Paul Verheijen

RUBENS

Aanbiddingen van de herders

Chiesa di San Filippo Neri in Fermo

Flaminio Ricci, overste van de oratorianen, stelde in 1608 een contract op met Rubens voor een schilderij in hun een jaar eerder ingewijde San-Filippo-Nerikerk in Fermo (1).
Daarin stond informatie over de afmetingen, de lichtval en het onderwerp.
De af te beelden figuren moesten zijn: Jezus in de kribbe, Maria, Jozef, ten minste drie herders en een groep engelen in de lucht.
Aan Rubens werden door Ricci verder geen beperkingen opgelegd così sono stato consiliato per la qualità del pittor che sia meglo lasserlo nella sua libertà, omdat ik het advies kreeg dat het vanwege het talent van de schilder beter zou zijn hem in zijn vrijheid te laten.
Verder werd Rubens gevraagd een desegno o sbozzo ter goedkeuring voor te leggen.

Rubens schilderde een herder meer dan volgens de opdracht minimaal vereist was.
Hij koos voor twee mannen en twee vrouwen, waarbij het ene stel als oud en het andere als jong is geportretteerd.
De figuur van Jozef is - bijna traditioneel - bescheiden op de achtergrond geplaatst achter Maria.
Vier putti houden een banderol vast waarop alleen de twee beginwoorden GLORIA IN volledig zijn te lezen ('Eer aan'; Latijnse Vulgaatvertaling van Lucas 2,14).
Het hoofdzakelijk uit bruinachtige tonen opgebouwde koloriet en het gebruik van sterke tegenstellingen tussen licht en schaduw wijzen op invloed van Caravaggio.
De staande herder houdt een hand voor zijn ogen om niet verblind te worden door het hemelse licht dat het Kind uitstraalt.

Sint-Pauluskerk in Antwerpen

Ongeveer zes jaar later schilderde Rubens hetzelfde onderwerp voor de Sint-Pauluskerk in Antwerpen (2).
Vergeleken met het werk in Fermo is deze versie zo'n vierkante meter groter.
De figuren zijn meer naar binnen geplaatst zodat ze dichter bij de kribbe komen, goed te zien aan de positie van de knie van de knielende herder.
De vooroverleunende herderin toont met haar decolleté meer haar vrouw-zijn dan op de versie van Fermo.
De knielende herder strekt zijn linkerhand niet uit naar het pasgeboren kind, maar omklemt daarmee zijn staf.
Dat het Christuskind nu gedraaid ligt ten opzichte van het werk in Fermo is een opmerkelijk verschil, naast het uiterlijk van de staande herder, de jonge herderin en Maria.
De vierde achterste putto van de Fermo-versie is verdwenen en nu zijn andere woorden van de Latijnse tekst op de banderol beter te lezen:
[gloria in exc]ELSIS DEO ET [in terra pax hominibus] BONAE VOL[untatis]

Ontwerpen

Als voorbereiding op beide schilderijen, of één ervan, maakte Rubens een olieverfschets (3).
Een vergelijking tussen de olieverfschets en beide schilderijen werpt de vraag op voor welk schilderij het is gemaakt, dat van Fermo of dat van Antwerpen.
Omdat stijl en figuurtypen aansluiten bij Rubens' Italiaanse periode, is het merendeel der kunsthistorici het erover eens dat de schets gemaakt is voor Fermo.
Een onbekende Antwerpse opdrachtgever zou dan de schets in Rubens' atelier hebben kunnen zien en Rubens gevraagd kunnen hebben deze (opnieuw) uit te werken.
In dat geval zou deze schets twee keer door Rubens zijn gebruikt voor een altaarstuk.

Voor de geknielde herder, de herderin en Jozef schetste hij een afzonderlijke studie (4).
Meer dan de helft van deze schets wordt door herder en herderin ten halve lijve in beslag genomen.
Het hoofd van de herder is naar de kijker gericht en net als de herderin richt hij zijn blik naar boven.
In de rechterbovenhoek bevindt zich een studie voor Jozef die op de uiteindelijke versies zijn tulband kwijt is geraakt.
Peter Paul Rubens (1577-1640)
De aanbidding van de herders (1608-14)

1. Olieverf op doek, 300 x 192 cm
Fermo - Pinacoteca Civica

2. Olieverf op doek, 401 x 294,5
Antwerpen - Sint-Pauluskerk

3. Olieverf op doek overgebracht van paneel, 63,5 x 47 cm
Sint Petersburg - Hermitage

4. Papier, pen, 14 x 15,2 cm
Amsterdam, Amsterdam Museum
2016 Paul Verheijen / Nijmegen