Paneel (linkerafbeelding)Christus ligt roerloos op een verhoogd platform, net boven de grond. Zijn lichaam wordt omringd door veertien rouwenden. De meeste figuren hebben gouden halo's van heiligen of stralenkransen voor de zaligen die dat (nog) niet zijn. Op de achtergrond lijkt een stenen muur een welvarende stad te beschermen. Daarvoor staan verspreid een aantal bomen met dunne stammen, met glooiende heuvels die in de verte uitkomen. Een heldere lucht loopt over de bovenkant van het schilderij. Een groot kruis bevindt zich in het midden van het schilderij, net achter Christus, en domineert boven de gegroepeerde figuren eronder.Het iconografische schema, dat veel werd gebruikt in de middeleeuwen, maakt gebruik van een horizontaal ritme dat weerklinkt in het lichaam van Jezus, de dwarsbalk van het kruis en de stadsmuren, wat het dramatische karakter van de gebeurtenis een beetje bagatelliseert. De traditionele personen bij afbeeldingen van de bewening van Christus ontbreken niet. De twee knielende mannen links zijn Nikodemus en Josef van Arimatea. Vijf heiligen zijn in de directe nabijheid van Jezus' lichaam: zijn moeder Maria ondersteunt zijn hoofd en verder zien we Johannes de apostel en drie Maria's van wie Maria Magdalena de voeten kust. Wie zijn de zeven andere personen? Om dat te achterhalen kan het volgende misschien opheldering geven. In Florence werd in 1343 de Compagnia di Santa Maria della Croce al Tempio opgericht, een broederschap die nog steeds bestaat. Ze had van oorsprong de taak om ter dood veroordeelden in de laatste uren van hun leven bij te staan. Fra Angelico kreeg de opdracht dit werk te schilderen voor het hoofdaltaar van hun kerk. De ter dood veroordeelden werden vastgeketend voor het schilderij gebracht. Zij konden dan hun eigen executie in verband brengen met de dood van Christus en zijn offer aanschouwen als ze deze afbeelding zagen. De opdracht werd verstrekt door Fra Sebastiano Benintendi namens de broederschap. Hij was een afstammeling van Vilana de'Botti (±1300-±1360), dochter van een rijke Florentijnse koopman die - toen ze ongeveer 13 jaar was - non wilde worden, maar na weigering door haar vader in het huwelijk trad met Piero di Stefano Rosso Benintendi en een werelds leven leidde. Toen ze eens in de spiegel keek en in plaats van zichzelf een monster zag, trad ze toe tot de derde orde van de dominicanessen. Zij streefde ernaar om het lijden van Christus te delen. Regelmatig had ze visioenen van hem als haar hemelse echtgenoot. Ze werd begraven in de Santa Maria Novella en in 1829 zaligverklaard met als feestdag 28 februari. Op het schilderij is zij terug te vinden in dominicanessenhabijt als tweede vrouw van rechts met de tekst die uit haar mond rolt: Cristo Gesù l'amore mio crucifisso, Jezus Christus, mijn gekruisigde liefde. De heilige rechts van haar is Catharina van Alexandrië met achter haar nog net zichtbaar een deel van het folterwiel. Geheel links staat Dominicus met een ster in zijn halo en een lelietak in de hand. De resterende vier vrouwen zijn niet te identificeren. Een gedeelte aan de onderzijde van het schilderij ging onherstelbaar verloren na schade tijdens de overstroming van 1966 in Florence. |
Fresco (rechterafbeelding)De figuur van Dominicus verschijnt hier voor het eerst op de fresco's van de monnikencellen van het San Marcoklooster. Hij is de symbolische getuige van de heilige gebeurtenissen. Het iconografische model is hetzelfde model dat de schilder in deze periode gebruikte voor het paneel. De setting is echter veel kaler. We zien om het lichaam van Christus alleen de drie Maria's en de apostel Johannes. Samen met het kleurenpalet in het fresco zorgt dat voor een veel spiritueler effect dan het veel drukkere paneel. |
Fra Angelico (±1395-1455)
Bewening Tempera op paneel, 105 x 164 cm (1436-41) (linkerafbeelding) Florence - Museo San Marco (Pelgrims hospice) Fresco, 184 x 152 cm (1438-43) (rechterafbeelding) Florence - Museo San Marco (cel 02) |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |