Paul Verheijen

SERVATIUS

Van Tongeren naar Maastricht
Legendarische stamboom
Bisschoppen van Maastricht
Hendrik van Veldeke

Van Tongeren naar Maastricht

Servatius van Maastricht behoort tot de ijsheiligen en wordt in het Roomse Martelaarsboek herdacht op 13 mei.
Te Maastricht de heilige Servatius, bisschop van de kerk van Tongeren. Opdat zijn verdiensten aan allen bekend zouden worden, heeft de sneeuw, die 's winters alles rondom bedekte, nooit zijn graf onzichtbaar gemaakt, totdat er door de toewijding van de burgers een basiliek op gebouwd werd.
Van de 8ste tot in het midden van de 12de eeuw was de hagiografie van Servatius van Maastricht uitsluitend in het Latijn beschikbaar, in twee nauw verwante versies:
  • Gesta sancti Servatii episcopi Tungrensis et confessoris
  • Actus sancti Servatii Tungrensis episcopi - Vita et Miracula
    Dit is een bewerking van de Gesta.
Ze zijn geschreven door Jocundus (±1030-±1090), een geestelijke, die van omstreeks 1070 tot 1088 in opdracht van het Sint-Servaaskapittel in Maastricht een nieuwe hagiografie schreef.
We kunnen gerust stellen dat elke zin voor historiciteit hierin ontbreekt.
Mogelijke historisch is dat Servatius in Armenië werd geboren vóór het jaar 345, dat hij de eerste bisschop van Tongeren was, de toenmalig grootste stad in het noorden van Gallië, en daarmee van de Nederlanden, dat hij zijn bisschopszetel later van Tongeren naar Maastricht verplaatste en aldaar overleed, waarschijnlijk in 384.
De reden waarom Servatius zijn bisschopszetel verplaatste is historisch gezien niet duidelijk. Was er een vorm van verval in Tongeren, was de ligging van het opkomende Maastricht gunstiger? De legende weet het antwoord wél: bedroefd om het onrecht in Tongeren begaf Servatius zich naar Rome om Petrus barmhartigheid af te smeken. Aldaar kreeg hij een visoen waarin hem werd meegedeeld dat God de steden van Gallië wilde verwoesten om haar misdaden, door ze over te leveren aan de barbaren, maar Maastricht zou behouden worden. Reden voor Servatius daarheen te verhuizen.

Servatius wordt gewoonlijk vereenzelvigd met bisschop Sarbatios, die in de 4e eeuw fel de ketterij van het arianisme bestreed en die eenmaal als gezant van de Gallische tegenkeizer Magnentius naar keizer Constantijn II gezonden werd en eveneens met een bisschop genaamd Aravatius, over wie Gregorius van Tours het volgende schrijft.
Aravatius was volgens zeggen bisschop van Maastricht ten tijde van de invallen der Hunnen in Gallië. Hij zou langs de openbare weg begraven zijn vlakbij de brug. Hoewel het soms flink kon sneeuwen, bleef er nooit sneeuw liggen op zijn graf. Zelfs als de omgeving gevangen zat in de greep van bittere kou en strenge vorst en de sneeuw een dikte bereikte van drie of vier voet, maakte de sneeuw zijn graf zelfs niet nat. Daaruit mogen we afleiden, dat Aravatius echt een ware Israëliet was. Immers toen de Israëlieten tussen de muren van water door trokken, bleek het water geen bedreiging, maar juist een redding. Zo duidde de sneeuw die rond zijn graf viel, niet op neerslag, maar op de eer die hem gegeven werd. Al lagen er ook bergen sneeuw rond zijn graf, erop lag er geen vlok. We verbazen ons er niet over, dat er sneeuw op de grond lag, maar we verbazen ons erover, dat er geen vlok sneeuw op zijn graf terechtkwam. Herhaaldelijk hebben gelovigen in hun ijver een kapelletje getimmerd van gladgeschaafde planken. Maar telkens waren de planken weer naar beneden gekomen vanwege de wind of door hun eigen gewicht. Ik heb gehoord, dat dat zo door is gegaan tot er iemand kwam, die er een gebouw neerzette, dat een eervolle bisschop waardig was. Na enige tijd werd Monulfus bisschop van Maastricht. Hij bouwde een grote kerk ter ere van Servatius, en bracht er rijke versieringen in aan. Daarop werd zijn stoffelijk overschot met groot vertoon van eerbied en plechtigheid naar die kerk overgebracht. Tot op de dag is die kerk beroemd vanwege de grote wonderen, die er gebeuren.
(Gregorius van Tours (±538-±594) - Gloria Confessorum, 'Glorie van de Belijders', caput 71)
In de middeleeuwen werd op zijn graf in Maastricht de Sint-Servaaskerk gebouwd die vervolgens een bekend bedevaartsoord werd.
Aldaar ligt het grootste deel van zijn relieken in de noodkist, zo genoemd omdat de relieken moeten helpen in tijden van nood.
Deze kist wordt om de zeven jaar in ommegang door Maastricht gedragen in de Heiligdomsvaart, een traditie die teruggaat tot vóór het jaar 1300. Het programma bij deze HDV loopt in 2025 van donderdag 12 juni tot en met zondag 22 juni.
Servatius wordt aangeroepen bij voetproblemen, kreupelheid, reuma, en tegen ratten en muizen.

Legendarische stamboom

Zonder rekening te houden met historische juistheid ontstonden er in de 8e en 9e eeuw talloze legenden over Servatius, mogelijk ingegeven door zijn Armeense afkomst en zijn accent of bedoeld om pelgrims naar Maastricht te trekken. Zo zou Servatius met zijn bisschopsstaf een draak te lijf zijn gegaan. Hij zou van Petrus zelf te Rome zilveren sleutels ontvangen hebben met daaraan vijlsel van diens verbroken boeien uit de gevangenschap te Rome. Toen de heidense Attila Servatius gevangen genomen had, zag de koning in een droom hoe een arend de heilige tegen de zon beschermde en hem koelte toewuifde, waarop zijn bekering volgde. Servatius overwon een draak en dreef hem het land uit. Hij zou met klompen bekogeld de marteldood gestorven zijn. Hij bleek zelfs familie van Jezus te zijn en werd toegevoegd aan het heilig maagschap van Sint-Anna. Hoe dichter bij Jezus, des te heiliger, lijkt daarbij het motto.
01 = Eliud
02 = Kleopas
03 = Joachim
04 = Anna
05 = Salome
06 = Zacharias
07 = Memelia
08 = Alfeüs
09 = Maria van Klopas
10 = Jozef
11 = Maria
12 = Maria van Salome
13 = Zebedeüs
14 = Elisabet
15 = Jakobus minor
16 = Jakobus van Alfeüs
17 = Jezus
18 = Jakobus maior
19 = Johannes de apostel
20 = Servatius
21 = Simon en Judas Taddeüs
22 = Johannes de doper

In de schatkamer van de Sint Servaas in Maastricht bevindt zich het hierboven afgebeelde schilderij van een anonieme kunstenaar die het Trinubium of heilig maagschap van Sint-Anna uitbeeldt. De identificatie is makkelijk gemaakt, want de namen staan bij de personen geschilderd. De stamboom van het heilig maagschap van Sint-Anna telt overigens ook meer en/of andere namen in andere uitbeeldingen. Jezus en Servatius kunnen dan een verschillende graad familieverwantschap hebben.
In de stamboom wordt de in de Bijbel vermelde bloedverwantschap van Maria en Elisabet qua graad niet duidelijk. Gewoonlijk worden zij gezien als nichten in de vierde graad, en bijgevolg zijn Jezus en Johannes de Doper achterneven van de zesde graad.

De Legenda Aurea kent onderstaande 'stamboom'van Servatius.
Joachim trouwde met Anna, die een zuster had die Hismeria heette. Deze Hismeria was de moeder van Elisabet en Eliud. Elisabet was de moeder van Johannes de Doper. Uit Eliud werd Emineu geboren, en uit Emineu sint Servatius, wiens lichaam zich bevindt in de stad Maastricht, aan de Maas in het bisdom Luik.
(Legenda Aurea 127,16-18)
De bedoeling ervan is duidelijk: Servatius wordt hier 'gepromoveerd' tot familie van Johannes de Doper en dus ook tot familie van Jezus zelf.

Bisschoppen van Maastricht

Het bisdom Maastricht, ook wel bisdom Tongeren-Maastricht-Luik genoemd, was een bisdom dat in de vroege middeleeuwen Maastricht als hoofdzetel had en waaruit later het bisdom Luik is ontstaan. Servatius was daarvan de eerste, historisch verifieerbare, bisschop. Ook zijn opvolgers worden allen als heiligen vereerd, maar van ongeveer de helft kan het bestaan historisch niet worden aangetoond. Soms wordt hun feest gezamenlijk gevierd op 15 mei.
  • Candidus (7 juni)
  • Agricolaus (5 februari)
  • Urcicinus (1 oktober)
  • Designatus (13 januari)
  • Resignatus (1 december)
  • Sulpitius (18 januari)
  • Quirillus (17 januari)
  • Eucherius I (20 februari)
  • Falco (20 februari)
  • Eucharius II (27 februari)
  • Domitianus van Hoei (7 mei)
  • Monulfus (16 juli)
  • Perpetuus (4 november)
  • Gondulfus / Bettulfus (17 juni)
  • Evergisius / Ebregisus (28 maart)
  • Johannes Agnes (25 juli)
  • Amandus (6 februari)
  • Remaclus (3 september)
  • Theodardus (10 september)
  • Lambertus (17 september)
  • Hubertus (3 november)

Hendrik van Veldeke

Omdat de Latijnse hagiografieën over Servatius door leken niet konden worden gelezen, ontstond behoefte aan een Nederlandse vertaling.
En zo werd Servatius' leven het onderwerp van het oudste bewaard gebleven, in het dialect van de Maasstreek geschreven gedicht Van Sinte-Servaes, van de hand van Hendrik van Veldeke (vóór 1150 - na 1186) naar het voorbeeld van de oudere Latijnse versies.
Hij schreef het gedicht op verzoek van de koster Hessel van Maestricht om het aan het volk te laten voorlezen.
De Servaaslegende is niet in een autograaf, maar alleen in twee apografen, afschriften overgeleverd.
Van het oudste Servaas-handschrift uit circa 1200 zijn in totaal zo'n 487 - vaak zwaar beschadigde - verzen bekend.
De ruim 6000 verzen van Van Veldekes tekst zijn volledig overgeleverd in een afschrift, dat in de tweede helft van de 15de eeuw voor de begarden, een semi-religieuze gemeenschap van het Sint-Bartholomeüsklooster in Maastricht werd vervaardigd.

In het eerste boek dat Van Veldeke schreef tussen 1160 en 1170, wordt Servaas in 3254 verzen getekend als een godvruchtig man die zich liefst in stilte en afzondering aan Gods dienst wijdt.
De 2975 verzen van het tweede boek, geschreven tussen 1174 en 1183, bestaan voor het merendeel uit wonderbaarlijke verhalen waarin Servaas na zijn dood aan mensen verschijnt, wonderen verricht en zijn tijdens zijn leven verworven bezittingen beschermt.

Hieronder het begin van de originele proloog van boek 1.
In Gods namen ende in sijnen vreden
Soe beghennen wij deser reden
Ende spreken inden beghinne aldus:
Sancti Spiritus
Assit nobis gracia
Ende bidden Gode daer na,
Den troester ende den volleyst,
Dat vanden heilighen gheyst
Die ghenade mit ons sy,
Que corda nostra sibi
Facit habitacula,
Ende ons te noden by sta
2016 Paul Verheijen / Nijmegen