Paul Verheijen

RAFAËL

Baglioni retabel

Goddelijk

De panelen van dit retabel zijn tegenwoordig verdeeld over drie musea. Hier is een mogelijke reconstructie van het altaarstuk afgebeeld.
Giorgio Vasari is er in zijn Vite zeer lovend over.
Alvorens Rafaël uit Perugia vertrok, vroeg mevrouw Atalanta Baglioni hem een altaarstuk te willen maken voor haar kapel in de San Francesco; maar omdat hij haar op dat moment niet van dienst kon zijn, want hij moest voor zaken naar Florence, beloofde hij haar dat ze na zijn terugkeer op hem zou kunnen rekenen. Dus na zijn aankomst in Florence, waar hij zich met ongeloof lijke inspanning wijdde aan de studie van de kunst, vervaardigde hij het karton voor deze kapel; het lag in zijn bedoeling dit ontwerp uit te voeren zodra hij daartoe in de gelegenheid zou zijn, wat hij inderdaad deed.
[...]
Op dit goddelijke schilderij ziet men hoe een dode Christus ten grave wordt gedragen, en het is uitgevoerd met zoveel frisheid en zoveel doorleefde liefde dat wie het aanschouwt, de indruk krijgt dat het zojuist is gemaakt. Bij de compositie van dit werk verbeeldde Rafaël de smart van de nauwste en meest liefhebbende bloedverwanten bij de graflegging van het lichaam van een van hun dierbaarste verwanten: van degene die zonder meer het geluk, de waarde en het welzijn van de hele familie uitmaakte; men ziet er Onze-Lieve-Vrouw die in zwijm ligt, en de hoofden van alle andere figuren met zeer passende uitdrukkingen van droefenis, vooral dat van Johannes, die - de handen gevouwen- het hoofd zodanig neigt dat het meest verharde hart erdoor tot medelijden zal worden bewogen; en zeker wie de nauwgezetheid, de liefde, het vakmanschap en de gratie in dit werk aanschouwt, heeft alle reden zich daarover te verwonderen, want iedereen, wie dan ook, zal versteld staan van de houdingen der figuren, de schoonheid der gewaden en, kortom, de volstrekte volmaaktheid die het vertoont in alle delen.

Hoofdpaneel

Kardinaal Scipione Borghese liet in 1608 het hoofdpaneel verwijderen uit het retabel om het naar zijn privé-verblijf in Rome te verplaatsen. In Perugia werd het vervangen door een kopie.
Rafaël integreert zijn graflegging van Christus in een landschap dat links wordt begrensd door een rots en rechts door de heuvels waarop de drie kruisen staan. Rond het dode lichaam van Christus is de scène verdeeld in twee groepen van vijf personen links en vier rechts. De personen zonder halo zijn door Rafaël aan de bijbelscène toegevoegd.
In de rechtergroep ziet de kijker de Maagd Maria weggezakt, flauwgevallen van verdriet, ondersteund en getroost door de zogeheten Drie Maria's. Haar houding is gespiegeld met de houding van haar dode Zoon.

Het kasteel op de achtergrond is mogelijk het Castello dell'Antognolla in de buurt van Urbino.
Op grond van de iconografisch gebruikelijke fysionomie bestaat de groep links uit Nicodemus, Johannes de apostel/evangelist, Jozef van Arimatea, Maria Magdalena en een jongeman die prominent in beeld is gebracht door Rafaël. Zij dragen het lichaam van Christus met behulp van een grote lijkwade naar een grafkamer, die zich ongetwijfeld bevindt in de rots aan de linkerkant. Wie is die jongeman?

Hoewel de afgebeelde personen op Maria na geen naaste familie van Jezus is, schrijft Vasari heel opmerkelijk over il dolore che hanno i più stretti et amorevoli parenti, de smart van de nauwste en meest liefhebbende bloedverwanten. Men heeft daarom verondersteld dat Atalanta Baglioni de opdracht tot dit altaarstuk heeft gegeven na een zwaar verlies in haar eigen familie. Haar man Grifone was in 1477 overleden. In de zomer van 1500 vonden bloedige vetes van de familie Baglioni in Perugia plaats. De zoon van Atalanta Baglioni, Grifonetto, was betrokken bij de moord op zijn naaste familieleden en riep zo de vloek van zijn eigen moeder over zich af. Toen Grifonetto op zijn beurt op 23-jarige leeftijd dodelijk gewond raakte door enkele familieleden die het bloedbad hadden overleefd, haastte zijn moeder zich naar haar stervende zoon. Zij vergaf zijn moordenaars in het licht van zijn naderende dood. In de lokale geschiedschrijving van Perugia wordt de tragische geschiedenis van het familiebloedbad geïnterpreteerd als een voorbeeld van christelijke vergevingsgezindheid. Moeder Atalanta koppelt haar eigen verdriet over de dood van haar zoon Grifonetto aan de rouw van Moeder Maria en de andere heiligen over de dood van Christus. De conclusie van dit alles zou dan kunnen zijn dat de niet geïdentificeerde jongeman in de linkergroep een portret is van Grifonetto Baglioni.

Kroonlijst

God de Vader is omringd door een dozijn putti. Hij kijkt neer op het hoofdpaneel met de graflegging. Zijn zegen daalt neer op het dode lichaam van Jezus. Zijn linkerhand gaat in de richting van de smart van Maria.

Predella

De predella toont drie vrouwen die de drie 'goddelijke deugden fides, spes, caritas, geloof, hoop en liefde verbeelden. Ze worden elk geflankeerd door twee putti. Het groenachtige grisaille roept de suggestie op van beeldhouwwerk. De keuze voor grisaille bij ondersteunend schilderwerk was wijdverbreid in de 15e eeuw, vooral als het onderwerp de deugden betrof. Zie bijvoorbeeld de deugdenfresco's van Giotto in de Scrovegnikapel in Padua.
De predella bestond oorspronkelijk uit één stuk, maar werd in drieën gezaagd nadat het centrale paneel naar Rome verhuisde. Er is onduidelijkheid over de volgorde waarin de deugden op de predella voorkwamen. In de reconstructie hierboven is gekozen voor de volgorde Hoop, Liefde, Geloof vanwege de houdingen van de vrouwen die de deugden uitbeelden.
  • Spes
    Hoop is afgebeeld met haar handen in gebed. De twee flankerende putti met vleugeltjes houden ook hun handen op elkaar.
  • Caritas
    Liefde wordt omringd door vijf kinderen zodat liefde moet worden gezien zoals een moeder haar kinderen bemint. De putti dragen goed gevulde vaten, waarvan de inhoud wordt geïnterpreteerd als vlammen en als geld. Waarschijnlijk belichamen ze de twee vormen van liefde: de vuurschaal staat dan voor caritas Dei, de liefde tot God, terwijl het andere vat gezien moet worden als een hoorn des overvloeds, en dus een toespeling op de Caritas Proximi, de liefde voor de naaste.
  • Fides
    Geloof houdt een kelk met hostie erboven in haar rechterhand houdt, symbool van de eucharistie en daarmee van Christus' offerdood.
    De twee putti hebben vleugels en houden tabletten vast met de inscripties CPX en IHS, twee afkortingen van respectievelijk Christus en Jezus in het Grieks en Latijn, waarbij de lettervolgorde (vanwege gespiegelde symmetrie?) in de Griekse versie is verwisseld: CPX in plaats van XPC. Ook deze inscripties worden beschouwd als een verwijzing naar Christus' offerdood.

Fries

De fries, die waarschijnlijk boven het hoofdpaneel was geïnstalleerd en die gevleugelde putti, gekroonde griffioenen en ramskoppen bevat, werd op een onbekend tijdstip in vier segmenten verdeeld. Het is misschien niet meer dan een ornament. De griffioenen verwijzen naar de namen Grifone en Grifonetto en het wapenschild van de stad Perugia waarop (ook vandaag de dag nog) een griffioen staat.
Raffaello Sanzio (1483-1520)
Pala Baglioni (1506-07)
Olieverf op panelen
Deposizione Borghese (184 x 176 cm)
Rome - Galleria Borghese
L'Eterno tra gli angeli (82 x 89 cm)
Perugia - Galleria Nazionale dell'Umbria
Speranza, Carità, Fede (16 x 44 cm elk)
Vaticaanse musea
Putti e grifi (12 x 181 cm)
Perugia - Galleria Nazional dell'Umbria
2016 Paul Verheijen / Nijmegen