Paul Verheijen

ROGIER VAN DER WEYDEN

Columba triptiek

Van kribbe tot kruis

De aanbidding van de koningen vormt het middenpaneel van het Driekoningenretabel dat vanwege zijn latere opstelling in de Sankt Kolumbakerk in Keulen (in WOII verwoest) bekend werd als Columba-triptiek. In Keulen worden volgens de traditie de relieken van de Driekoningen bewaard in de Dom. De buitenzijden van de zijpanelen bevatten geen voorstelling, maar zijn egaal geschilderd.
Rogier van der Weyden koos voor het thema van de menswording van God. Verhevenheid en intimiteit gaan hier samen.
Maria zit in het centrum met het kindje Jezus.

Samen met de oudste koning*, die zijn hoofddeksel eerbiedig op de grond heeft gelegd, construeert Van der Weyden een driehoek.
Deze koning wordt links geflankeerd door de oud voorgestelde Jozef* en rechts door de tweede koning.*
Deze figuren contrasteren in glanzend rood met de kunstig geplooide blauwe mantel van Maria.
Geheel aan de rechterkant houdt de derde koning* - gekleed in weelderige brokaten kledij volgens de Bourgondische mode - zijn hoofddeksel in een elegante groet vast.
Zijn jachthond ligt aan zijn voeten.
Links naast Jozef bevindt zich een onbekende stichter met een rozenkrans in de hand.

Zij bevinden zich allen voor een bouwvalllige stal die in zijn oorspronkelijke staat een koepel had.
De stenen Romaanse bogen wijzen wellicht op het Eerste Testament.
De stal lijkt op een verwoeste synagoge en verwijst mogelijk naar een uitspraak van de profeet Amos:
Dan zal ik het vervallen huis van David herbouwen, ik zal de muren herstellen en opbouwen wat is neergehaald, ik zal het in zijn vroegere luister herstellen.
(Amos 9,11)
Op de middelste pijler achter Maria is anachronistisch een kleine crucifix geschilderd.
Het leven van het pasgeboren kind wordt hier samengevat van kribbe tot kruis.
Het kruis is de top van de driehoek Maria-Kind-Knielende koning waarmee Golgota wordt gesymboliseerd.
Volgens de legendarische traditie lag Adam op deze 'schedelplaats' begraven.
In dat licht gezien is het Kind Christus de nieuwe Adam.

Op de achtergrond valt een helverlichte stad te zien met - ook weer anachronistisch - gebouwen die op kerken lijken.
Vanuit deze geïdealiseerde stad beweegt zich een schier eindeloze processie, samengesteld uit mensen van allerlei volkeren, naar de stal.
Hun verschillende huidskleuren en hoofddeksels maken duidelijk dat het hier niet gaat om het gevolg van de koningen.
Zo is dit de voorstelling van Epifanie, de openbaring van Jezus aan de wereld, de oorspronkelijke betekenis van het Driekoningenfeest.

Ligt de stad in het licht, de scène wordt overwelfd door een donkere nachtelijke hemel met de ster van Betlehem.
* Sommige kunsthistorici menen dat het gezicht van Jozef een zelfportret van Van der Weyden is en dat in de drie koningen tijdgenoten van Van der Weyden zijn te herkennen: van links naar rechts zouden dat zijn Jan van Eyck, de Keulse kunstschilder Stefan Lochner (±1410-1451) en hertog Karel de Stoute (1433-1477).

Meer symboliek?

Bevat het drieluik nog meer symboliek die voor ons grotendeels verborgen blijft, omdat onze kennis van het denken en voelen van die tijd beperkt is?
Een paar voorbeelden:
  • Ave Maria
    De driehoeksconstructie wordt door sommige uitleggers gezien als de letter A, terwijl de boogconstructie daarachter wordt opgevat al een M.
    Beide letters zouden dan staan voor Ave Maria, waarbij AVE traditioneel ook symbolisch wordt omgekeerd tot EVA: Maria verdrijft de erfzonde van Eva.
  • Buiten de tempel
    Rechts zien we de hoge muur van de tempel die op het rechterluik het decor is van de opdracht van Jezus in de tempel, maar de koningen en de mensen van over heel de wereld vinden Jezus buiten de tempel in deze ruïne.
  • Fundament
    De gewelven die we onderaan zien en die de top van Golgota kunnen verbeelden, worden ook opgevat als de joodse fundamenten van het Christusgebeuren.
    Jozef staat dan als telg uit het geslacht van David op de laatste trede die naar Jezus leidt.
  • Eucharistie
    De geschenken van de tweede en de derde koning roepen associaties op aan de kelken (cibories) waarin de hosties van de eucharistie bewaard werden.
    Dat opent weer een ander perpsectief, waarbij het altaarstuk verwijst naar de eucharistie.
    De verering van de tegenwoordigheid van Christus in de eucharistie was in die tijd zeer levendig.
    Ook het kruis dat hier klein maar wel centraal hangt kan daar ook naar verwijzen, want in de eucharistie wordt het kruisoffer hernieuwd.
    Misschien is daarom ook een druivenrank afgebeeld boven op de ruïne als verwijzing naar de wijn die in de eucharistie het bloed van Christus wordt.
    Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken (Johannes 15,5), maar de wijnstok lijkt afgebroken.
    Komt de nieuwe wijn (Jezus) in plaats van de oude (Israël)?

Annunciatie

Het linkerpaneel verbeeldt de Annunuciatie, een onderwerp dat in de late middeleeuwen werd gezien als bij uitstek geschikt voor het retabel van een altaar, omdat hierin het mysterie wordt uitgebeeld van de versmelting van het eeuwige Woord van God met het Woord dat vlees wordt in Christus.
De nadruk van de schilder ligt hier op het moment van hun samengaan.
Maria zit als eerbiedige lezeres neergeknield voor een folioboek dat te groot is om een middeleeuws getijdenboek te zijn.
Terwijl zij zit te lezen wordt ze verrast door de engel Gabriël.
De tekst uit de Latijnse Vulgaatvertaling die bij de engel Gabriël uit de mond komt luidt:
AVE GRATIA PLENA DOMINUS TECUM
Gegroet vol van genade de Heer (is) met u
(Lucas 1,28)
De woorden zijn afgebeeld als logoi spermatikoi (zaadwoorden), woorden die tot stand brengen wat al wordt aangekondigd op de bladzijde die voor Maria openligt.
Deze zijn meestal afkomstig van de profeet Jesaja, maar nu niet te lezen.
Deze gouden groet gaat gepaard met de neerwaartse vlucht van de duif van de heilige Geest, als een zonnestraal door glas, net als de lelie een symbool voor de maagdelijkheid van Maria.
Gabriëls woordenstraal vormt samen met zijn scepter een kruis als onheilspellend voorteken van wat komen gaat (zie ook middenpaneel).
Maar als Maria zich omdraait op zijn groet is haar hand al in een bevestigend gebaar opgeheven.
De slaapkamer van Maria heeft vanwege het roosvenster onder het gewelfde plafond wel wat weg van een kerk.
Haar bed is rood, de kleur van de menslievendheid (caritas).
Het doek in de linkerbovenhoek is peervormig opgerold en de duif van de heilige Geest vliegt hier precies onder.
Is dit een subtiele verwijzing naar haar baarmoeder?

Purificatie

Op het rechterpaneel zien we de Presentatie.
Rond het kind Jezus staan op de voorgrond zeven personen van wie er vier identificeerbaar zijn.
Maria overhandigt haar zoon aan de ziener Simeon.
De tekst die de ziener Simeon hierbij uitspreekt heeft Van der Weyden ook weergegeven in de Latijnse Vulgaatvertaling:
NUNC DIMITIS
SERVUM TUUM
DOMINE SECUNDUM
VERBUM TUUM
IN PACE

Nu laat u Heer uw dienaar heengaan volgens uw woord in vrede.
(Lucas 2,29)
Achter Maria staat Jozef met een brandende kaars (Maria Lichtmis) en achter Simeon de profetes Hanna.
Maar wie is de mysterieuze vrouw in het groen achter Maria?
Ze draagt de zeer bijzondere hoofdtooi op haar gevlochten lange haar die Maria Magdalena heeft op het rechterluik van Van der Weydens Braque-triptiek.
Is het Catherine Braque-de Brabant?
Ze draagt ​​een kleine rieten mand met de twee duiven van het offer dat gebracht wordt.
Ze lijkt zich afzijdig te houden van de scène die zich voor haar afspeelt en ze kijkt het schilderij uit.
Wil ze ons iets vertellen en wat doet dat hondje aan haar voeten in een tempel?
De twee mannen die achter Simeon het gebeuren gadeslaan zijn bij mijn weten niet geïdentificeerd.
Het betreft mogelijk de opdrachtgevers.
Rogier van der Weyden (circa 1399/1400-1464)
Columba triptiek (vóór 1455)
Olieverf op eikenhouten panelen, 138 x 153 cm (middenpaneel); 138 x 70 cm (zijpanelen elk)
München - Alte Pinakothek
2016 Paul Verheijen / Nijmegen