LuxLucia, soms ook Luciana geheten, stierf volgens hoofdstuk 4 uit de Legenda Aurea omstreeks 300 in Syracuse als martelares onder de vervolgingen van de keizers Constantijn en Maxentius.Ze was een jonge Siciliaanse van adel die als kind haar vader verloor, terwijl haar moeder vier jaar leed aan verschrikkelijke bloedvloeiingen. Ze wijdde zich aan Christus en besloot zowel haar bruidschat als haar erfenis aan de armen te geven en af te zien van een huwelijk. Toen ze eens samen met haar moeder bad bij het graf van de heilige Agatha van Catania, eveneens een maagdelijke martelares, verscheen deze aan haar en genas haar ongeneeslijk zieke moeder. Ze werd door haar verloofde aangegeven bij stadhouder Paschasius. Allerlei pogingen haar van het christelijk geloof af te brengen mislukten. Men probeerde haar in een bordeel te plaatsen zodat ze door het hele volk verkracht kon worden, maar de heilige Geest maakte haar zo zwaar, dat niets of niemand haar kon verplaatsen, zelfs duizend mannen niet, ondersteund door meerdere spannen ossen en ook opgeroepen tovenaars kregen het niet voor elkaar. Dat Lucia gered wordt voor het bordeel is een thema dat we vaker tegenkomen bij heilige maagden. Zie bijvoorbeeld Daria en Agnes. Paschasius liet zich wijsmaken dat de 'hekserij' van Lucia kon worden uitgeschakeld door haar met urine te overgieten. Ook dat mocht niet baten, waarop hij rondom haar een groot vuur liet aansteken en pek, hars en kokende olie over haar uitstorten. Toen zijn vrienden zagen dat Paschasius ten einde raad was, staken zij Lucia een zwaard in de keel. Maar zij had haar stem allerminst verloren en zei: 'Ik verkondig u dat er vrede aan de Kerk is gegeven. Heden is Maximianus gestorven en Diocletianus van de troon gestoten. En zoals mijn zuster Agatha als beschermster aan de stad Catania is gegeven, zo ben ik als voorspreekster aan de stad Syracuse geschonken.'Ze was nog niet uitgesproken of Romeinse gezanten arresteerden Paschasius en voerden hem naar de keizer omdat deze vernomen had dat Paschasius de hele provincie had leeggeplunderd. Hij werd onthoofd en Lucia stierf pas nadat priesters haar lichaam aan de Heer hadden aangeboden. Zij werd ter plekke begraven en er werd een kerk gebouwd. |
Wijze maagdDe kerk die de Legenda Aurea noemt, is de Basilica Santuario di Santa Lucia al Sepolcro in Syracuse.De kerk werd rond 1100 gebouwd door de Noormannen, maar latere toevoegingen en aanpassingen hebben het uiterlijk sindsdien sterk veranderd. Het voornaamste attribuut van Lucia is afgeleid van haar naam die verband houdt met het Latijnse lux, 'licht'. Dat heeft een latere populaire verbeelding vanaf de 15e eeuw geleid tot twee verschillende legenden. De ene zegt dat Lucia gemarteld werd doordat haar borsten werden afgesneden en haar ogen werden uitgestoken, de andere weet te melden dat Lucia dat zelf deed om onaantrekkelijk te zijn voor haar verloofde. Lucia stuurde haar ogen vervolgens naar hem en sommige varianten melden dat zij haar ogen vervolgens weer terugkreeg. In de 11e eeuw werden haar relieken gestolen en vervoerd naar Constantinopel en volgens twee tegenstrijdige overleveringen zo'n twee eeuwen later gebracht naar ofwel Venetië of Metz. Mede door deze roof was de heilige Lucia in Syracuse aan het eind van de middeleeuwen in de vergetelheid geraakt. Pas halverwege de 16e eeuw werd haar verering nieuw leven ingeblazen. Lucia behoort tot de vijf wijze maagden die in de adventstijd worden gevierd. Haar feestdag op 13 december wordt in het Roomse Martelaarsboek als volgt herdacht: Te Syracuse op Sicilië de geboorte van de heilige maagd Lucia, martelares in de vervolging van keizer Dicocletianus. Toen volksverleiders, aan wie deze edele maagd op bevel van de oudconsul Paschasius was overgeleverd om haar zuiverheid door het volk te laten schenden, haar wilden meevoeren, konden zij haar geenszins bewegen noch met touwen noch met meerdere paren ossen. Dan echter moest zij folteringen met pek, hars en kokende olie doorstaan, maar bleef ongedeerd. Eindelijk stak men haar met het zwaard door de keel en stierf zij de marteldood. |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |