Paul Verheijen

PINKSTEREN

Joodse achtergrond - Christelijke overname

Joodse achtergrond

Zeven weken na Pesach vieren de joden Sjawoe'ot, het wekenfeest. Vóór ongeveer de eerste eeuw was dit het feest van de tarweoogst die een dag of vijftig na de gerst wordt binnengehaald. In het Grieks heet dit feest dan ook Pentèkostè hèmera, de vijftigste dag, waarvan het woord Pinksteren is afgeleid. De twee grote tarwebroden in de synagoge herinneren aan het oogstkarakter. In orthodox-joodse kring vormen de zeven weken tussen Pesach en Sjawoe'ot een periode van rouw. Er worden geen huwelijken gesloten. Bovendien verzorgen veel mannen hun baard- en hoofdhaar niet en lopen er slordig gekleed bij.

Omstreeks het jaar 100 werd Sjawoe'ot gehistoriseerd en ging het feest herinneren aan de mozaïsche wetgeving op de Sinaï. De joodse traditie zegt dat JHWH op de vijftigste dag na het vertrek uit Egypte de dekaloog aan Israël gaf in zeventig talen. Dat zijn alle talen van de toenmalig bekende wereld, want iedereen moet de tien geboden kunnen horen.

Christelijke overname

De evangelist Lucas sluit in zijn tweede boek Handelingen van de apostelen bij de joodse traditie aan. Het Pinksterverhaal is in het Tweede Testament alleen daar te lezen.
Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.
(Handelingen 2,1-4)
Het aantal van twaalf apostelen was hiervoor weer aangevuld. Om de opengevallen plek van Judas wordt geloot en een zekere Mattias is de gelukkige. Zij zijn op de vijftigste dag na Christus' verrijzenis op één plaats bijeen.

Lucas speelt in de tekst in het Grieks met de twee betekenissen van het woord gloossa dat zowel met 'tong' als met 'taal' vertaald kan worden. De opvatting dat de tong het instrument is om Gods woord te verkondigen en dat deze tong daarom ook door God gevormd is, vinden we in het Eerste Testament terug.
2016 Paul Verheijen / Nijmegen