijder.
  • Sebastianus overleefde de 'pestpijlen' en biedt daarom bescherming tegen deze ziekte.

Bijbels en klassiek thema

Dat rampen en ziektes door God afgeschoten pijlen zijn, is een bijbels thema.
Vooral in de Psalmen lezen we over de pijl, bijvoorbeeld:
Je hoeft niet bang te zijn voor de verschrikkingen van de nacht, of de pijl die suist overdag, of voor de pest die rondwaart in het donker, of voor de moordende plaag van de middag.
(Psalm 91:5-6).
Maar ook in andere boeken van het Eerste Testament:
Ik (=God) bedelf hen onder rampen, al mijn pijlen verschiet ik op hen: moordende honger, vernielende pest, verwoestende ziekten.
(Deuteronomium 32:23)

De pijlen van de Almachtige doordrenken mijn geest met hun woede; Gods verschrikkingen staan in slagorde vóór mij [...]
Zijn pijlen vliegen me om de oren. Hij spaart me niet, treft mijn nieren; mijn gal vloeit op de grond
.
(Job 6:4 en 16:13)

Ik (=God) schiet de verschrikkelijke pijlen van de honger op u af die dood en verderf zaaien
(Ezechiël 5:16a)
De klassieke oudheid was ook bekend met dit thema.
In het begin van de Ilias van Homerus treft de god Apollo een legerkamp met de pest door negen dagen lang pijlen af te schieten op dieren en mensen.

Relieken, gebruiken en patronaten

Zoals zo vaak bij heiligen is er volop gesold met de relieken van Sebastianus.
De Benedictijnenabdij van Ebersberg (bij München) beroemt zich sinds de 10de eeuw op het bezit van het schedeldak van de heilige.
Dit in zilver gevatte relikwie werd als drinkschaal gebruikt.
Wie er wijn uit dronk mocht hopen van de pest verschoond te blijven.
Vroeger werden elk jaar twee maten wijn in en uit die hersenpan gegoten voor het hertogelijk hof te München.
In die streek verkochten priesters ook Sebastianspestpfeile, kleine metalen pijltjes die men als weermiddel om de hals kon dragen.

Behalve met pijlen heeft de Bastiaancultus ook met bomen van doen.
Men stelt zich de heilige bij zijn marteldood immers meestal aan een boom gebonden voor.
In Tirol worden op Sebastiaansdag wel Bretzen-baume opgesteld: latwerken, met gekruiste pijlen en een soort krakelingen, waaraan de landlieden zich tegoed kunnen doen.
Weer elders wordt de heilige aangeroepen om de bomen voorspoedig te doen wassen.

Het is niet zo verwonderlijk dat Sebastianus patroonheilige is geworden van soldaten en boogschutters, maar iets wonderlijker ook van bijvoorbeeld atleten, stoffeerders, homoseksuelen en de verkeerspolitie.

In de kunst

Tal van kunstenaars hebben Sebastianus tot onderwerp genomen.
Sebastianus hoort zonder meer tot de groep meest afgebeelde heiligen in de christelijke iconografie. Een ware hausse in geschilderde Sebastiaans zien we - hoe kan het anders - na het eerste optreden van de Zwarte Dood, in het midden van de veertiende eeuw. Om een heel andere reden was de heilige weer geliefd bij renaissancekunstenaars: hij was een alibi voor het schilderen van mooi manlijk naakt in pathetische posen. In de tijd van de contrareformatie worden de Bastiaans weer braven: de nadruk komt dan weer meer op zijn martelaarschap te liggen.

Vaak is het aantal pijlen beperkt tot vijf stuks, waarmee een verband gelegd wordt met de vijf kruiswonden van Christus. De meeste schilders laten de hartstreek van hun Sebastianus zorgvuldig vrij van pijlen. Sebastianus bleef immers na deze marteling in leven.

Memorabel is de foto die George Lois maakte van Cassius Clay bij het artikel The Passion of Muhammed Ali nadat deze bokser was veroordeeld wegens dienstweigering, waarbij Lois zich naar eigen zeggen liet inspireren door een schildering van Francesco Botticini.
Afbeelding links: Francesco Botticini (1446-1498) - San Sebastiano (1473-74), tempera op paneel, 141x67cm - New York - MET
rechts: George Lois (1931-2022) - Cassius Clay (1968) - foto cover Esquire
2016 Paul Verheijen / Nijmegen