Vanwege het hoge en smalle formaat van dit werk was het waarschijnlijk de linkervleugel van een triptiek en ook hier heeft Van Eyck het thema klassiek voorgesteld.
Uit technisch onderzoek is gebleken dat de verwijzingen naar het Eerste Testament in de ondertekening niet voorkwamen.
Het originele ontwerp van Jan van Eyck was mogelijk dus symbolisch veel minder geladen.
Het geheel is gesitueerd in een kerkgebouw waarvan de achtermuur is opgebouwd uit 3 x 3 onderdelen, hetgeen verwijst naar de Drie-eenheid.
Op grond hiervan heeft men geopperd dat de centrale voorstelling van de triptiek mogelijk een Genadestoel kan zijn geweest, symbool van de Triniteit.
Stralen
We zien de aartsengel Gabriël Maria begroeten met de bekende woorden AVE GRATIA PLENA, 'Gegroet vol genade', en net als bij het Lam Gods in Gent is Maria's tekst ECCE ANCILLA DOMINI, 'Zie de dienstmaagd des Heren', ondersteboven geschilderd zodat hij duidelijk leesbaar is voor God de Vader.
Uit het venster linksboven vallen zeven gouden stralen, symbool voor de gaven van de heilige Geest:
Sapientia (wijsheid)
Intellectus (verstand)
Consilium (raad)
Fortitudo (sterkte)
Scientia (wetenschap)
Pietas (godsvrucht)
Timor Domini (vreze des Heren)
De zeven gaven zijn gebaseerd op de tekst van Jesaja 11:2.
Één straal is doorgetrokken tot op het hoofd van Maria, het symbool van de bevruchting van de Maagd. De heilige Geest, in de vorm van een duif duikt als het ware op die ene straal naar Maria toe.
Het glazen venster dat de lichtstralen en de duif doorlaat zonder te breken, staat voor de maagdelijkheid van Maria.
Van Eyck laat haar linkeroor niet achter haar haren vallen, zodat wij het goed kunnen zien, alsof hij daarmee wil zeggen dat Maria de boodschap van Gabriël goed gehoord heeft.
Achtermuur
In het glas-in-loodraam houdt God, afgebeeld in een mandorla, een scepter en een boek vast.
Hij staat op een bol met de inscriptie ASIA.
Mogelijk is dit een symbolische verwijzing naar Jesaja.
De hemel is mijn troon, de aarde mijn voetenbank. (Jesaja 66:1)
Aan weerszijden van God zijn twee wandschilderingen aangebracht.
Links is - gezien de tekst MOISES IN FISCELLA - de vinding van Mozes afgebeeld. De dochter van de farao krijgt het mandje overhandigd waarin Mozes ligt. De vinding van Mozes wordt beschouwd als een prefiguratie van de annunciatie van de komst van Christus.
De dochter van de farao draagt een banderol met de tekst
DE INFANTIBUS HEBRAEORUM HIC EST, 'dit is een kind van de Hebreeën'.
Rechts ontvangt Mozes een boekrol van God met het tweede van de 10 geboden (Exodus 20:7) erop:
NON ASSUMES NOMEN DOMINI DEI, 'Misbruik de naam van de Heer uw God niet'
Ook dit is een prefiguratie van Christus.
Mozes en Christus zijn de spilfiguren van het Eerste en Tweede Testament.
Eveneens op de achterwand van de kerk, net onder het triforium, de gang boven de arcaden, zijn twee tondo's geschilderd.
De drie ramen achter het hoofd van Maria verwijzen naar de Drie-eenheid.
Ze zijn gemaakt van flessenbodems en ze vervormen het licht in rondjes, als lichte zeepbellen.
Van Eyck laat de kleur van het licht door het raam dringen, waardoor je iets van struikgewas achter de ramen vermoedt.
In zulk vervormend glas kan een schilder zijn kunsten goed vertonen.
Het rijke gewaad van de engel Gabriël is een staalkaart van de rijke stoffen die in de 15de eeuw geproduceerd werden.
Op de meeste andere annunciaties wordt Gabriël voorgesteld in een wit gewaad, Van Eyck daarentegen kleedt hem met een fluwelen koorkap geborduurd met gouden motieven en afgeboord met honderden juwelen en parels, die hij draagt boven een dalmatiek.
Hoewel Maria rijk aristocratisch is gekleed met diadeem verbleekt zij bij al de hemelse pracht van de boodschapper.
De bloempatronen op Gabriëls koorkap verwijzen onder andere naar bekende Maria-bloemen, gelijk de lelie in een vaas die voor Maria staat.
Het drielobbige klaverblad zinspeelt op de Drie-eenheid en de wijnraak verwijst naar de eucharistie.
Vloer
De voorstelling van de annunciatie in een kerk was niet nieuw.
Kunsthistorici interpreteren de romaanse stijl van de vensters in de lichtbeuk als symbool voor de joodse tempel en de gotische vensters onderaan als een symbool voor de christelijke kerk.
Ook andere elementen verwijzen mogelijk naar de tegenstelling tussen het Eerste en Tweede testament.
Is de kapotte zoldering bijvoorbeeld een verwijzing naar het in ruïne vallende Eerste Testament?
Van Eyck verwerkte een aantal scènes uit het Eerste Testament in de vloertegels op de voorgrond op de manier van de Bible moralisée die typologische prefiguraties van Christus voorstellen en op die wijze ook een verband leggen tussen het Eerste en het Tweede Testament.
Vijf ervan, scènes met Simson, David en Absalom zijn te identificeren.
1 - Simson slaat duizend Filistijnen neer met een ezelskinnebak (Rechters 15:15-17) = Christus overwint de zonden van de mens.
2 - Delila knipt Simsons haar af (Rechters 16:4-5) = Christus is verraden door de Joden.
3 - Simson doet de tempel van de Filistijnen instorten (Rechters 16:23-30) = Christus wordt gekruisigd en velt het Laatste Oordeel.
4 - David hakt het hoofd van Goliat af (1 Samuel 17:51) = Christus verslaat de duivel.
5 - De dood van Absalom (2 Samuël 18:9-10) = Kruisdood van Christus
Deze scènes zijn omlijst met negen tekens uit de dierenriem, waarvan er zeven zijn te zien.
Ze symboliseren Gods almacht over het firmament.
De tekens zijn niet gerangschikt volgens de orde waarin ze elkaar in de dierenriem opvolgen, zodat een symbolische plaatsing verwacht mag worden.
Op de bovenste rij, precies onder de zoom van Maria's gewaad, verwijzen de tekens naar belangrijke Mariafeesten: