Paul Verheijen

VAN EYCK

Drie Maria's bij het graf

Synopsis

Matteüs Marcus Lucas Johannes
Na de sabbat, toen de ochtend van de eerste dag van de week gloorde, kwam Maria uit Magdala met de andere Maria naar het graf kijken. Plotseling begon de aarde hevig te beven, want een engel van de Heer daalde af uit de hemel, liep naar het graf, rolde de steen weg en ging erop zitten. Hij lichtte als een bliksem en zijn kleding was wit als sneeuw. De bewakers beefden van angst en vielen als dood neer. De engel richtte zich tot de vrouwen en zei: 'Wees niet bang, ik weet dat jullie Jezus, de gekruisigde, zoeken. Hij is niet hier, hij is immers opgestaan, zoals hij gezegd heeft. Kijk maar, dat is de plaats waar hij gelegen heeft.
(Mt 28:01-06)
Toen de sabbat voorbij was, kochten Maria uit Magdala en Maria de moeder van Jakobus, en Salome geurige olie om hem te balsemen. Op de eerste dag van de week gingen ze heel vroeg in de ochtend, vlak na zonsopgang, naar het graf. Ze zeiden tegen elkaar: 'Wie zal voor ons de steen voor de ingang van het graf wegrollen?' Maar toen ze opkeken, zagen ze dat de staan al was weggerold; het was een heel grote steen. Toen ze het graf binnengingen, zagen ze rechts een in het wit geklede jongeman zitten. Ze schrokken vreselijk. Maar hij zei tegen hen: 'Wees niet bang. U zoekt Jezus, de man uit Nazaret die gekruisigd is. Hij is opgewekt uit de dood, hij is niet hier; kijk, dat is de plaats waar hij was neergelegd.
(Mc 16:01-06)
Maar op de eerste dag van de week gingen ze [= de vrouwen die met Jezus waren meegereisd uit Galilea (Lucas 23,55)] bij het ochtendgloren naar het graf met de geurige olie die ze bereid hadden. Bij het graf aangekomen, zagen ze echter dat de steen voor het graf was weggerold, en toen ze naar binnen gingen, vonden ze het lichaam van de Heer Jezus niet. Hierdoor raakten ze helemaal van streek. Plotseling stonden er twee mannen in stralende gewaden bij hen. Ze werden door schrik bevangen en sloegen de handen voor hun ogen. De mannen zeiden tegen hen: 'Waarom zoekt u de levende onder de doden? Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt.
(Lc 24:01-06a)
Vroeg op de eerste dag van de week, toen het nog donker was, kwam Maria uit Magdala bij het graf. Ze zag dat de steen van de opening van het graf was weggehaald. Ze liep snel terug naar Simon Petrus en de andere leerling, van wie Jezus veel hield, en zei: 'Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald en we weten niet waar ze hem nu neergelegd hebben.'
(Joh 20:01-02)

Vele Maria's

Op het schilderij zien we drie vrouwen met een zalfpot, een engel in het wit gekleed en drie slapende wachters. Het schilderij lijkt de versie van Marcus te volgen die als enige evangelist drie vrouwen bij het graf bij naam noemt. Voor het gemak worden de vrouwen de drie Maria's genoemd. Dit drietal heeft een speciale dag toebedeeld gekregen op de kerkelijke kalender op 24 mei. Het is volstrekt duister welke drie Maria's het betreft. Legendes vertellen dat ze gedrieën bekeringswerk hebben gedaan in Frankrijk. Ze worden in het bijzonder door zigeuners vereerd in Saintes-Maries-de-la-Mer.

De naam Maria - al dan niet met een toevoeging - wordt in het Tweede Testament gegeven aan verschillende vrouwen. Als het schilderij de versie van Marcus volgt, zijn de drie vrouwen Maria Magdalena, Maria van Jakobus en Maria Salome, maar kijkend naar de kleur van hun gewaad kunnen ze ook anders geïdentificeerd worden.
  • Blauw symboliseert goddelijkheid, oneindigheid, onschuld, hemel, trouw, melancholie en oprechtheid. Het is de kleur bij uitstek van Jezus' moeder Maria die Marcus niet noemt, maar die dan gerekend zou kunnen worden tot de 'vrouwen die met Jezus waren meegereisd uit Galilea' over wie Lucas schrijft.
  • Rood staat voor liefde, lijden, offer, strijd, feestvreugde, hartstocht en moed. De website van Museum Boijmans Van Beuningen identificeert zonder bedenkingen deze vrouw met Maria Magdalena.
  • Groen betekent gewoonlijk hoop, groei, leven, lente en toekomst.

Saintes-Maries-de-la-Mer


In de Handelingen van de Apostelen (8:1) lezen we hoe er na de dood van Stefanus vervolgingen uitbraken en hoe Jezus' leerlingen zich verspreidden. Er is een traditie die weet te vertellen, dat sommige leerlingen de wijk namen naar de grotten en holen rond de stad Efese in Klein-Azië. Ook van Jezus' moeder Maria wordt verteld, dat zij in gezelschap van de apostel Johannes een veilig heenkomen zocht in die streek. De legende vertelt, hoe bij gelegenheid van diezelfde vervolgingen kwaadwillige inwoners van Jeruzalem een groepje volgelingen van Jezus in een gammel bootje zonder zeil en roeispanen de zee opjoegen. Omdat er geen voedsel aan boord was, waren de opvarenden overgeleverd aan de grillen aan de zee.
Tot het gezelschap zouden behoord hebben: Lazarus, die door Jezus uit de dood was teruggeroepen; zijn beide zusters Marta en Maria, welke laatste in de traditie vanouds wordt vereenzelvigd met Maria Magdalena; bovendien de Maria's, die onder het kruis hadden gestaan en Jezus' graf leeg hadden gevonden. Zij werden op hun beurt vergezeld door een zwart dienstertje, Sarah geheten.
Volgens sommige verhalen zaten de drie Maria's in een apart bootje. Ze landden bij het plaatsje dat sindsdien naar hen is genoemd: Saintes-Maries-de-la-Mer.

Over de rol van de zwarte Sarah is nog een andere legende in omloop, waarin wordt verteld, hoe de aanvoerster van de zigeuners die aan de monding van de rivier de Rhône woonden, Sarah-le-Kâli geheten, op een dag twee vrouwen in een bootje zag rondzwalken, volkomen overgeleverd aan de woeste golven van de zee. Zij herkende de twee onmiddellijk, want enkele nachten tevoren had ze in een droom beide vrouwen onder het kruis van Jezus zien staan. Nu dreigden zij in hun gammele bootje te vergaan en Sarah wierp haar mantel op de golven. Deze bleef drijven, zodat de twee vrouwen daaroverheen veilig aan land konden komen.

Overal in Saintes-Maries vindt men souvenirs die herinneren aan het tafereel van de drie vrouwen apart in hun bootje. In een heiligdommetje wordt het verhaal van Sarah's mantel in ere gehouden: de heilige vrouwen staan er afgebeeld, gehuld in echte mantels. Op 24 mei wordt het feest van Sarah gevierd, patrones van de zigeuners en stromen deze in de week die daaraan voorafgaat, samen voor een processie, waarbij de beeltenis van de zwarte Sarah feestelijk wordt rondgedragen tot in de zeegolven.

Ontbrekend stuk

Uiterst rechts onder de derde slapende wachter zijn nog drie stralenbundels te zien. Dit maakt duidelijk dat het schilderij ooit groter was. Rechts was dan de verrezen Christus afgebeeld die later van het schilderij werd gescheiden. Dat kan zijn gebeurd om dat gedeelte als zelfstandig werk te kunnen verkopen, of omdat het werk te groot was voor een (andere?) ruimte waar het moest komen te hangen. Dit gedeelte is nooit ontdekt, maar wie weet duikt er ooit nog eens een 'verrezen Christus' van Van Eyck op.

Op de achtergrond is een middeleeuwse stad te zien. Het is een redelijk waarheidsgetrouwe weergave van Jeruzalem in de 15de eeuw.
Vanwege de overeenkomst met het middenpaneel van het Lam Gods in Gent is het schilderij in het verleden vaak aan Hubert van Eyck toegeschreven. Geen enkel werk kan echter met zekerheid aan hem worden toegeschreven, dus houden we het maar op 'een Van Eyck'. Dit paneel is de enige Van Eyck die in Nederland is te zien.
Jan van Eyck (?) (ca 1390-1441)
Drie Maria's aan het graf (circa 1440)
Olieverf op paneel, 71,5 x 90 cm
Rotterdam - Museum Boijmans Van Beuningen
2016 Paul Verheijen / Nijmegen