Icoon
Rusland - 19e eeuw
Eitempera op paneel, 33 x 27 cm Heeswijk - Abdij van Berne Vanaf de middeleeuwen bestond er een populaire icoon uit de oosters-orthodoxe traditie met de titel De bovenal heilige Moeder Gods van het niet-verbrandend braambos. Deze icoon werd in de loop der eeuwen steeds meer de beschermster tegen vuur, brand, onweer en bliksem. Er werd zelfs een liturgische gedenkdag voor gereserveerd op 4 september. De iconografie is gecompliceerd. In de hoeken zijn vier visioenen uit het Eerste Testament weergegeven, die door christelijke kerkvaders betrokken werden op de maagdelijkheid van de Maria.
Van rechtsboven (onder Jesaja) met de klok mee:
|
TriptiekNicolas Froment maakte het hier afgebeelde drieluik in opdracht van koning René I van Anjou (1409-1480) voor diens grafkapel in de kerk van het karmelietenklooster in Aix-en-Provence.In gesloten toestand is een Annunciatie te zien in grisaille met de engel Gabriël en Maria als trompe-l'oeil beelden. Hun dialoog Wees gegroet Maria, vol van genade, de Heer is met u. Ik ben de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw woord. is geschreven op twee briefjes geschilderd in het midden van het altaarstuk. De engel Gabriël houdt een olijftak vast met twaalf olijven, een getal dat ook verder op het drieluik een rol speelt. Op het middenpaneel van het drieluik wijkt Nicolas Froment af van de traditionele icoon, want hij heeft de scène van het brandende braambos prominent op de voorgrond gezet. Mozes houdt - terwijl hij zich ontdoet van zijn tweede schoeisel - zijn hand voor zijn gezicht. Links van zijn kudde schapen met de herdershond staat de engel van JHWH. Maria zit groots boven hem op de struik met het Kind op schoot. De struik is gegrondvest op twaalf stammen en alleen de randen van de struik vatten vlam. Het Kind kijkt naar de medaillon Christus Immanuel die hij in zijn linkerhandje vasthoudt. Deze medaillon verwijst naar Jesaja: Daarom zal de Heer zelf u een teken geven: de jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel noemen.Deskundigen menen dat de stad op de achtergrond Avignon moet voorstellen. Het opschrift boven op de lijst van het middenpaneel luidt: QVI ME INVENERIT INVENIET VITAM ET HAVRIET SALUTEM A DOMINO (Wie mij vindt, vindt het leven en ontvangt de gunst van de Heer) Dit vers, afkomstig uit de Latijnse Vulgaat-vertaling van Spreuken 8,35, is een toespeling op gelovigen die gered zijn. Om de symboliek van het getal 12 vast te houden zijn op de zijkanten van de lijst twaalf koningen van Juda (het waren er feitelijk twintig) geschilderd. Op de onderzijde is een verklaring te lezen van de brandende struik: 'In de struik die Mozes zag branden zonder te verbranden, herkenden we, de heilige Moeder van God, uw prachtig bewaard gebleven maagdelijkheid.' Op het linkerluik knielt koning René I van Anjou voor een gesloten gebedenboek, gekleed als Augustijner kanunnik van Sint-Victor. Achter hem staan van links naar rechts de heiligen Maria Magdalena met zalfpot, Antonius Abt met T-staf en Mauritius van Agaunum met een ordevaandel. Op 11 augustus 1448 had koning René een tweede Orde van de Wassende Maan gesticht. Totaal verschillend van de eerste versie die in 1268 was opgericht door Karel van Anjou, was deze tweede orde ter ere van de heilige Mauritius voornamelijk bedoeld als een soortgelijke instelling als de Orde van het Gulden Vlies van Filips de Goede. Nog tijdens het leven van René I werd zijn orde al rond 1460 opgeheven door paus Paulus II. Op het rechterluik knielt koningin Jeanne de Laval voor een open gebedenboek. Zij wordt omringd door Johannes de evangelist met gifbeker, Catharina van Alexandrië met martelaarspalm en zwaard en Nicolaas met de drie door hem weer tot leven gewekte studenten. |
Nicolas Froment (±1435-±1486)
Le buisson Ardent (1475-76) Tempera op doek overgebracht op panelen (marouflé), 410 x 305 cm Aix-en-Provence - Kathedraal Saint-Sauveur (Lazaruskapel) |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |