Paul Verheijen

HANS MEMLING

Reinstriptiek


Gesloten buitenluiken

De buitenluiken zijn vooral voor de iconografie van het godsdienstig leven in Brugge van belang.
In gotische nissen staan twee heiligen afgebeeld.
Links prijkt Wilgefortis met het kruis als attribuut.
Deze baardheilige werd in Brugge zeer vereerd.
Rechts zien we Maria van Egypte afgebeeld met de drie broden als haar attribuut.
De boetelinge is half gehuld in een ruige vacht, het bovenlichaam door lange hoofdharen omsluierd.
In de 15e eeuw was er in Brugge een gasthuis voor vrouwen, Maria van Egypte geheten, dat grote bekendheid genoot.
Beide heiligen worden als imitatio Christi tot voorbeeld gesteld en boden de gelovigen bescherming en bijstand.

Middenpaneel

Op het middenpaneel is de bewening van Christus afgebeeld.
Het lichaam van de Christus is sterk gemodelleerd op een witte lijkwade en getekend door de bloedsporen van de doornenkroon en de lanssteek in zijn zijde.
De overhoekse lijn loopt door naar de in een karmozijnen mantel geklede Johannes die het hoofd ondersteunt.
Maria, gekleed in een zware blauwe Madonnamantel, is in gebed verzonken en kijkt gelaten en sereen naar haar Zoon.
De kleuren van hun kleren contrasteren sterk met de glanzende ivoorkleur van het dode lichaam van Christus.

Maria Magdalena vormt met de Madonna en Christus een schuine as die haaks op de compositie staat.
Aan haar voeten zien we een knekel, verwijzend naar de naam van de executieplaats: Golgota, 'schedelplaats'.
In de rechterbovenhoek tillen Josef van Armatea en Nikodemus de dekplaat van een sarcofaag.
Het rotsgraf bevindt zich daarachter.
De onderkant van de staander van het kruis staat precies midden in beeld.
De ladder die nodig was om het lichaam van het kruis te halen staat er schuin tegenaan.
Aan de voet heeft Memling de passiewerktuigen nijptang en drie spijkers afgebeeld.
Linksboven loopt een verder moeilijk te identificeren man op weg naar Jeruzalem dat als een middeleeuwse vestingstad is voorgesteld.

Linkerpaneel




Op het linkerluik knielt de schenker, de hospitaalbroeder Adriaan Reins.
Zijn initialen lezen we op de onderzijde van het middenpaneel.

Naast hem staat zijn patroonheilige Adrianus.
Hij is gekleed in volle wapenrusting en draagt zijn attributen hamer, aambeeld en zwaard.

Adrianus was als pestheilige belangrijk voor de Brugse bevolking.
Een groot ervan deel stierf door de zwarte dood.

Rechterpaneel




Op het rechterluik is Barbara afgebeeld met de toren als haar kenmerkende attribuut.
Ze vertoont vrijwel alle kenmerken van het 15e-eeuwse schoonheidsideaal:
  • kaalgeschoren voorhoofd
  • geëpileerde wenkbrauwen
  • blauwe ogen
  • lang blond haar
  • blanke huid
  • lange fijne vingers
  • slanke lange gestalte
  • nauwsluitend kleed met strakzittende mouwen
  • hooggeplaatste bolronde boezem
  • gesnoerde taille
  • sterke welving van de buik
Dat laatste maakt haar een echte 'uitstaande' vrouw.
Zo'n welving heeft totaal niets te maken met een zwangerschap (wat bij deze heilige ook zeker niet aan de orde is), maar wordt veroorzaakt door zware bovenkledij die ter hoogte van de heup aan een knoop werd opgehouden.

Barbara's lange japon heeft een diepe halsuitsnijding, waaronder een hemd is te zien.
Aan haar gordel hangt waarschijnlijk een aalmoezenbeurs verborgen onder haar bovenkleed.

De kaarsrechte houding en de vorm van het vrouwenlichaam doen denken aan de spitbogenstijl van de gotische architectuur.
Hans Memling (circa 1435-1494)
De Bewening van Christus (Reinstriptiek) (1480 in bovenlijst middenpaneel)
Olieverf op eiken panelen, 46 × 36 cm middenpaneel; 45 x 16 cm zijpanelen
Brugge - Sint Janshospitaal (Memlingmuseum)
2016 Paul Verheijen / Nijmegen