Heilige hoofddragers
Een cefalofoor, van het Griekse kephalè, 'hoofd' en pherein, 'dragen', is een heilige die na onthoofd te zijn weer opgestaan is en vervolgens met zijn of haar hoofd in de handen aan de wandel is gegaan.
De oudste afbeeldingen zijn die van de drie jongemannen uit de vuuroven uit het boek Daniel, die volgens een legende na onthoofding elkaars hoofden droegen.
Waarschijnlijk is de voorstelling van de cefalofoor voortgekomen uit de vermelding van sprekende hoofden van martelaren in legenden.
Er zijn meer cefaloforen dan de hierboven vermelde over wie elders op deze website informatie is te vinden.
- Mitrius van Aix-en-Provence
Het Roomse Martelaarsboek herdenkt hem op 13 november aldus: Te Aix en Provence de zalige Mitrius, een zeer beroemd martelaar. Dat is wel erg weinig informatie voor een 'beroemde' martelaar. Mitrius (Frans: Saint Merre) schijnt een Griekse slaaf te zijn geweest uit het begin van de vierde eeuw die zowel door zijn meester als medeslaven slecht zou zijn behandeld. Hij deelde een druiventros uit aan een arme. Na te zijn onthoofd, kuste hij zijn eigen hoofd en legde het neer op het altaar van de kathedraal, waar zich ook zijn vermeende graf bevindt.
- Valeria van Limoges
Leefde in de derde eeuw die het Roomse Martelaarsboek herdenkt op 9 december met slechts de vermelding dat zij kwam uit Limoges in midden-Frankrijk. Andere bronnen melden dat zij werd onthoofd omdat haar verloofde haar ervan verdacht dat ze een minnaar had. Toen ze haar hoofd droef werd ze ondersteund door twee engelen.
- Chrysolius van Armenië (7 februari).
- Lucianus van Beauvais (8 januari)
- Oelbert van Oosterhout (22 oktober)
- Piatus van Tournai (1 oktober)
|