Paul Verheijen

PAULUS

Geschriften - Zendingsreizen - In de kunst - Attributen - Feestdagen

Geschriften

De iconografie met betrekking tot Paulus kon teren op de bijbelse en buitenbijbelse bronnen over deze voor de verspreiding van het christendom en leer niet te missen heilige.
Op Paulus' naam staan 13 brieven opgenomen in het Tweede Testament, wellicht aan een stenograaf gedicteerd (2 Tessalonicenzen 3,17-18), maar zeker niet allemaal authentiek.

Hieronder een selectie van de apocriefe werken:
  • Praedicatio Pauli
    Een verloren gegaan fantasievol geschrift dat we alleen kennen uit vermeldingen in andere bronnen.
  • Apocalyps
    Geschrift uit de 4e eeuw, dat aansluit bij Paulus' eigen mededelingen over hemelse openbaringen (2 Korintiërs 12,2-4) en dreigementen tegen zondige christenen bevat. Onder de vele en uitvoerige apocalypsen die er zijn, is deze op naam van Paulus niet de geringste. Hij zal Dante mede geïnspireerd hebben toen hij de Divina Commedia schreef. Ook veel volkse voorstellingen van vagevuur en hel konden wel een begonnen zijn met deze tekst.
  • Acta Pauli
    Rond 190-200 ontstaan, vertelt onder meer de geschiedenis van Paulus en Tekla en van een briefwisseling tussen Paulus en de gemeente van Korinte. Hierin vinden we ook enkele zeer sterke verhalen, bijvoorbeeld dat Paulus ooit een leeuw heeft gedoopt die later om die reden weigerde Paulus te verscheuren toen hij voor de leeuwen werd geworpen. Met een menselijke stem legt de leeuw uit hoe het zit. Voor Hiëronymus waren deze verhalen reden genoeg deze Acta Pauli dubbel en dwars apocrief, en wel in zeer negatieve zin, te verklaren. In de vierde eeuw is dit werk in tegenstelling tot andere buitenbijbelse 'handelingen' desondanks een tijdlang canoniek geweest. We lezen erin ook over het uiterlijk van Paulus:
    Een man klein van gestalte, een kaal hoofd, kromme benen, krachtig gebouwd, doorlopende wenkbrauwen, een enigszins uitstekende neus, een innemende verschijning, kortom, nu eens zag zijn gezicht eruit als van een man en dan weer als van een engel.
    (Handelingen van Paulus 3)
  • Martyrium/Passio Pauli
    Dit is het vervolg op de Acta Pauli en is gereconstrueerd uit de zwaar beschadigde papyrusfragmenten die in het Grieks en Koptisch zijn gevonden. et martelaarsgetuigenis gaat verder waar Lucas in zijn Handelingen van de apostelen ophoudt: in het eigen huurhuis waarin Paulus in Rome twee jaar blijft (Handelingen 28,30). Het loopt uit op zijn onthoofding 'maar met dat de schildwacht hem het hoofd eraf zwaait, spat er melk op de gewaden van de soldaat'.
  • Acta Petri et Pauli
    (Wellicht 3e eeuw) vertelt bijzonderheden over het martelaarschap van de beide apostelen, die elkaar in Rome ontmoet zouden hebben, in de tijd van Nero. Enkele bewakers zouden tijdens Paulus' gevangenschap christen zijn geworden, en bij zijn onthoofding zou bloed van de apostel zijn opgevangen in een doek die hij van een vrouw had gekregen en die als reliek bewaard werd; verder zou zijn afgeslagen hoofd driemaal op de grond hebben geketst, waardoor drie bronnen ontstonden.
  • Briefwisseling tussen Paulus en Seneca
    Seneca's grondige kennis van het jodendom en het feit dat hij Nero opvoedde, zullen wellicht voedsel hebben gegeven aan het concipiëren van deze apocriefe brieven uit de 3e eeuw, evenals het bericht dat Seneca's broer Lucius Iunius Gallio, landvoogd van Achaea, te Korinte weigerde in te gaan op de bij hem ingebrachte beschuldigingen van joodse tegenstanders van Paulus (Hand. 18,12-16).
  • Handelingen van Paulus en Andreas
    Dit betreft slechts twee Koptische fragmenten. Een schip komt van zee af bij een stad aan waar Andreas op de uitkijk staat. De schipper geeft hem het overkleed van Paulus,- méér heeft hij niet van Paulus over: die is het water in gesprongen 'om de oorden van de onderwereld te onderzoeken'- en vraagt via de zeeman of Andreas hem tegemoet wil komen 'opdat de onderaards van de onderwereld mij niet vasthouden!' Andreas moet eerst nog in de stad 'een beetje met de Judeeërs twisten' en wordt te hulp geroepen door een man zonder vader of moeder, wiens twaalfjarige zoon stervende is. Andreas zegt opwekking toe, maar gaat eerst scheep om Paulus op te halen. Hij doet dat met een gebed en door een beker zoet water in de zee te gieten. De zee splijt, het droge wordt zichtbaar, de onderwereld splijt open en Paulus springt op uit het water met een splinter hout in zijn hand: 'een hoek uit de deuren van de hel die de Heer verwoest heeft'. Want Paulus heeft de verlaten straten van de hel gezien en daar alleen een wanhopige Judas aangetroffen, al hoorde hij ook dieper in de hel nog schreeuwen en huilen. Samen met Paulus keert Andreas terug naar de stad om de dode op te wekken en met de Judeeërs in de slag te gaan, die uiteindelijk, alle 'zevenentwintighonderd man', zich voor de voeten van de apostelen werpen en zich laten dopen.
De Legenda Aurea bevat een compilatie van bijbelse, apocriefe en patristische berichten.
Daar valt ook te lezen over een wonderbaarlijke hereniging na Paulus' onthoofding van zijn hoofd en lichaam.
Het hoofd van Paulus werd in een kuil gegooid. Door het grote aantal mensen dat gedood en daar neergegooid was, kon men het niet terugvinden. Maar in dezelfde Brief van Dionysius leest men dat op een keer, toen de groeve geruimd werd en het hoofd van Paulus met ander afval eruit gegooid werd, een herder het met zijn staf optilde en het vastzette bij de schaapskooi. Drie nachten achter elkaar zag hij samen met zijn meester boven dat hoofd een onuitsprekelijk licht schitteren. Toen dit aan de bisschop en de gelovigen werd bericht, zeiden die: 'Dat moet het hoofd van Paulus zijn!' De bisschop en de hele schare gelovigen trokken dus uit om het hoofd te halen. Ze namen het hoofd mee, legden het op een gouden tafel en probeerden het aan het lichaam te passen. Maar de kerkvorst zei tegen hen: 'We weten dat er vele gelovigen zijn omgebracht en dat hun hoofden verspreid zijn geraakt. Daarom aarzel ik dat hoofd samen te voegen met het lichaam van Paulus. Nee laten we het bij de voeten van het lichaam leggen en bidden tot de almachtige Heer dat, als dit zijn hoofd is, het lichaam zich draait en zich met het hoofd verenigt.' Dit vond algemene bijval. Zij legden het hoofd aan de voeten van Paulus' lichaam. En zie, terwijl zij aan het bidden waren, draaide het lichaam zich tot ieders verbijstering om en verenigde zich op de juiste plek met het hoofd. Toen prezen zij allen God en wisten zij dat dit werkelijk het hoofd van Paulus was. Aldus Dionysius.
(Legenda Aurea 85,127-136)

Zendingsreizen

Paulus ondernam volgens de Handelingen van de apostelen drie grote zendingsreizen.
  • De eerste zendingsreis werd geleid door Barnabas, die Paulus vanaf Antiochië meenam naar Cyprus, dan naar zuidelijk Klein-Azië om uiteindelijk terug te keren naar Antiochië.
    (Handelingen 13-14)
  • Bij zijn tweede zendingsreis vertrok Paulus vanuit Jeruzalem, direct na het concilie daar, rond de herfst van 49. Tijdens een tussenstop in Antiochië ontstond een hevig geschil met Barnabas over Johannes Marcus, waarna Paulus zijn reis vervolgde met Silas (feestdag 13 juli) als gezel. Ze reisden naar Tarsus (Paulus' geboorteplaats), Derbe en Lystra. In Lystra ontmoette Paulus Timoteüs (feestdag 26 januari en translatie 9 mei)*, die hierna met Paulus en Silas meereisde. Na een visioen van Paulus reisden ze naar Macedonië. Van Philippi reisden ze vervolgens via Berea naar Athene, waar Paulus op de Areopagus predikte. Hierna reisde Paulus naar Korinte.
    (Handelingen 16)
  • Paulus begon zijn derde zendingsreis met een rondreis door Galatië en Frygië. Daarna reisde hij naar Efeze, een belangrijk centrum voor het vroege christendom, en bleef daar drie jaar. Daarna reisde hij door Macedonië naar Achaea en bleef in 56-57 drie maanden in Griekenland, waarschijnlijk Korinte. Hij bereidde zich voor op een reis naar Syria, maar veranderde zijn plan toen hij hoorde van een complot om hem te vermoorden. Op zijn terugweg naar Jeruzalem bezocht hij plaatsen als Philippi, Troas, Milete, Rodos en Tyrus. Zijn laatste tussenstop was Caesarea.
    (Handelingen 20-21)

* Bisschop Timotheüs van Rome (feestdag 22 augustus) wordt soms met Paulus' reisgenoot vereenzelvigd; de Legenda Aurea schrijft een korte hagiografie over hem (hoofdstuk 117) en dateert zijn onthoofding bijvoorbeeld in het jaar 57, terwijl we uit andere bronnen weten dat dit plaatsvond rond 300.

In de kunst

Hoeveel waarde aan de omschrijving van het uiterlijk van Paulus moet worden gehecht (zie boven), is moeilijk in te schatten.
Enerzijds kan men stellen dat de anonieme schrijver geen poging heeft gedaan om Paulus wat flatteuzer te omschrijven, hetgeen zou kunnen betekenen dat de apostel er werkelijk zo heeft uitgezien.
Men kan zich voorstellen dat men een religieuze fysiek held aantrekkelijke uiterlijke kenmerken wil toedichten om het als het ware "op te hemelen"
Anderzijds kan de schrijver Paulus bewust hebben voorgesteld als een kalende en kleine gestalte om daarmee aan te geven dat het gaat om de boodschap en het charisma (hij was desondanks immers een innemende verschijning) van de apostel en niet om zijn uiterlijk.
In de kunst heeft men zich grosso modo gehouden aan deze oudste beschrijving van Paulus.

Attributen

  • lang en krachtig uiterlijk
  • kaal maar met weelderige baard
  • boek of schriftrol
  • (tweesnijdend) zwaard
  • met inscriptie Griekenland
  • duif (wegvliegend uit een bloembak)
  • wolf en / of lam
  • zuil
  • kroon
  • kruis
  • palm
  • adder hangend aan zijn handen welke hij boven het vuur schudt
  • drie spuitende bronnen (fonteinen) naast zich
  • samen met Petrus
  • kleine leeuw als de wortels van bloemen

Feestdagen

Grote heiligen hebben gewoonlijk meer dan één feestdag op de liturgische kalender.
Dat geldt ook voor Paulus. Op 26 juni viert de kerk de heiligen Johannes en Paulus.
Het is niet uitgesloten dat het hier ook gaat om de apostel Paulus.