Paul Verheijen

RAFAËL EN ATELIER (GIULIO ROMANO)

Madonna la perla, della quercia en della gatta

Parel

Op het linkerschilderij is de vraag wie de oudere vrouw is die haar hoofd laat rusten op haar rechtervuist in meditatieve pose en zich gevoegd heeft bij Maria en de kinderen Jezus en Johannes? Is het Anna de grootmoeder van Jezus of Elisabet de moeder van Johannes? In het geval er sprake zou zijn van de moeder van Maria, hebben we hier te maken met een Santa Anna Meterza, een 'Anna-te-drieën': Anna, Maria en Jezus.

Jezus is naakt afgebeeld, maar Johannes draagt ​​een lendendoek van bont, waarvan hij de voorkant met beide handen aan het Christuskind aanbiedt. Deze pakt de veters van de lendendoek vast en staart naar links buiten beeld. De Madonna werpt een liefdevolle blik op het kind Johannes, terwijl Jozef links achter haar op gepaste afstand op de achtergrond toekijkt.
Deze achtergrond bestaat uit antieke ruïnes die mogelijk verwijzen naar Tivoli en de termen van Caracalla. Opvallend hier, net als in andere late werken van Rafaël, is het belang dat wordt gehecht aan het landschap en de interesse in contrasterend licht. Beide aspecten kunnen worden toegeschreven aan zijn hernieuwde contact met Leonardo da Vinci in Rome tussen 1513 en 1516. Leonardo's invloed is ook zichtbaar in de piramidale verdeling van de figuren.

Toen dit schilderij in bezit kwam van Filips IV van Spanje (1605-1665), noemde hij het de parel van zijn collectie. Vandaar de naam die men er tegenwoordig aan geeft.
De meeste Rafaëlkenners zijn het erover eens dat grote delen van het werk door ateliermedewerkers van Rafaël zijn geschilderd, bijvoorbeeld Giulio Romano.

Giorgio Vasari duidt waarschijnlijk op dit werk wanneer hij in zijn Vite schrijft:
Naar de graaf en gravin van Canossa, te Verona, zond hij een groot schilderij van vergelijkbare kwaliteit, waarop een prachtige geboorte van Onze Heer, met een ochtendgloren dat zeer wordt geprezen, zoals ook een Sint-Anna, ja, zelfs het hele werk, dat men niet hoger kan prijzen dan door te zeggen dat het van de de hand van Rafaël van Urbino is: vandaar dat deze grafelijke familie het terecht zo hoog mogelijk in ere houdt, en ondanks de gigantische sommen die vele vorsten haar ervoor hebben geboden, heeft ze het nooit aan iemand willen afstaan.
Merk op dat Vasari de scène duidt als de geboorte van Christus, dat hij de oude vrouw identificeert met Anna en dat hij niet over ateliermedewerkers rept.

Eik

Het andere schilderij (rechterafbeelding) toont de maagd Maria, het Christuskind en het kindje Johannes met een wieg wederom gemaakt van vlechtwerk en enkele antieke marmerfragmenten voor een landschap badend in ochtendlicht. Links van de Madonna doemt de eik (Italiaans: quercia) op waaraan dit schilderij zijn naam dankt. Mogelijk is dit een verwijzing naar de zomereik, in het Italiaans rovere geheten, en tevens de familienaam van twee pausen en nogal wat kardinalen en hun neven. Een van hen was misschien de opdrachtgever van dit werk.

Maria fungeert als het formele en conceptuele middelpunt van de compositie. Onder Maria's nauwsluitende kledingstuk kunnen we haar navel en tepels onderscheiden. Een dergelijke erotisering van de Maagd hangt samen met de religieuze liefdespoëzie van Francesco Petrarca (1304-1374): schoonheid en liefde, gekoppeld aan de mystieke bruid in het bijbelse Hooglied. In zijn Canzoniere toont hij spijt over zijn obsessie voor de aardse schoonheid van zijn geliefde Laura, maar hij ziet daarin ook een goddelijke afspiegeling. Schommelt Rafaëls verlangen misschien ook tussen aards en hemels begeren en wil hij hier de ziel van de mannelijke kijker naar de liefde van God leiden?
Maria's navel markeert feitelijk het middelpunt van het beeld. Zittend en naar de toeschouwer gekeerd, ondersteunt ze het Christuskind op haar rechterknie; haar linkerarm rust op een antiek marmeren blok waarop Jozef, rechts, leunt om zichzelf te steunen.

Het Christuskind wendt zich tot het Kind Johannes, maar zijn vragende blik is gericht op zijn moeder. Het verhaal in dit schilderij draait om de uitwisseling tussen de kinderen. De banderol met het opschrift ECCE AGNUS DEI staat in het middelpunt van de belangstelling.

Jozef is nu van de achtergrond prominent naar voren gehaald en vult de plaats in van Anna/Elisabet van het linkerschilderij.

Kat

Dit schilderij * dat over het algemeen wordt toegeschreven aan Giulio Romano is vermoedelijk ook ontstaan in Rafaëls atelier. De achtergrond is anders en rechtsonder is een kat te zien. De schilderstijl van dit werk is minder subtiel.


Wat betreft de positiehoek van de wieg staat dit schilderij precies tussen de andere twee in. Je zou je kunnen voorstellen dat er in het atelier van Rafaël drie schilders rondom de modellen voor Maria, de beide kinderen en de wieg gezeten hebben toen ze aan het werk waren.

* Giulio Romano - Madonna della gatta (1522-23) - Olieverf op paneel, 171 x 147 cm (Napels - Capodimonte)
Raffaello Sanzio (1483-1520)
La Perla (1518-19) (linkerafbeelding)
Olieverf op paneel, 144 x 115 cm
Madrid - Prado

Madonna della quercia (1518-19) (rechterafbeelding)
Olieverf op paneel, 144 x 99 cm
Madrid - Prado
2016 Paul Verheijen / Nijmegen