Heilige hoofddragers
Een cefalofoor, van het Griekse kephalè, 'hoofd' en pherein, 'dragen', is een heilige die na onthoofd te zijn weer opgestaan is en vervolgens met zijn of haar hoofd in de handen aan de wandel is gegaan.
De oudste afbeeldingen zijn die van de drie jongemannen uit de vuuroven uit het boek Daniel, die volgens een legende na onthoofding elkaars hoofden droegen.
Waarschijnlijk is de voorstelling van de cefalofoor voortgekomen uit de vermelding van sprekende hoofden van martelaren in legenden. Hun hagiografieën lijken vaak ontsproten te zijn uit hetzelfde sjabloon.
Naast de hierboven vermelde cefaloforen over wie elders op deze website informatie is te vinden, noemen we nog:
- Valeria van Limoges (3e eeuw; 9 december)
Het Roomse Martelaarsboek herdenkt haar met slechts de vermelding dat zij kwam uit Limoges in midden-Frankrijk. Andere bronnen melden dat zij werd onthoofd omdat haar verloofde haar ervan verdacht dat ze een minnaar had. Toen ze haar hoofd droeg werd ze ondersteund door twee engelen.
- Chrysolius van Armenië (3e eeuw; 7 februari)
Vluchtte als Armeense prins en aartsbisschop tijdens de vervolgingen van Diocletianus naar Rome. Werd onthoofd en begraven bij Comines (Komen) aan de Leie. Zijn relieken worden in Brugge vereerd.
- Albanus van Verulamium (±250 of 290; 20 juni of 22 juni)
Romeinse soldaat die werd bekeerd door een priester aan wie hij onderdak had verschaft en daarom werd onthoofd. Beda Venerabilis schreef zijn Vita en hoewel hij niet expliciet vermeldt dat hij met zijn hoofd aan de loop ging, wordt hij meestal wel afgebeeld met zijn afgehouwen hoofd in zijn handen.
- Piatus van Tournai (±286?; 1 oktober)
Bekeerde persoonlijk 30 duizend mensen, onthoofd ten tijde van Maximianus Herculius.
- Lucianus van Beauvais (±290; 8 januari)
Missionaris uit Rome.
- Mitrius van Aix-en-Provence (315; 13 november)
Het Roomse Martelaarsboek herdenkt hem aldus: Te Aix en Provence de zalige Mitrius, een zeer beroemd martelaar. Dat is wel erg weinig informatie voor een 'beroemde' martelaar. Mitrius (Frans: Saint Merre) schijnt een Griekse slaaf te zijn geweest uit het begin van de vierde eeuw die zowel door zijn meester als medeslaven slecht zou zijn behandeld. Hij deelde een druiventros uit aan een arme. Na te zijn onthoofd, kuste hij zijn eigen hoofd en legde het neer op het altaar van de kathedraal, waar zich ook zijn vermeende graf bevindt.
- Albanus van Mainz (±406; 21 juni)
Een Griekse priester die door arianen was verbannen en uiteindelijk onthoofd. Ook zijn legende vermeldt niet expliciet dat hij met zijn hoofd in zijn handen verderliep, wordt hij meestal wel afgebeeld met zijn afgehouwen hoofd in zijn handen (zie Albanus van Verulamium hierboven).
- Solange van Berry (±880; 10 mei)
Dochter van een wijnbouwer die besloot maagd te blijven en weigerde te trouwen met een graaf die daarom haar hoofd met een mes afsneed. Zij pakte haar hoofd op en liep ermee naar een naburige kerk.
- Oelbert van Oosterhout (12e eeuw; 22 oktober)
Lag op zijn akker te dutten toen bandieten hun wapens bij hem legden. Achtervolgende dienaren der wet onthoofden daardoor de verkeerde. Oelbert raapte zijn hoofd op en liep daarmee naar een nabijgelegen kapel.
|