Paul Verheijen

PIERO DI COSIMO

Onbevlekte Ontvangenis

Dispuut

Piero di Lorenzo was een Florentijnse schilder die zijn opleiding volgde in het atelier van Cosimo Rosselli en daarom nu Piero di Cosimo wordt genoemd. Onder zijn vroege werken vinden we hem als zijn assistent bij het schilderen van de fresco's op de wanden van de Sixtijnse Kapel. De belangrijkste informatiebron over hem is Giorgio Vasari, die hem in zijn Vite afbeeldt als een verstrooide excentriekeling die een meer dierlijk dan menselijk leven leidde. Een voorbeeld:
Hij at niet anders dan de hardgekookte eieren die hij, teneinde op vuur te bezuinigen, tegelijk met de lijm kookte: en dan niet zes of acht tegelijk, maar een stuk of vijftig, die hij in een mand bewaarde en een voor een opat; in deze levenswijze had hij vreemd genoeg zoveel plezier, dat ieder ander leven vergeleken met het zijne hem een slavenbestaan toescheen.
Geen van zijn schilderijen die bij ons terecht zijn gekomen, is betrouwbaar gesigneerd, gedateerd of gedocumenteerd en de huidige toeschrijvingen zijn voornamelijk afhankelijk van de door Vasari verstrekte informatie.

Onder zijn schilderijen van religieuze aard is zijn hier afgebeelde Onbevlekte Ontvangenis met Heiligen de belangrijkste. Dit schilderij lijkt de enige gesigneerde en gedateerde Di Cosimo te zijn. De handtekening en de datum op de onderkant van het paneel ('Pier di Cosimo 1480') worden echter beide beschouwd als een latere toevoeging, omdat de stijl ervan verwijst naar de laatste jaren van zijn leven, ergens in de jaren 1510.
In het onderste vlak zijn van links naar rechts de volgende zes heiligen geschilderd die zich allen hebben uitgelaten over de vraag of Maria al dan niet beladen was met de erfzonde. Het ontwerp is ongebruikelijk, gebaseerd op het schuine blok waarop Franciscus en Hiëronymus knielen, dat het onderste midden van het paneel domineert. Dit platform lijkt een verlengstuk van een altaar.

Het bovenste gedeelte omvat en ongewoon oude en goedaardig ogende God de Vader die de Maagd met een staf aanwijst om haar Onbevlekte Ontvangenis aan te duiden, terwijl hij hoffelijk een tablet naar haar toe draait. Hij is in gezelschap van zes gedeeltelijk afgebeelde engelen.

De figuur van de jonge Maagd wordt vanwege de symmetrie gespiegeld met een extra engel in volledige lengte, die fysiek steviger lijkt dan de Maagd.
God, de engelen en alle zes heiligen hebben tabletten of banderollen bij zich met teksten die op een of andere manier verwijzen naar de onbevlekte ontvangenis.

Anselmus van Canterbury

Anselmus van Canterbury (of van Aosta) (1033-1109), benedictijner monnik, bisschop en theoloog, werd in 1033/34 te Aosta (Piemonte) geboren. Na een aantal jaren als prior en abt van het klooster Bec in Normandië werd hij in 1093 bisschop van Canterbury en primaat van Engeland. Hij voerde als eerste het feest van Maria's onbevlekte ontvangenis in zijn bisdom in. Zijn graf bevindt zich in de kathedraal van Canterbury. In 1720 werd hij uitgeroepen tot kerkleraar. Zijn kerkelijke feestdag is 21 april.

Anselmus meende dat Maria met de erfzonde ont­van­gen was, maar dat zij de grootst moge­lijke hei­lig­heid heeft bezeten die na de hei­lig­heid van God denk­baar is, omdat zij door haar geloof geheiligd was. Maar zijn leer­ling en biograaf Eadmer van Canterbury (1060-1126) verde­digde het ont­bre­ken van de erfzonde bij Maria; ook de engelen hebben toch geen erfzonde, meende hij. Zou de Heer Zijn moe­der dan niet daarvoor sparen? Hij bracht dus het argu­ment naar voren dat als God het kon doen, Hij het ook gedaan zou hebben. Maar lang niet ie­der­een was het met hem eens. De heilige Bernardus van Clairvaux bij­voor­beeld was een groot Maria-vereer­der maar toch vond hij deze leer tegen de traditie en tegen het gezond verstand, al was hij er ook wel vaak weer een beetje dubbel in. Bernardus is ervan overtuigd dat Maria na haar ont­van­ge­nis door Gods genade is geheiligd in de moe­der­schoot, want zij kan niet min­der volmaakt geheiligd zijn dan de profeet Jeremia en Johannes de Doper over wie een heili­ging in de moe­der­schoot wordt vermeld. Om die redenen noemt de kerk­le­raar Maria toch Immaculata, de On­be­vlekte.

Anselmus wordt door Dante genoemd zijn Divina Commedia:
Natàn profeta, e 'l metropolitano
Crisostomo e Anselmo e quel Donato
che alla prim'arte degnò porre mano

En Nathan, meester van de profetie, Chrysostomus, Anselmus en daarneven Donatus, grootste der grammatici.
Paradiso, Canto 12,136-138
Piero di Cosimo (1462-1522)
Immacolata Concezione con Santi (±1510)
Tempera op paneel, 184 x 178 cm
Fiesole - Convento di San Francesco
2016 Paul Verheijen / Nijmegen