Paul Verheijen

VAN EYCK - LAM GODS

Adam en Eva (afbeeldingen 01 en 07)

Dood

De buitenste panelen van het bovenregister van Het Lam Gods worden ingenomen door de bijbelse stamouders van de mensheid, Adam en Eva.
Ze staan in een nis en zijn de enigen aan de binnenkant van het retabel die niet de blauwe hemel als achtergrond hebben.
Dit onderscheidt ze van de hemelse figuren.
Ze zijn in het gezelschap opgenomen omdat zij - weliswaar de eerste zondaars - als eerste werden verlost, waarmee ze symbool staan voor de hele mensheid die door het Lam Gods verlost is van zonde en dood.
De Latijnse tekst onder hun voeten is gebaseerd op teksten van Augustinus en luiden voluit:

- ADAM NOS IN MORTEM PRAECIPITAT
- EVA OCCIDENDO OBFUIT

(Adam stort ons in de dood
Eva heeft geschaad door het doden)

Het is duidelijk: de dood is in ons leven gekomen door Adam en Eva.
Beiden kijken sereen voor zich uit en passen zo perfect binnen de hele statische en niet-gedramatiseerde sfeer van het hele retabel.

Symboliseert de voet van Adam die uit de lijst stapt de erfzonde?
Wat heeft Eva in haar hand dat haar tot de zondeval bracht?
Het bijbelse paradijsverhaal spreekt in het Hebreeuws van een peri, dat vrucht, kroost, of resultaat betekent (Genesis 3,2-6).
Waarom is deze vrucht in uitbeeldingen dan gewoonlijk een appel?
Het antwoord heeft te maken met de Latijnse vertaling.
Volgens de slang geeft de boom midden in de tuin waarvan Adam en Eva niet mogen eten 'kennis van goed en kwaad' (scientes bonum et malum)
De boom wordt daarom ook wel eens de boom van de kennis van goed en kwaad genoemd.
Het Latijnse woord malum betekent echter ook 'appel' en zo werd deze boom een appelboom.

Maar Jan van Eyck heeft niet gekozen voor een appel.

Karel van Mander in zijn Schilderboek:
Boven in het rechterluik bevinden zich Adam en Eva. Adam ziet men terugschrikken voor het verbreken van het gebod en hij schijnt te gruwen van de vrucht die zijn pas geschapen bruid hem biedt. Deze vrucht is geen appel, zoals men gewoonlijk geschilderd ziet, maar een verse vijg. Hieruit blijkt dat Jan een zekere ontwikkeling moet hebben gehad, want Augustinus en enkele geleerden geloven dat het wel een vijg zal zijn geweest, omdat Mozes* de vrucht niet noemt en zij zich, toen zij hadden gezondigd en hun naaktheid zagen, niet met appelbladeren maar met vijgebladeren bedekten.
In tegenstelling to Van Mander menen sommige kuntshistorici dat Van Eyck hier een citrusvrucht heeft geschilderd.
Is deze citrusvrucht dan het symbool van de bitterheid van de zondeval?

Boven Adam en Eva bevinden zich twee kleine geschilderde imitaties van zandstenen beeldhouwwerken met Kaïn & Abel.
* Van Mander gaat hier uit van de (achterhaalde) theorie dat het bijbelboek Genesis geschreven is door Mozes.

Dierenhuiden

In 1781 verscheen de keizer van het Heilige Roomse Rijk Jozef II ten tonele in Gent. Hij was naar de stad gereisd om onder andere het Lam Gods te bezichtigen. Toen hij het altaarstuk te zien kreeg, was hij echter gechoqueerd door de naakte beeltenissen van Adam en Eva. In zijn ogen was de naaktheid overbodig en zelfs pornografisch. Om zich geen conflict met de keizer op de hals te halen, liet de toenmalige burgemeester van Gent de panelen van Adam en Eva weghalen en opslaan in de kathedrale archieven.
In 1861 overtuigde de Belgische staat het kerkbestuur van de Sint-Baafskathedraal om de originele panelen met de naakte Adam en Eva aan hen te verkopen. De regering betaalde er 50 duizend frank voor en stelde ze tentoon in het nationale museum van Brussel. Als onderdeel van de deal schonk de Belgische overheid kopieën van de vleugelpanelen die in 1559 door Michiel Coxcie waren gemaakt. Daarmee konden de panelen die ondertussen in Berlijn hingen, vervangen worden.

Het laatste onderdeel van de overeenkomst hield in dat de regering kunstenaar Victor Lagye zou betalen om kopieën van Adam en Eva te schilderen. Weliswaar met dierenhuiden om hun naaktheid te verbergen.
2016 Paul Verheijen / Nijmegen